TOETS thema 4 stevigheid en beweging BS 1-4

Toets thema 4
Stevigheid en beweging 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Toets thema 4
Stevigheid en beweging 

Slide 1 - Tekstslide

Welke botten vormen samen de schoudergordel?

Slide 2 - Open vraag

Wat is een antagonistisch paar?
A
Spieren, die een tegengestelde beweging mogelijk maken
B
Spieren die jouw arm bewegen.
C
Spieren die altijd doorwerken
D
Spieren die verkrampen

Slide 3 - Quizvraag


Welke beweging is in de elleboog mogelijk als je het bot bij de pijl naar boven beweegt.
A
een draaiende beweging
B
buigende en strekkende beweging
C
een rolbeweging
D
er is geen beweging mogelijk

Slide 4 - Quizvraag

Bij een kraakbeenverbinding is (vul in) .... beweging mogelijk tussen de botten.
A
geen
B
een klein beetje
C
veel

Slide 5 - Quizvraag

Bij welk type gewricht is er beweging in meerdere richtingen mogelijk?
A
Kogelgewricht
B
Scharniergewricht
C
Rolgewricht

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn de taken van het skelet? Noem er vier.

Slide 7 - Open vraag

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heten de beenverbindingen in je schedel?

Slide 9 - Open vraag

De ribben zitten aan het borstbeen vast. Met welk type verbinding?
Kan deze verbinding goed, een beetje of niet bewegen?

Slide 10 - Open vraag

Welke beenverbinding is het meest beweeglijk?
A
vergroeiing
B
naadverbinding
C
kraakbeenverbinding
D
gewricht

Slide 11 - Quizvraag

Naadverbinding
Vergroeid
Gewricht
Kraakbeen
Veel beweging
Geen beweging
Beetje beweging
Geen beweging

Slide 12 - Sleepvraag

Uit welke delen bestaat het menselijk lichaam?
A
Schedel en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en benen
C
Schedel, romp en ledematen
D
Schedel, romp en benen

Slide 13 - Quizvraag

Welke organen worden er beschermd door onze borstkas?
A
maag en nieren
B
hart en longen
C
hersenen
D
darmen en maag

Slide 14 - Quizvraag

Door een bot te verbranden gaat de lijmstof eruit.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Een baby heeft vergeleken met een bejaarde veel botweefsel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Sleep de nummers naar de juiste naam
Beenderen van het been
dijbeen
voetwortelbeen
scheenbeen
middenvoetsbeen
knieschijf
kuitbeen
1
2
3
4
5
6

Slide 17 - Sleepvraag

Hoe heet bot nr 9?
A
Dijbeen
B
Kuitbeen
C
Scheenbeen
D
Knieschijf

Slide 18 - Quizvraag

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 19 - Quizvraag

Hoe heet bot nr 3?
A
Bovenarm
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Opperarmbot

Slide 20 - Quizvraag

In de afbeelding is een stukje van de wervelkolom getekend. Waar bevindt zich botweefsel?
A
op plek P
B
niet op plek P en ook niet op plek Q
C
op plek Q
D
op zowel P als Q

Slide 21 - Quizvraag

Welke functie hebben de kalkzouten in bot?
A
Zorgen voor stevigheid
B
Zorgen voor buigzaamheid
C
Zorgen voor de vorm
D
Zorgen voor beweging

Slide 22 - Quizvraag

Bij kou trekken spiertjes rond de bloedvaten in je huid samen.
Is het samentrekken van die spiertjes een bewuste of een onbewuste spierbeweging? Leg je antwoord uit.

Slide 23 - Open vraag

Mensen hebben een inwendig skelet.
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag


Bekijk de afbeelding hiernaast. 
Wat is de naam van wervels bij nummer 3.

Slide 25 - Open vraag

Zo noem je de halswervels, borstwervels, lendenwervels, heiligbeen en het staartbeen samen

Slide 26 - Open vraag

Bekijk de tekening.
Kan dit een afbeelding van een lendenwervel zijn? Antwoord uitleggen

Slide 27 - Open vraag

Wat zijn de functies (2) van de kraakbeenlaagjes in gewrichten?

Slide 28 - Open vraag