lieve god,
het is rustig in onze klas.
we zitten samen bij de adventskrans.
onze kaarsjes geven licht.
dat licht maakt ons blij.
help ons om ook licht te zijn:
door lief te zijn tegen elkaar,
door elkaar te steunen
en door voor elkaar te zorgen.
wil jij ons daarbij helpen?
amen.