Verschillende soorten agressie en omgaan met agressie

Vak: Onvoorziene en crisissituatie
Fase: 4
Omgaan met agressie (Boom communicatie en gedrag thema 16)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Onvoorziene en crisissituatie
Fase: 4
Omgaan met agressie (Boom communicatie en gedrag thema 16)

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
Wat?
Hoe lang?
Opening + terugblik
20 minuten
Lesdoelen
5 minuten
Verschillende soorten agressie
30 minuten
Opdracht soorten agressie
15 minuten
Hoe te handelen bij agressie
10 minuten
Vooruitblik eindopdracht
15 minuten
Zelfstandig aan het werk
25 minuten
Afsluiting les
10 minuten

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Hiernaast staan 12 woorden verstopt.

  1. Zoek de 12 woorden op. Ze staan 
    horizontaal, verticaal en diagonaal
  2. Bedenk wat ze te maken hadden met
    de vorige les
  3. Je hebt 15 minuten de tijd

De blauwe A hoort NIET bij een woord

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
  1. Financieel
  2. Lichamelijk
  3. Opvoeding
  4. Radicalisering
  5. Geestelijk
  6. Materieel
  7. Overschrijden
  8. Religie
  9. Grenzen
  10. Normen
  11. Pesten
  12. Waarden

Wat hebben de begrippen te maken met de vorige les?

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je uitleggen welke verschillende vormen van agressie er zijn

Aan het einde van de les weet je wat je kunt doen bij agressief gedrag

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen
Waarom is dat belangrijk:

  1. De kans is groot dat je op een moment te maken gaat krijgen met agressie. Het is belangrijk dat je weet hoe je dan kunt handelen

Slide 6 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord 'agressie'?

Slide 7 - Woordweb

Twee soorten agressie
Er bestaan twee verschillende soorten agressie:

  1. Bewuste agressie: agressie die iemand doelbewust inzet (iemand die anderen wil intimideren)
  2. Onbewuste agressie: agressie die niet zo bedoeld is (iemand met dementie)

Slide 8 - Tekstslide

Verschillende vormen van agressie


  1. Verbale agressie
  2. Psychische agressie
  3. Fysieke agressie
  4. Instrumentele agressie
  5. 'Witteboordenagressie' 
  6. Frustratieagressie

Slide 9 - Tekstslide

Verbale agressie

Slide 10 - Tekstslide

Psychische agressie
Vorm waarbij het slachtoffer psychische schade wordt toegebracht. 

De agressor bedreigt, chanteert of vernedert

Slide 11 - Tekstslide

Fysieke agressie
Bij fysieke agressie is er sprake van lichamelijk contact tussen agressor en slachtoffer

Vaak zie je voorafgaand aan fysieke agressie verbale agressie

Slide 12 - Tekstslide

Instrumentele agressie
Bij instrumentele agressie zet de agressor agressie in als instrument om een doel te bereiken. 

Vaak zie je dat de agressie stopt als de agressor zijn/haar doel bereikt heeft. 

Belangrijk om de agressie zo snel mogelijk te benoemen en te doen stoppen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Witteboorden agressie
Valt onder instrumentele agressie. Hier wordt niet bij gescholden of geschreeuwd. Er is sprake van ogenschijnlijk vriendelijk gedrag waarbij de agressor de gesprekspartner kleineert / vernedert / rondcommandeert

Slide 15 - Tekstslide

Frustratieagressie
Agressie die ontstaat uit onmacht of teleurstelling

Is vaak onvoorspelbaar en kan plotseling ontstaan

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
1. Welke soorten agressie komen voor op jouw stage?
2. Hoe werd/wordt er gehandeld?
2. welke vormen van agressie heb je zelf weleens gezien/gehoord?
3. welke vorm van agressie vind jij het meest schadelijk en waarom?
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

In een zorginstelling voor ouderen wordt een begeleider tijdens het helpen van een bewoner plotseling geslagen en geschopt. De bewoner vertoont agressie vanwege verwarring als gevolg van dementie."
A
Verbale agressie
B
Fysieke agressie
C
Instrumentele agressie
D
Frustratie agressie

