K4 H2 Lezen tekstverbanden opdr. 1
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het onderwerp van de tekst?
Slide 4 - Open vraag
De laatste drie zinnen van alinea 1 bevatten een van
waarom afkijken is.
Opsomming
Vergelijking
Voorbeeld
gevolgen
redenen
tegenstellingen
goed
slecht
Slide 5 - Sleepvraag
In alinea 2 wordt uitgelegd waarom sommige mensen afkijken slecht vinden.
Hoeveel voorbeelden van argumenten noemt de schrijver?
Hoeveel voorbeelden van argumenten noemt de schrijver?
Slide 6 - Open vraag
In alinea 2 staat een signaalwoord voor doel-middel. Vul het signaalwoord in en leg uit wat het doel en wat het middel is.
Slide 7 - Open vraag
In alinea 3 staan in de tweede zin de signaalwoorden als ... dan.
Vul in je eigen woorden in wat de voorwaarde is.
Vul in je eigen woorden in wat de voorwaarde is.
Slide 8 - Open vraag
Wat is het verband tussen alinea 3 en 4? Aan welk signaalwoord zie je dat?
Slide 9 - Open vraag
Wat is het verband tussen alinea 4 en 5? Alinea 5...
A
geeft uitleg bij de mening in alinea 4.
B
is het gevolg van het gestelde in alinea 4.
C
legt uit wat het middel is om het doel uit alinea 4 te bereiken.
Slide 10 - Quizvraag
Welke functies heeft de slotalinea?
A
Conclusie + samenvatting
B
Nieuw argument + leuke laatste zin
C
Samenvatting + voorbeeld
D
Toekomstverwachting + voorbeeld
Slide 11 - Quizvraag
Noem drie voordelen van spieken uit de tekst,
Slide 12 - Woordweb
Noem drie nadelen van spieken uit de tekst.
Slide 13 - Woordweb
Noem twee voordelen van niet spieken uit de tekst.
