In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Transport
Weefselvloeistof en lymfe
Slide 1 - Tekstslide
Welke van de volgende stoffen kan niet vrij een haarvat in en uit bewegen?
A
koolstofdioxide
B
zuurstof
C
water
D
eiwitten
Slide 2 - Quizvraag
Voor een onderzoek wordt van iemand bloed afgenomen. Het bloed wordt opgevangen in twee buizen: 1 en 2. De inhoud van buis 1 wordt direct na afname onderzocht op de aanwezigheid van fibrinogeen en fibrine. Buis 2 laat men enige tijd staan, tot zich boven in deze buis een heldere, iets gelige vloeistof bevindt en onder in de buis een rood stolsel. Dan onderzoekt men ook de inhoud van buis 2 op de aanwezigheid van fibrinogeen en fibrine.
A
In de buizen 1 en 2 vindt men vooral fibrine
B
In buis 1 vindt men vooral fibrine en in buis 2 vooral fibrinogeen
C
In buis 1 vindt men vooral fibrinogeen en in buis 2 vooral fibrine
D
In de buizen 1 en 2 vindt men vooral fibrinogeen
Slide 3 - Quizvraag
Dit bloedbestanddeel speelt een belangrijke rol bij de bloedstolling:
A
Rode bloedcel
B
Bloedplaatje
C
Witte bloedcel
Slide 4 - Quizvraag
Lesprogramma
Huiswerk
Leerdoelen
Uitleg
Vragen
Nabespreken
Huiswerk
Slide 5 - Tekstslide
Welke vragen van het huiswerk willen jullie dat ik bespreek?
Slide 6 - Open vraag
Leerdoelen
Je kunt de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe toelichten.
Slide 7 - Tekstslide
Aanvoer van weefselvloeistof
Begin bloeddruk hoog
Bloedplasma wordt uit de haarvaten geperst (filtratie(druk))
Bloedplasma --> weefselvloeistof
Slide 8 - Tekstslide
Afvoer van weefselvloeistof
Colloïd-osmotische druk = druk die ontstaat door het verschil in eiwitconcentratie tussen het bloedplasma en de weefselvloeistof.
Slide 9 - Tekstslide
Afvoer van weefselvloeistof
Slide 10 - Tekstslide
Huiswerk
Leren en maken 2.5
Slide 11 - Tekstslide
Nabespreken
Je kunt de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe toelichten.