omgangskunde 14-10 les 7

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

bedreigde ik
Fase 1, de bedreigde ik: Proberen het gevoel van angst en onveiligheid te verminderen. Daarnaast beroep doen op vaardigheden die niet achteruit zijn gegaan, de cliënt informeren over de concrete werkelijkheid om hem heen (realiteit oriëntatie).

Slide 6 - Tekstslide

Bedreigde ik
  • Lichte verwarring. De zorgvrager realiseert zich dat hij wat verward is.  Kan hierdoor somber zijn, zaken verbloemen.    

Slide 7 - Tekstslide

Ik welke stadium van dementie valt 'de bedreigde ik'?
A
Het voorstadium
B
Het beginstadium
C
Het midden stadium
D
Het eindstadium

Slide 8 - Quizvraag

Een symptoom binnen de Bedreigde-Ik fase is: kotertermijn-geheugenverlies
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

In de Bedreigde-ik fase wordt zorgvrager voor het eerst geconfronteerd met dementie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Wat is belangrijk om te doen bij de bedreigde-ik-fase?
A
Het aanbod moet aansluiten op de zintuiglijke behoeften (warmte, rust en prettige sfeer)
B
Houvast bieden en de dagelijkse leefomgeving structureren
C
Het gevoel van angst en onveiligheid verminderen

Slide 11 - Quizvraag

De verdwaalde ik
- De persoon is niet meer in staat om onderscheid tussen vroeger en nu te maken of tussen bekende en onbekende.
- Het heden en het verleden lopen steeds meer door elkaar
- Situaties roepen herinneringen op uit het verleden en er ontstaat verwarring
- Reacties en gevoelens in deze fase kunnen zijn: angst, identiteitsverlies, verdwaald zijn, het verzamelen van voorwerpen, onbekenden als bekende zien en leven in het verleden

Slide 12 - Tekstslide

Verdwaalde ik
  • Verwardheid in tijd en lichte geheugenstoornis
  • Kan per dag verschillen hierdoor ook communicatie problemen
  • Praat veel over vroeger
  • Adl zelfstandigheid neemt af

Slide 13 - Tekstslide

verdwaalde ik
Fase 2, de verdwaalde ik: Houvast bieden, de dagelijkse leefomgeving structureren. Verder zoveel mogelijk aansluiten bij de interesses en behoeften van de cliënt.

Slide 14 - Tekstslide

Kenmerkend voor de Verdwaalde- ik fase is:
A
Steeds meer motorische onrust
B
Volledige afhankelijkheid van anderen
C
Ernstig verstoorde communicatie

Slide 15 - Quizvraag

‘De verdwaalde ik’ is de eerste fase van dementie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Het afwisselend in het hier en nu zijn is passend bij de Verdwaalde- ik fase
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Wat is belangrijk om te doen bij de verdwaalde-ik-fase?

A
Houvast bieden en de dagelijkse leefomgeving structureren
B
Het aanbod moet aansluiten op de zintuiglijke behoeften (warmte, rust en prettige sfeer)
C
Inspelen op lichamelijke behoeften

Slide 18 - Quizvraag

verborgen ik
Fase 3 de verborgen ik: Aanbod aansluiten op de directe zintuiglijke behoeften (warmte, rust, prettige sfeer) en beleving (warm/koud, honger/dorst, pijn) van de cliënt. Verder rustige, prikkelarme leefomgeving creëren.

Slide 19 - Tekstslide

Verborgen ik
  • Opvallende geheugenstoornissen zowel bij inprenting als het korte termijn geheugen
  • Desoriëntatie, decorumverlies en persoonlijkheidsveranderingen
  • Leeft vaker in het verleden dan in het heden
  • Heeft nauwelijks betrokkenheid bij  de omgeving

Slide 20 - Tekstslide

decorum verlies is:
timer
1:00
A
het verlies van je taalbegrip
B
het verlies van waarden en normen
C
het verlies van je visuele vermogen
D
het verlies van je auditieve vermogen

Slide 21 - Quizvraag

Bij elke fase van desoriëntatie horen bepaalde communicatietechnieken, bijvoorbeeld:
A
Geen waarom vragen stellen
B
De feiten af en toe samenvatten
C
Vragen naar de uitersten: groot, groter, grootst
D
Op een kinderlijke toon communiceren

Slide 22 - Quizvraag

Desoriëntatie is onder te verdelen in plaats en persoon
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Welk antwoord is juist?
Validation:
A
Is ontwikkeld door Naomi Klein.
B
Betekent letterlijk: beveiligen.
C
Valt onder belevingsgerichte zorg.
D
Heeft als uitgangspunt : de realistische belevingswereld.

Slide 24 - Quizvraag

Welke omschrijving hoort bij validation?
A
Er wordt contact gelegd met de cliënt via de zintuigen.
B
. Het is een manier om herinneringen op te halen.
C
De beleving van de cliënt wordt centraal gesteld.
D
Deze kan helpen om sombere gevoelens te verminderen.

Slide 25 - Quizvraag

Het uitgangspunt van Validation is: meegaan in de gevoelige belevingswereld
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Verzonken ik
  • Is geheel onbereikbaar. Herkent zijn eigen familie niet meer
  • Kan niet meer communiceren via taal
  • Reageren lichaam gebonden reageert alleen nog op de prikkels van de zintuigen

Slide 27 - Tekstslide

De verzonken ik
- De persoon ligt in bed en beweegt zich (bijna) niet meer

- Hij is nauwelijks in staat zich te uiten 

- Interactie is niet meer mogelijk

- Emoties en gevoelens spelen geen rol meer in zijn belevingswereld

- De wereld wordt zintuigelijk ervaren

- Ook in deze fase zijn lichamelijk en zintuigelijk contact belangrijk


Slide 28 - Tekstslide

verzonken ik
Fase 4 de verzonken ik: Inspelen op de lichamelijke behoeften, lichamelijk contact maken (koesteren), praten (zacht, rustig - de woorden zijn niet belangrijk), prettige zintuiglijke prikkels aanbieden.

Slide 29 - Tekstslide

Wat is belangrijk om te doen bij de verzonken-ik-fase?
A
Inspelen op lichamelijke behoeften, lichamelijk contact maken, praten en prettige zintuiglijke prikkels aanbieden
B
Het gevoel van onveiligheid verminderen
C
Houvast bieden en de dagelijkse leefomgeving structureren

Slide 30 - Quizvraag

In welke fase is voorzichtig lichamelijk contact extra belangrijk?
A
Het verdwaalde ik
B
Het verzonken ik
C
Het verborgen ik
D
Het bedreigde ik

Slide 31 - Quizvraag

In welke fase worden mensen passiever?
A
Het verdwaalde ik
B
Het verzonken ik
C
Het bedreigde ik
D
Het verborgen ik

Slide 32 - Quizvraag

Wat is de goede volgorde?
A
Verdwaalde ik, bedreigde ik, verzonken ik, verborgen ik
B
Bedreigde ik, verdwaalde ik, verzonken ik, verborgen ik
C
Verdwaalde ik, bedreigde ik, verborgen ik, verzonken ik
D
Bedreigde ik, verdwaalde ik, verborgen ik, verzonken ik.

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Video

reacties op het filmpje

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Tekstslide

via Teams
In teams word je door mij in een ruimte geplaatst waarbij je de opdracht gaat uitwerken;
* in het groepje hoor je welk onderdeel je gaat uitwerken en laten zien/horen aan de rest van de klas

Slide 37 - Tekstslide