Opdracht 3.9 (2de druk)

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Op de 6%- lening wordt elk jaar op 30 april €2.000 afgelost. De interest wordt per halfjaar  vooruitbetaald op 1 mei en 1 november
Op de onderhandse lening wordt elk jaar op 30 september €2.000 afgelost. De interest wordt jaarlijks achteraf betaald op 30 september. 

Slide 2 - Tekstslide

6%- lening op 01-01-2019 €10.000
Op de 6%- lening wordt elk jaar op 30 april €2.000 afgelost. De interest wordt per halfjaar vooruitbetaald op 1 mei en 1 november

Bereken hoeveel de onderneming aan rente moet betalen met betrekking tot de 6% lening op 1 mei

Slide 3 - Open vraag

6%- lening op 01-01-2019 €10.000
Op de 6%- lening wordt elk jaar op 30 april €2.000 afgelost. De interest wordt per halfjaar vooruitbetaald op 1 mei en 1 november
Bereken hoeveel de onderneming aan rente moet betalen met betrekking tot de 6% lening op 1 mei

Op 01-04-2019 wordt er eerst €2.000 afgelost
Daarna wordt de rente vooruitbetaald voor een half jaar. (van mei tot november)
(10.000-2.000)/100*6/2=€240

Slide 4 - Tekstslide

6%- lening op 01-01-2019 €10.000
Op de 6%- lening wordt elk jaar op 30 april €2.000 afgelost. De interest wordt per halfjaar vooruitbetaald op 1 mei en 1 november

Bereken de interestkosten van de 6%-lening voor 2019

Slide 5 - Open vraag

6%- lening op 01-01-2019 €10.000
Op de 6%- lening wordt elk jaar op 30 april €2.000 afgelost. De interest wordt per halfjaar vooruitbetaald op 1 mei en 1 november
Bereken de interestkosten voor het jaar 2019

2019 loopt van januari t/m december 2019
Van januari t/m april is de schuld €10.000
Van april t/m december is de schuld €8.000
10.000*0,06/12*4=€200.
8.000*0,06/12*8=€320

Slide 6 - Tekstslide

6%- lening op 01-01-2019 €10.000
Op de 6%- lening wordt elk jaar op 30 april €2.000 afgelost. De interest wordt per halfjaar vooruitbetaald op 1 mei en 1 november

Bereken met welk bedrag de rekening vooruitbetaalde interest voorkomt op de balans van 31 december 2019

Slide 7 - Open vraag

6%- lening op 01-01-2019 €10.000
Op de 6%- lening wordt elk jaar op 30 april €2.000 afgelost. De interest wordt per halfjaar vooruitbetaald op 1 mei en 1 november
Bereken met welk bedrag de rekening vooruitbetaalde interest voorkomt op de balans van 31 december 2019

De laatste betaling was op 1-11-2019. 
Er is toen rente vooruitbetaald voor de maanden november t/m april 
Op 31-12-2019 is de rente voor de maanden januari t/m april dus al betaald
De schuld was €8.000
8.000*0,06/12*4=€160

Slide 8 - Tekstslide

Op de 6%- lening wordt elk jaar op 30 april €2.000 afgelost. De interest wordt per halfjaar  vooruitbetaald op 1 mei en 1 november
Op de onderhandse lening wordt elk jaar op 30 september €2.000 afgelost. De interest wordt jaarlijks achteraf betaald op 30 september. 

Slide 9 - Tekstslide

Toon met behulp van de balans en de gegevens over de onderhandse lening aan dat het interestpercentage van de onderhandse lening 10% bedraagt

Slide 10 - Woordweb

Toon met behulp van de balans en de gegevens over de onderhandse lening aan dat het interestpercentage van de onderhandse lening 10% bedraagt 
Op 01-01-2019 is de schuld €240.000
Op 01-01-2019 had ik al €600 moeten betalen aan rente over de onderhandse lening.
€600 is van 3 maanden (oktober, november en december)
Voor een heel jaar zou het 600*4=€2.400 zijn
2.400/24.000*100=10%

Slide 11 - Tekstslide

Bereken de interestkosten van de onderhandse leningen voor 2019

Slide 12 - Open vraag

Bereken de interestkosten van de onderhandse leningen voor 2019
Januari t/m september rente over €24.000
Aflossing in september van €2.000
Oktober t/m december rente over €22.000
24.000*0,10/12*9=€1.800
22.000*0,10/12*3=€550

Slide 13 - Tekstslide

Bereken de uitgaven van de onderhandse lening voor het jaar 2019

Slide 14 - Open vraag

Bereken de uitgaven van de onderhandse lening voor het jaar 2019
De aflossing €2.000
De rente betaling op 30-09-2019 over de schuld van €24.000
24.000/100*10=€2.400

Slide 15 - Tekstslide