M3 Oefentoets Use of English 1 dubbel

M3 Oefentoets Use of English 1
Met deze toets ga jij jezelf testen wat jij al goed kunt voor de toets en waar jij nog meer aandacht aan moet besteden. 
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

M3 Oefentoets Use of English 1
Met deze toets ga jij jezelf testen wat jij al goed kunt voor de toets en waar jij nog meer aandacht aan moet besteden. 

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de toets
present simple (tegenwoordige tijd)
past simple (verleden tijd)
onregelmatige werkwoorden
woordvolgorde / adverbs of frequency

Slide 2 - Tekstslide

Present simple
De volgende zinnen gaan over de present simple = tegenwoordige tijd.
Er zijn gewone zinnen en ontkennende zinnen. 

Vul alleen antwoord in zoals het op de lege plek moet komen te staan. 
Gebruik bij ontkenningen don't of doesn't (dus geen do not of does not)

Slide 3 - Tekstslide

Emma __________ (enjoy) reading mystery novels.

Slide 4 - Open vraag

My friends __________ (not come) over every weekend.

Slide 5 - Open vraag

James __________ (play) the guitar in a band.

Slide 6 - Open vraag

My dog __________ (not bark) at strangers.

Slide 7 - Open vraag

We __________ (not eat) breakfast before 8 a.m. on weekdays.

Slide 8 - Open vraag

Present simple - vragen
Maak van de volgende zinnen een vraagzin. 
Neem de hele zin over. 
Vergeet niet de hoofdletter en vraagteken. 

Slide 9 - Tekstslide

How often __________ (you/wash) your car?

Slide 10 - Open vraag

How often __________ (your brother, go) to the gym?

Slide 11 - Open vraag

What time __________ (he/finish) work every day?

Slide 12 - Open vraag

__________ (your sister/enjoy) reading books?

Slide 13 - Open vraag

past simple 
De volgende zinnen gaan over de past simple = verleden tijd.
Er zijn gewone zinnen, vraagzinnen en ontkennende zinnen. 

Vul alleen antwoord in zoals het op de lege plek moet komen te staan. 
Gebruik bij ontkenningen didn't  (dus geen did not)

Slide 14 - Tekstslide

We __________ (watch) a really interesting documentary yesterday.

Slide 15 - Open vraag

She __________ (not like) the food at the restaurant.

Slide 16 - Open vraag

Where __________ (you/go) after school yesterday?

Slide 17 - Open vraag

What __________ (he, do) for his birthday?

Slide 18 - Open vraag

I __________ (not see) my friend last week.

Slide 19 - Open vraag

Last summer, they __________ (travel) to Spain for their holidays.

Slide 20 - Open vraag

Present simple of past simple?
Kies de juiste vorm van het werkwoord

Slide 21 - Tekstslide

Last weekend, they ____________ (visit) their grandparents.
A
visit
B
visited

Slide 22 - Quizvraag

I usually ____________ (take) the bus to school.
A
take
B
took

Slide 23 - Quizvraag

She ____________ (not/enjoy) spicy food when she was a child.
A
doesn't enjoy
B
didn't enjoy

Slide 24 - Quizvraag

We usually ____________ (not/watch) TV every evening.
A
don't watch
B
didn't watch

Slide 25 - Quizvraag

Two days ago, we ____________ (go) to the museum.
A
go
B
went

Slide 26 - Quizvraag

vul zelf in:
My friends often ____________ (come) over to play board games.

Slide 27 - Open vraag

vul zelf in:
____________ (you/go) to the gym last week?

Slide 28 - Open vraag

onregelmatige werkwoorden
Geef de juiste vorm van het werkwoord

1e rijtje = hele werkwoord
2e rijtje = verleden tijd
3e rijtje = voltooid deelwoord

Slide 29 - Tekstslide

Wat is de verleden tijd van
to drink?

Slide 30 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van:
to keep

Slide 31 - Open vraag

Wat is de verleden tijd van
to send


Slide 32 - Open vraag

Wat is de verleden tijd van
to sleep

Slide 33 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van:
to buy

Slide 34 - Open vraag

Wat is de verleden tijd van
to pay

Slide 35 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van:
to speak

Slide 36 - Open vraag

woordvolgorde
Zet de woorden in de juiste volgorde.
Let op hoofdletters en punten

Slide 37 - Tekstslide

school / every morning / goes / to / he

Slide 38 - Open vraag

her room / a book / every night / she / reads / in

Slide 39 - Open vraag

at six o’clock / in / dinner / has / the kitchen / he

Slide 40 - Open vraag

homework / my / in the evening / does / brother / his / at the table

Slide 41 - Open vraag

The End
Maak blz 8 +11 in je present simple boekje in je binder

Slide 42 - Tekstslide