Slide 18 - Quizvraag

In een woongroep voor volwassenen met een verstandelijke beperking heeft een bewoner herhaaldelijk gewelddadige uitbarstingen tegen het personeel. Een cliënt heeft moeite met het beheersen van zijn emoties, vooral wanneer zijn dagelijkse routine wordt verstoord. Op een dag tijdens het ontbijt weigert de begeleider hem een extra portie cornflakes te geven. De cliënt reageert hierop door een stoel om te gooien en te schreeuwen naar de begeleider
A
Verbale agressie
B
Fysieke agressie
C
Instrumentele agressie
D
Frustratie agressie

Slide 19 - Quizvraag

Een client is aan het verven. De client vindt het moeilijk om zijn kwast vast te houden en kleuren te mengen. De client gooit de verf op tafel en begint te schreeuwen
A
Verbale agressie
B
Fysieke agressie
C
Instrumentele agressie
D
Frustratie agressie

Slide 20 - Quizvraag

In een psychiatrische instelling intimideert een begeleider herhaaldelijk een patiënt door hem belachelijk te maken en te vernederen in het bijzijn van anderen
A
Verbale agressie
B
Psychische agressie
C
Instrumentele agressie
D
Frustratie agressie

Slide 21 - Quizvraag

Stappenplan agressie de-escaleren
Stap
Wat doe je?
1. Kalmeer de client
Maak contact met de client en ga de strijd niet aan
2. Stel je eigen grens
Vraag de client te stoppen met het agressieve gedrag. Doe dit rustig maar duidelijk
3. Geef consequentie van aan
Benoem wat je gaat doen als de client agressief blijft
4. Stop het gesprek
Verlaat het gesprek en schakel eventueel collega's of beveiliging in
Wat je ook doet: houd ALTIJD rekening met je eigen veiligheid

Slide 22 - Tekstslide

Hoe te handelen bij agressie?
  1. De RED-methode: Respect, Eerlijkheid en Duidelijkheid (bijvoorbeeld: 'Hoe u nu tegen me praat vind ik niet prettig. Ik merk dat ik daar boos/bang/verdrietig/... van word. Ik wil u vragen om op een rustige manier met me te praten')
  2. De STOP-methode: Stoom afblazen, Tot de orde roepen, Opnieuw beginnen, Passen. Vooral te gebruiken bij frustratieagressie

Slide 23 - Tekstslide

Stand van zaken eindopdracht
De eindopdracht bestaat uit een aantal verschillende stappen:
  1. Maak een lijst met onvoorziene situaties die op je stage kunnen gebeuren
  2. Onderzoek welke procedures, wetten en richtlijnen er op jouw stage zijn
  3. Observeren of een onvoorziene situatie gebeurt
  4. Handelen in de onvoorziene situatie
  5. Evaluatie van de onvoorziene situatie
  6. Reflectie op onvoorziene situatie
  7. Procesverslag
  8. Verantwoordingsverslag

Wie is er bij welke stap?

Slide 24 - Tekstslide

Welke behoefte heb je met betrekking tot de eindopdracht?

Slide 25 - Open vraag

Huiswerk
Lees:
  1. Uit het boek 'Communicatie en gedrag'  Thema 13 (Conflicten hanteren en bemiddelen)
  2. Lees de eindopdracht van de module (Sharepoint)

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag
Ga aan het werk met wat voor jou het nuttigst is. Je kunt bijvoorbeeld denken aan:


  • Herstel van ontwikkelgesprek
  • Maken van verslagen voor je examens
  • Werken aan eindopdrachten van modules
  • Nederlands
  • Engels
  • Rekenen

Slide 27 - Tekstslide

Afsluiting
Geef antwoord op de volgende vragen:

  • Welk onderdeel van de les vind jij de moeite waard om te onthouden?
  • Wat heb je vandaag goed gedaan?
  • Wat zou je de volgende les beter kunnen doen?
  • Heb je nog een tip en een top voor de docent?

Slide 28 - Tekstslide