24-25 3.4 deel 1 & Levelspel 7 - V3a

Pak a.j.b. je spullen:

Puck

Anna

Nisrine

Melanie

Lotte

Luuk

timer

3:00

1 / 19

Slide 1: Tekstslide

NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Lesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Pak a.j.b. je spullen:

Puck

Anna

Nisrine

Melanie

Lotte

Luuk

timer

3:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat klopt er niet aan de uitspraak:

"Ik heb heel veel stroom verbruikt!"

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag

H.3.4 - deel 1 & Levelspel Elektriciteit

Nadenken over: Energie & Vermogen in een stroomkring
Opgave: Vermogen in een stroomkring
Levelspel 9 & 10

Slide 3 - Tekstslide

Doel van deze les

Je kunt uitleggen wat vermogen is in termen van energie en tijd.
Je kunt rekenen met vermogen in een stroomkring.

Slide 4 - Tekstslide

Denk even 20 seconden ZELF NA en overleg daarna:

Wat drukt deze formule uit?

Waarom is het beter om te gebruiken en niet ?

P = \frac{​ E ​ ​}{​ Δ t ​}, o f : V e r m o g e n = \frac{​ E n e r g i e ​ ​}{​ Δ t i j d ​}

timer

0:20

Δ

P = \frac{​ E ​ ​}{​ t ​}

Slide 5 - Tekstslide

Uitwisselen:
De volgende persoon mag het uitleggen:

HV2s

Slide 6 - Tekstslide

Zuinig of niet? Wat wil je?

Waarom wil je graag een koelkast die zuinig is (weinig Watt)?
Waarom wil je graag een waterkoker die
veel vermogen heeft (veel Watt)?
Kost het water koken van 1 liter water met een snelle waterkoker (veel Watt) meer dan met een langzame?

Slide 7 - Tekstslide

In een stroomkring is het vermogen heel simpel!

Vermogen is in Watt, maar als je dit leest,
wat zou dan ook een correcte eenheid zijn?

P^{​ s t r o o m k r i n g ​ ​} = U \cdot I

Slide 8 - Tekstslide

Grootheden & Eenheden

10:35

Grootheid

symbool van grootheid

Eenheid

symbool van eenheid

Lading

Coulomb

Stroom

Ampère

A = C/s

Spanning

Volt

V (= J/C)

Weerstand

Ohm

Geleiding

Siemens

Energie

Joules

J (= kg*m²/s²)

Vermogen

Watt

W = J /s

Ω

Slide 9 - Tekstslide

Opzet les

P=delta E / delta t D.D.U.: Wat betekent dit?

P=U*I: Omschrijven naar U = ... I = ...

Simpele opgave 1 weerstand

Moeilijke 30 ohm, 30 W, 30 V, 3 A --> uitwisselen

Opgave vermogen batterij parallel --> uitwisselen

Levelspel

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het vermogen dat de batterij levert in Watt?
(Hint: reken Rtotaal en daarna I uit)

Dus hoeveel Joules levert de batterij in 1 seconde?

Dus hoeveel J levert de batterij in 1 min.?

timer

2:00

P^{​ s t r o o m k r i n g ​ ​} = U \cdot I

Slide 11 - Tekstslide

Uitwisselen:
De volgende persoon mag het uitleggen

Slide 12 - Tekstslide

wef

Neem deze schakeling over in je schrift.
Schrijf bij iedere weerstand wat de stroom erdoor is.
Schrijf bij iedere weerstand wat de spanning erover is.
Schrijf bij iedere weerstand wat het vermogen is dat hij levert.
Wat is de totale spanning die de batterij levert?
Wat is het totale vermogen dat de batterij levert?

timer

7:00

P = U \cdot I

I = \frac{​ U ​ ​}{​ R ​}

Slide 13 - Tekstslide

? A

? V

30 Ohm

? W

? A

30 V

? Ohm

? W

? A

? V

? Ohm

30W

Totaal=Batterij:

? A

? V

? Ohm

? W

P = U \cdot I

I = \frac{​ U ​ ​}{​ R ​}

Slide 14 - Tekstslide

3 A

90 V

30 Ohm

270 W

3 A

30 V

10 Ohm

90 W

3 A

10 V

3,3 Ohm

30W

Totaal:

3 A

130 V

43,3 Ohm

390 W

Slide 15 - Tekstslide

Parallel

Stroom: telt op:

Want 'elektronen kunnen maar door 1 draad gaan'.
Meer weerstand in een draad, dan minder stroom daar.

Spanning: overal gelijk:

Weerstand 1 voelt dus een spanning van 20V,

dus er gaat een stroom door van 20V/10ohm = 2 A,
en door de andere ook, dus:

Geleidbaarheid: Geleidbaarheid telt op:

Serie

Stroom: overal gelijk:

Spanning: verdeelt zich in verhouding van weerstanden:

Weerstand 1 voelt dus een spanning van 10V,
dus er gaat een stroom door van 10V/10ohm = 1 A

Weerstand: Weerstand telt op:

Alsof er één grote weerstand was van 20 Ohm

I^{​ t o t ​ ​} = I^{​ 1 ​ ​} = I^{​ 2 ​ ​} = . . .

U^{​ t o t ​ ​} = U^{​ 1 ​ ​} + U^{​ 2 ​ ​} + . . .

G^{​ t o t ​ ​} = G^{​ 1 ​ ​} + G^{​ 2 ​ ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 0 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 0 ​} = \frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 0 ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​}

U^{​ t o t ​ ​} = U^{​ 1 ​ ​} = U^{​ 2 ​ ​} = . . .

I^{​ t o t ​ ​} = I^{​ 1 ​ ​} + I^{​ 2 ​ ​} + . . .

I^{​ t o t ​ ​} = I^{​ 1 ​ ​} + I^{​ 2 ​ ​} = 2 A + 2 A = 4 A

R^{​ t o t ​ ​} = R^{​ 1 ​ ​} + R^{​ 2 ​ ​} = 10 + 10 = 20 Ω

R^{​ t o t ​ ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ G ^{​ t o t ​ ​} ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ \frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​} ​} = 5 Ω

timer

5:00

Slide 16 - Tekstslide

Levelspel Elektriciteit

Kom je stencil & bakje halen en ga verder!
Denken
Tekenen
Bouwen
Laten controleren

timer

25:00

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk in SOM

Maak opgaven 3.4, blz. 95:
52, 54

(als je het nog niet gedaan had:

Lees bladzijde 93 & 94

Maak een samenvatting

Schrijf vragen op over wat je niet snapt)

Slide 18 - Tekstslide

Circuits:

https://phet.colorado.edu/sims/html/circuit-construction-kit-dc-virtual-lab/latest/circuit-construction-kit-dc-virtual-lab_all.html

Slide 19 - Tekstslide

24-25 3.4 deel 1 & Levelspel 7 - V3a

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

Varen op de zon, wat levert dat op?

Kun je een mobieltje opladen met 'plantenstroom'?

Leerjaar 4 Economie Hst 3 paragraaf 4

3.4 Macht op de markt

Kitesurfen op rekenkracht: win jij de wedstrijd?

Elektriciteit

Prenez le métro! Parijs 3

19.4 Energieproductie met zuurstof