AK 3.2 Temperatuurverschillen op aarde 2
1 / 32
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke vragen heb je nog over 3.1?
Waar moet ik nog uitleg over geven?
Waar moet ik nog uitleg over geven?
Slide 2 - Open vraag
Sleep de klimaten naar de juiste kleur
Poolklimaat
Gematigd klimaat
Tropisch klimaat
Droog klimaat
Slide 3 - Sleepvraag
4. Sleep het klimaat naar de juiste klimaatdiagram
pool-
klimaat
gematigd klimaat
tropisch klimaat
Droog klimaat
Slide 4 - Sleepvraag
Savanne klimaat
Toendra klimaat
Tropisch regenwoud- klimaat
Land-
klimaat
Woestijn- klimaat
Steppe- klimaat
Pool-klimaat
Slide 5 - Sleepvraag
Droog klimaat
Tropisch klimaat
Gematigd klimaat
Slide 6 - Sleepvraag
tropisch klimaat
gematigd klimaat
pool klimaat
droog klimaat
Slide 7 - Sleepvraag
Savanne-klimaat
Steppe-klimaat
Tropisch-klimaat
Woestijn-klimaat
Slide 8 - Sleepvraag
Savanne klimaat
Toendra klimaatt
Tropisch regenwoud- klimaat
Landklimaat
Woestijn- klimaat
Steppe klimaat
Slide 9 - Sleepvraag
Slide 10 - Tekstslide
Maak een foto van je aantekeningen!
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Zonnestralen verwarmen het aardoppervlak
Weerkaatsing van zonnestralen
De aarde geeft warmte af aan de atmosfeer
De verwarmde grond verwarmt de atmosfeer
Slide 16 - Sleepvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Lever hier je aantekeningen in over
De stand van de zon
De stand van de zon
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Bij de evenaar is de invalshoek van de zon
A
klein
B
groot
Slide 25 - Quizvraag
Waar is de invalshoek van de zon het grootst?
A
Noordpool
B
Nederland
C
Evenaar
D
Zuidpool
Slide 26 - Quizvraag
Het is nooit boven 10°C op Groenland omdat:
A
Er geen bomen groeien
B
De invalshoek van de zon heel klein is
C
De zon loodrecht staat boven Groenland
D
De Inuit het graag koud hebben
Slide 27 - Quizvraag
Welke uitspraak is juist?
A
Hoe hoger de breedtegraad, hoe warmer het is.
B
Hoe verder van de evenaar, hoe kouder het wordt.
C
Hoe kleiner de invalshoek van de zon, hoe warmer het is.
D
Hoe kleiner de invalshoek van de zon, hoe dichter bij de evenaar.
Slide 28 - Quizvraag
De zon geeft elke dag van het jaar dezelfde hoeveelheid energie. Toch is het niet elke dag even warm. Hoe komt dat?
A
Door de afstand die het zonlicht aflegt door de atmosfeer en de invalshoek.
B
Door de afstand tussen de aarde en de zon en de hoogteligging van een plaats.
C
Door de hoogteligging en de afstand die het zonlicht aflegt door de atmosfeer.
D
Door de invalshoek van het zonlicht en de afstand tussen de aarde en de zon.
Slide 29 - Quizvraag
Wat heb je geleerd?
Slide 30 - Open vraag
Welke vraag of vragen heb je nog?
