PM3 les 3

Welkom DP3
08:05 - 08:20
startactiviteit 
lezen tb 84 werk voorbereiden
08:20 - 09.35
lesdoelen bespreken
uitleg theorie klassikaal
maken opdrachten zelfstandig
09:35 - 09:45
afronden & lesdoelen behaald
mededelingen
huiswerk
opdrachten boek 17
begrippen boek 17
tekstbronnen boek 17
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom DP3
08:05 - 08:20
startactiviteit 
lezen tb 84 werk voorbereiden
08:20 - 09.35
lesdoelen bespreken
uitleg theorie klassikaal
maken opdrachten zelfstandig
09:35 - 09:45
afronden & lesdoelen behaald
mededelingen
huiswerk
opdrachten boek 17
begrippen boek 17
tekstbronnen boek 17

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen: je leert
1. wat de werkzaamheden van een werkvoorbereider zijn
2. hoe je een kostprijs van een product berekent

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even herhalen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanzichten
Aanzicht: wat zie je als je 
naar een voorwerp kijkt.

Elke kant kan een ander
aanzicht hebben. 

Aan de hand van het aanzicht bepalen waar je staat 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen .....
Je krijgt een aantal meerkeuzenvragen. Probeer steeds het juiste antwoord te geven.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooraanzicht
Bovenaanzicht
Linker zijaanzicht

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ziet het vooraanzicht eruit?
A
B
C

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk aanzicht ontbreekt in deze tekening?
A
Zijaanzicht
B
Bovenaanzicht
C
Vooraanzicht

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk aanzicht is getekend naast het bouwwerk?
A
Vooraanzicht
B
Zijaanzicht
C
Bovenaanzicht
D
Geen van allen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rechts zie je een ...
A
vooraanzicht
B
recht zijaanzicht
C
linker zijaanzicht
D
bovenaanzicht

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkvoorbereider
  • werktekeningen lezen
  • materiaalstaat of stuklijst maken
  • bewerkingen en werkvolgorde bepalen
  • productieplanning maken
  • kostprijsberekening maken
  • offertes opstellen
  • materialen inkopen
  • werk inplannen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stuklijst.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Titelblok technische tekening

  • tekstblok in een technische tekening dat informatie geeft over de tekening en de maker ervan
  • Naam
  • Naam van het product
  • Schaal waarop getekend is
  • De maateenheid
  • Welk formaat je moet uitprinten
  • Datum

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

stuknr 3, welke info in titelblok?
wat zie je op de tekening? 
Welke volgorde ga je deze beugel maken?
- aftekenen
- center
- boren
- knippen
- zetten

Welke maat boren?
Welke hoek zetten? En welke lijn zet je eerst?
Het verschil tussen een Titelblok en een stuklijst.

  • Een stuk lijst staat meestal boven op een titelblok. Ze vormen dan één geheel.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
Maak opdracht 2 tot en met 4 (taak 4)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kostprijs berekenen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LESDOELEN
Na deze les kun/weet je:
  • Wat de kostprijs is
  • De kostprijs van een product berekenen
  • Het verschil tussen directe en indirecte kosten
  • Het verschil tussen vaste en variabele kosten
  • Wat er met

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KOSTPRIJS

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAAROM?
Wanneer je een product gaat verkopen is het belangrijk om te bepalen voor welke prijs je het gaat verkopen.
Om dit te bereken gebruiken we de kostprijs en de winstmarge.
Deze vormen samen de verkoopprijs.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VERKOOPPRIJS
KOSTPRIJS
Hoeveel kost het om 1 product te maken
WINSTMARGE
Dit is hoeveel winst je wilt maken.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KOSTPRIJS
De kostprijs kun je onderverdelen in:
Directe kosten
Indirecte kosten

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DIRECTE KOSTEN
De directe kosten kun je berekenen per product en bestaan uit:
Arbeidskosten (salaris van personeel)
Inkoopwaarde van de grondstoffen en materialen
Productie kosten


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

INDIRECTE KOSTEN
De indirecte kosten kun je niet per product berekenen en bestaan uit:
Huur
Telefoonkosten
Kosten voor gas/water/licht (energie)



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OEFENEN
Sleep de woorden naar de juiste kosten.
Directe kosten
Indirecte kosten
HUUR
ARBEIDSKOSTEN
TELEFOONKOSTEN
WATER KOSTEN
INKOOP WAARDE VAN PRODUCTEN

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vaste kosten
  • Veranderen niet met de productie mee

Voorbeelden:
Huur, vast personeel, marketing (reclame), abonnementen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Variabele kosten
  • veranderen met de productie mee
  • hogere productie, meer kosten

Voorbeelden:
Grondstoffen, elektriciteit, materialen, oproepkrachten

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afschrijving
Waardevermindering van kapitaalgoederen: de investeringen in kapitaalgoederen worden elk jaar minder waard.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afschrijvingskosten berekenen
Formule:
(aanschafprijs - restwaarde) : aantal gebruiksjaren

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld
Een ondernemer koopt 2 zaagmachines voor elk € 2.500. Hij gaat er vanuit dat deze machines 5 jaar mee gaan en een restwaarde hebben van € 500. 
Bereken de totale afschrijving per jaar.
2.500 - 500 = 2.000
2000 : 5 = 400
2 machines : 400 x 2 = 800
Afschrijving per jaar is € 800 voor beide machines.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jaap heeft een bouwbedrijf. Wat is een voorbeeld van variabele kosten?
A
afschrijving van zijn bedrijfspand
B
afschrijving van de vlakdiktebank
C
energiekosten voor zijn freesmachine
D
afschrijving van zijn vlakbank

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Piet gaat een begroting maken voor een tafel. Wat hoort bij de indirecte kosten? Meerdere antwoorden zijn juist.
A
Arbeidsuren
B
Kosten van de schroeven
C
Kosten voor energie
D
Salaris van de secretaresse

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg in je eigen woorden uit wat afschrijving betekent.

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De huur van een bedrijfspand zijn
A
Vaste kosten
B
Variabele kosten

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Variabele kosten veranderen mee met de productie
A
Niet waar
B
Waar

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
Maak opdracht 2 (a-b) tot en met 4 (taak 5)

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je tijdens deze les hebt geleerd.

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf op wat je nog niet goed hebt begrepen

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen behaald?
1. wat de werkzaamheden van een werkvoorbereider zijn
2. hoe je een kostprijs van een product berekent

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mededelingen
Enquête invullen

- hoe je denkt over het huidige mobielbeleid;
- welke gevolgen jij ondervindt van het mobielgebruik (zowel positief al negatief);
- waarvoor je je mobiel op school gebruikt;
- wat voor beleid je graag zou willen in school.

 


Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor dinsdag 21 mei
1. alle opdrachten boekje 17 zijn gemaakt
2. je leert de begrippen die horen bij boekje 17
3. je leest alle tekstbronnen van boekje 17 goed door

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies