Introductie beschouwing en #blm

Beschouwing
Schrijfvaardigheid H4
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Beschouwing
Schrijfvaardigheid H4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Introductieles beschouwing schrijven

  • Wat is een beschouwing?
  • Waarom een beschouwing?
  • Bouwplan beschouwing
  • Voorbereiding beschouwing

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betoog:
Met een betoog wil de schrijver zijn lezers overtuigen van de juistheid van zijn standpunt. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betoog:
Met een betoog wil de schrijver zijn lezers overtuigen van de juistheid van zijn standpunt. 
Dit doet hij door het geven van argumenten en eventueel door het weerleggen van een tegenargument.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschouwing: 
Met een beschouwende tekst wil de schrijver zijn lezers aan het denken zetten over een actueel, controversieel, geëngageerd onderwerp. Het doel is om voor- en tegenstanders van een bepaald standpunt aan bod te laten komen in de tekst. 

Op basis van deze informatie wordt de lezer in staat gesteld om een weloverwogen oordeel te vellen en een eigen mening te vormen over de kwestie.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschouwing in het kort:
  • opiniërende tekst --> schrijver wil lezer eigen mening laten vormen
  • actueel, controversieel, geëngageerd onderwerp
  • inleiding eindigt met een cruciale vraag over het onderwerp
  • middenstuk --> twee korte betoogjes; één vóór; één tegen
  • slot --> korte samenvatting + eigen mening schrijver

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom een beschouwing?
  • inleven in verschillende visies over één onderwerp
  • nog beter leren argumenteren
  • voorbereiding op vervolgopleiding (óók technische, economische, medische of.....! 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het bouwplan dat wij hanteren is als volgt:

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouwplan:
inleiding
  • aandachttrekker
  • introductie onderwerp
  • hoofdvraag
middenstuk
  • 2 argumenten voor + citaat
  • 2 argumenten tegen + citaat
slot
  • samenvatting
  • eigen mening of toekomstverwachting
  • uitsmijter

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouwplan
onderwerp = ............................................
schrijfdoel = opiniëren
hoofdgedachte = vraag = .................................................

Inl: aandachttrekker + intro onderwerp + hoofdvraag (75-100 woorden)
Middenstuk: V1 =.......................................................... (100-150 woorden)
                           V2 =.......................................................... (100-150 woorden)
                           T1 = .......................................................... (100-150 woorden)
                           T2 = .......................................................... (100-150 woorden)
Slot: samenvatting + (eigen visie) + uitsmijter (75-100 woorden)
                                                                                                                                 Totaal = 550-800 woorden

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Richtlijnen inleiding
Neem de volgende elementen op in je inleiding:
  • aandacht trekken (bijv. d.m.v. een anekdote/voorbeeld) 
  • aankondiging / introductie onderwerp 
  • hoofdvraag 
Gebruik ongeveer honderd woorden.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Richtlijnen argumenten vóór
  1. Geef de visie van de voorstanders in 1 of 2 zinnen.
  2. Onderbouw deze visie met twee inhoudelijk verschillende argumenten.
  3. Gebruik voor elk argument een nieuwe alinea.
  4. Gebruik in elke alinea een opsommend signaalwoord.
  5. Neem ten minste één citaat op in je tekst.
  6. Het middenstuk bevat 400 - 600 woorden; de argumenten vóór bevatten 200 - 300 woorden (100 - 150 woorden per alinea).
  7. Citaten volledig overnemen = anders citeren dan bij leesvaardigheid.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Richtlijnen argumenten tegen
  1. Start het tweede deel van het middenstuk met een zin met een tegenstellend signaalwoord.
  2. Geef de visie van de tegenstanders in 1 of 2 zinnen.
  3. Onderbouw deze visie met twee inhoudelijk verschillende argumenten.
  4. Gebruik voor elk argument een nieuwe alinea.
  5. Gebruik in elke alinea een opsommend signaalwoord.
  6. Neem ten minste één citaat op in je tekst.
  7. Gebruik 100-150 woorden per alinea.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Richtlijnen slot
Neem de volgende elementen op in het slot:
  • samenvatting middenstuk
  • eigen visie 
  • krachtige slotzin (uitsmijter)
Gebruik ongeveer honderd woorden.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

en verder...
  • lettertype Arial, Times new roman of Calibri
  • lettergroote 11 of 12
  • regelafstand 1.15
  • regel wit tussen de alinea's
  • Vergeet de titel niet!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Traject SE beschouwing

  • Introductieles beschouwing schrijven (week 36)
  • Introductieles onderwerp oefenbeschouwing (week 37)
  • Schrijven individuele oefenbeschouwing in met docent gedeeld drive-bestand (3 lessen wk 37 + 38)
  • Groepjes maken van vier leerlingen (week 38)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Traject SE beschouwing

  • Werken aan 'best practice'-beschouwing in met docent en groepsleden gedeeld drive-bestand (2 lessen wk 39)
  • Inleveren oefenbeschouwing eerste les wk 40 
  • Bespreken nagekeken 'best practice' beschouwing (week 41)*
  • Voorbereiden geëngageerd onderwerp SE beschouwing (wk 42 + 44)

Slide 17 - Tekstslide

* In week 41 gaan leerlingen zelfstandig aan het werk aan de oriëntatietoets in de aula/mediatheek. Alle groepjes hebben een afspraak van een kwartier om hun door jou nagekeken 'best practice'-beschouwing te bespreken. Handig hierbij is om voor allemaal een kopie van de beschouwing met jouw aantekeningen te kopiëren, evenals het beoordelingsformulier.
Op deze manier heb je negen kwartieren. Waarschijnlijk heb je er echter genoeg aan zeven of acht = aantal groepjes =  aantal 'best practice'-beschouwingen.
Toelichting 'best practice'-beschouwing
  • Elke leerling bestudeert nauwkeurig de beschouwing van elk groepslid en maakt daarbij aantekeningen (wat is goed/minder goed?)
  • Op basis van ieders aantekeningen en in overleg wordt uit vier beschouwingen één beschouwing gemaakt met alle sterkste elementen uit de oefenbeschouwingen. Gebruik hiervoor een nieuwe drive-document.
  • NB: Er mag dus niet een volledige beschouwing van één leerling worden ingeleverd. De 'best practice'-beschouwing moet elementen uit alle individuele oefenbeschouwingen bevatten.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Traject SE beschouwing in schema:

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kortom:
  • SE schrijfvaardigheid beschouwing; 2 arg voor; 2 arg tegen; 550-800 wrd.
  • individuele oefenbeschouwing 3 lessen
  • 'best practice' oefenbeschouwing 2 lessen; inleveren 1e les wk 40, bespreken wk 41
  • voorbereiden geëngageerd onderwerp SE beschouwing in week 42 + 44

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Introductie onderwerp

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Akwasi 2018
Akwasi 2018

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:
  1. Lees de twee artikelen uit de opdracht en markeer wat je belangrijk en/of opvallend vindt.
  2. Formuleer een hoofdvraag voor je oefenbeschouwing.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

huiswerk di. 8/9
Mail mij vóór 9.00 uur dinsdagochtend jouw hoofdvraag --> wss@st-maartenscollege.nl

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies