Poëzie

Poëzie 
Een gedicht is een schilderij in woorden, met een idee erachter.


1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Poëzie 
Een gedicht is een schilderij in woorden, met een idee erachter.


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Running dictation

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Curriculum
Key concept: Perspective
Related concepts: Self-expression, Purpose
Global context: Personal and cultural expression
S.O.I.: Poets use typography to express their personalities and messages
ATL-skills: communication




Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Assessments
* Summerexam: Analyseren van gedichten/songteksten (A,D)

* Poëzie dossier/herinneringenboek (individuele keuze uit: A, B, of C)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oriëntatie
- Bekijk/beluister de fragmenten met Nederlandstalige muziek. Welk van de 3 liedjes zou jij het eerste liken?

-  Wat is volgens jou poëzie? Moet poëzie aan regels voldoen? Zo ja, welke regels?

- Welke van de 3 fragmenten vind jij het meest poëtisch?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de 3 fragmenten vind jij het meest poëtisch?
A
Simone
B
Dat ik je mis
C
Ik huil alleen bij jou

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Definitie Poëzie
Formuleer met je groepje de definitie van poëzie.
Een leerling post het in de volgende slide.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jullie definitie van poëzie?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Even herhalen

* slagrijm
* gepaard rijm
* kruisrijm
* omarmend rijm
* gebroken rijm
* verspringend rijm



alliteratie
 * assonantie



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

alliteratie
assonantie
slagrijm
gepaard rijm
gekruist rijm
omarmend rijm
gebroken rijm
verpringend rijm
AAAA
AABB
ABAB
ABBA
ABCB
ABCABC
De dikke deftige dame
tien vieze vliegende mieren

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Poëzie

Slide 19 - Woordweb

Waaraan herken je poezie?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even herhalen...

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het is hier een zwijnenstal
A
vergelijking
B
metafoor
C
metonymie
D
personificatie

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De wind floot door de takken.
A
vergelijking
B
metafoor
C
metonymie
D
personificatie

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij is zo dom als een ezel.
A
vergelijking
B
metafoor
C
metomynie
D
personificatie

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Even de neuzen tellen.
A
vergelijking
B
metafoor
C
metonymie
D
personificatie

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De onderkant van mijn voeten is schuurpapier
A
vergelijking
B
metafoor
C
metonymie
D
personificatie

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wil je nog een glaasje?
A
vergelijking
B
metafoor
C
metonymie
D
personificatie

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Video

Deze slide heeft geen instructies

En nu alles bij elkaar...

Wat haal je uit het volgende nummer?
- rijmschema
- alliteratie
- assonantie
- vergelijking
- metafoor
- metonymie
- personificatie
- herhaling
- tegenstelling
- opsomming
1. Ramses Shaffy: Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder
2. Meau: Dat heb jij gedaan
3. Stef Bos: Papa
4. Frank Boeien: Zwart-wit
5. Goede doel: Belgie 

Slide 47 - Tekstslide

Ieder groepje beluistert een lied en haalt er zoveel mogelijk informatie uit.

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht
Maak een herinneringenboek van gedichten en liedteksten.
* Kies minimaal 3 gedichten + 2 songteksten + schrijf 1 eigen gedicht.
* Schrijf bij ieder gedicht/lied een toelichting van ongeveer 10 regels. 
* Maak van 1 gedicht een uitgebreide analyse (rijmsoort, rijmschema, stijlfiguren, beeldspraak)
* Zorg voor een mooie, passende lay-out.
* Noteer bij ieder gedicht; de naam van de schrijver, titel gedicht (naam dichtbundel), uitgever + jaar van uitgave.
* Zorg dat er een thema/verbinding is en dat je deze duidelijk maakt in de bijgeschreven teksten,  inleiding en afsluiting.
* Maak het persoonlijk!



Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Iedere week bereiden 4/5 leerlingen een gedicht voor.
Ze lezen het gedicht voor aan een groepje en vertellen o.a. over de betekenis en structuur van het gedicht. Deze presentatie moet 10 minuten duren.

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies