je leert iets eerst, daarna laat je het even "rusten" en na een tijd herhaal je het weer. Het doel: Bestaande taalkennis versterken die in de langetermijngeheugen wordt opgeslagen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Waarom opfrissen?
Een vreemde taal leren eist herhaling.
In taaldidaktiek praten over "spaced repetition":
je leert iets eerst, daarna laat je het even "rusten" en na een tijd herhaal je het weer. Het doel: Bestaande taalkennis versterken die in de langetermijngeheugen wordt opgeslagen
Slide 1 - Tekstslide
¿Qué hacemos hoy?
Vandaag gaan we de werkwoorden ser, tener en AR opfrissen met als doel:
Bestaande woordenschat en grammaticakennis versterken.
Een goede basis hebben om de werkwoorden ER en IR onder de knie te krijgen.
Onze kennis toepassen in het gebied van gespreksvaardigheid.
Slide 2 - Tekstslide
Noem drie werkwoorden die op AR eindigen
Slide 3 - Woordweb
Hoe vind je de stam van een werkwoord in het Spaans?
Slide 4 - Open vraag
AMOS
ÁIS
O
AS
AN
A
Yo
Tú
Él, ella, usted
Nosotros
Vosotros
Ustedes Ellos
Slide 5 - Sleepvraag
kopen
lopen
praten/spreken
reizen
viajar
hablar
caminar
comprar
Slide 6 - Sleepvraag
betalen
werken
studeren
luisteren
trabajar
pagar
escuchar
estudiar
Slide 7 - Sleepvraag
Vervoeg het werkwoord HABLAR in de vorm van Yo - Tú - Él/ella/usted
Slide 8 - Open vraag
Vervoeg het werkwoord VIAJAR in de vorm van Nosotros - Vosotros - Ellos/ustedes
Slide 9 - Open vraag
Vervoeg het werkwoord COMPRAR in de vorm van Tú, Nosotros, Ellos/Ustedes
Slide 10 - Open vraag
eres
soy
es
yo
tú
él, ella, usted
Slide 11 - Sleepvraag
son
somos
sóis
nosotros
vosotros
ustedes, ellos
Slide 12 - Sleepvraag
tienes
tengo
tiene
yo
tú
él, ella, usted
Slide 13 - Sleepvraag
tenéis
tenemos
tienen
nosotros
vosotros
ustedes, ellos
Slide 14 - Sleepvraag
Grammatica is ook gespreksvaardigheid.
We denken vaak aan de grammatica als iets abstracts die moeilijk en lastig is om te leren. Maar dat hoeft niet te zijn. We kunnen de grammatica "draaien" en deze gebruiken met communicatieve doelen.
Slide 15 - Tekstslide
Oefenen met gesloten vragen
Een gesloten vraag is een vraag waarop de ander alleen kan antwoorden met bepaalde antwoordmogelijkheden, vaak zijn deze antwoorden ‘ja’ of ‘nee’.
¿Hablas español?
Sí, hablo español un poco.
Slide 16 - Tekstslide
Oefenen met gesloten vragen
Je begint altijd je vraag met
een vervoegd werkwoord + wat je wil vragen:
"¿Hablas... (español, inglés, alemán, etc)?
¿Trabajas... (en un supermercado, aquí, etc)?
¿Escuchas.... (música, la radio, podcasts, etc)?
Slide 17 - Tekstslide
Oefenen met gesloten vragen
Vervolgens geef je antwoord met sí/no (soms een getal),
en breed je dit uit door de woorden van de vraag weer te herhalen (en de juiste vervoeging gebruiken!).
Sí, hablo español pero no hablo alemán.
No, no trabajo en un supermercado, trabajo en una escuela.
Sí, escucho música y podcasts, pero no escucho la radio.
Slide 18 - Tekstslide
Voorbeeld vraag
Geef antwoord in het Spaans met de vorm van Yo
¿Tú compras vino en el supermercado?
Voorbeeld antwoord:
Sí, yo compro vino en el supermercado
Slide 19 - Tekstslide
Voorbeeld vraag
Geef antwoord in het Spaans met de vorm van Nosotros
¿vosotros camináis con el perro por el parque?
Voorbeeld antwoord:
No, no caminamos con el perro por el parque.
(Bij de antwoord dus bijna alle woorden in de vraag herhalen)
Slide 20 - Tekstslide
Geef antwoord in het Spaans (met de vorm van YO) ¿Tú hablas inglés?
Slide 21 - Open vraag
Geef antwoord in het Spaans (met de vorm van ELLA) Tu madre, ¿escucha música electrónica?
Slide 22 - Open vraag
Geef antwoord in het Spaans: (met de vorm van ellos) Los holandeses ¿viajan mucho a españa?
Slide 23 - Open vraag
Geef antwoord in het Spaans: (met de vorm van nosotros) ¿En tu casa, hablan holandés?
Slide 24 - Open vraag
Geef antwoord in het Spaans (met de vorm van YO) ¿Tú escuchas rock?