3B Debatteren 4

Fijn dat je er bent!

Pak je pen


Ruim je telefoon op.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Fijn dat je er bent!

Pak je pen


Ruim je telefoon op.

Slide 1 - Tekstslide


- instructie over het onderdeel Freeze!
- aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

Na de les


- weet ik hoe de fase "eindspeech" eruit ziet.

Week ik een argument te herkennen.

Slide 3 - Tekstslide

Debatvorm
Openingsspeech
Open debat
Freeze
Eindspeech

Slide 4 - Tekstslide

Openingsspeech
Jury begint met de opening en legt de stelling uit (docent)

Wat zeggen ze als 1e zin.

Voorstander neemt het woord en geeft 3 argumenten
Tegenstander neemt het woord en geeft 3 argumenten

Slide 5 - Tekstslide

Open debat
- De jury opent het open debat.
- Als je het woord wil, moet je gaan staan, de jury geeft om de beurt het woord.
- Sprekers moeten argumenten van de tegenstanders weerleggen en eigen argumenten versterken.

Slide 6 - Tekstslide

Debatopstelling

Slide 7 - Tekstslide

 "Freeze"
Overleggen en voorbereiden eindspeech

Slide 8 - Tekstslide

Eindspeech
Schrijf op wat je ziet.

Slide 9 - Tekstslide

Programma (hoe)                45 minuten
- Algemeen                                                                10 minuten
- Namenronde                                                          10 minuten                      
- Spelvorm                                                                  10 minuten
- Afsluiting                                                                    5 minuten
Filmpje

Slide 10 - Tekstslide

Eindspeech
- Afsluitende spreker tegenstander
- Belangrijkste meningsverschillen
-Waarom hebben jullie het meest gelijk?

- Afsluitende spreker voorstander
- Belangrijkste meningsverschillen
-Waarom hebben jullie het meest gelijk?

Slide 11 - Tekstslide

vervolg
- De spreker begint met: "Beste jury en andere aanwezigen...."
- De spreker eindigt met: "Bedankt voor uw aandacht..."

Anderen applaudisseren vooraf en achteraf

Slide 12 - Tekstslide

Wat is nu een argument?
- Uitleg waarom je iets vindt.

"Ik wil niet naar buiten, omdat het regent."
of
"Het regent, daarom wil ik niet naar buiten."

Slide 13 - Tekstslide

Signaalwoorden
Omdat
Want
Daarom
Dus
Deze woorden geven jou het signaal dat er een argument komt

Slide 14 - Tekstslide

Let op.
Omdat + want
Staan aan het begin van een argument.
Ik heb meer zakgeld nodig, want kleding is duur.

daarom + dus
komen na het argument
Ik heb geen fiets, daarom ga ik met de bus naar school.

Slide 15 - Tekstslide

maak de opdracht
Zet je naam erop en bewaar in je schrift.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide