-Schaal van groot naar klein, is delen -Als je de afmetingen van groot én klein hebt en je wilt schaal berekenen, is delen -Schaal van klein naar groot berekenen, is vermenigvuldigen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
rekenenMBOStudiejaar 2
In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Hiermee gaan we een korte terugblik nemen
-Schaal van groot naar klein, is delen -Als je de afmetingen van groot én klein hebt en je wilt schaal berekenen, is delen -Schaal van klein naar groot berekenen, is vermenigvuldigen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Kaart
Op het kaart is het park van Euromast 10cm lang en 8cm breed op een schaal van 1 : 5.000. Hoe veel kilometer is de omtrek.
Slide 3 - Woordweb
Ik wandel het park rond met de snelheid van 100 meter per minuut. In hoeveel minuten heb ik één volledig rondje gemaakt? (Rond af op hele minuten).
Slide 4 - Open vraag
Wat was mijn wandelsnelheid in km/u? (schrijf jouw berekening op)
Slide 5 - Open vraag
Hoeveel seconden is een uur?
A
360
B
3600
C
36000
D
36
Slide 6 - Quizvraag
Tijd
60 seconden in een minuut
60 minuten in een uur
3600 seconden in een uur (60 x 60)
Slide 7 - Tekstslide
Ik ken de afmetingen van het model en van de "echte" voorwerp. Hoe kan ik achterhalen welke schaal het is?
A
Lengte x Breedte
B
Bij elkaar optellen
C
Grote delen door kleine
D
Grote x kleine
Slide 8 - Quizvraag
Ik ken de schaal en de afmetingen van het model. Hoe kan ik de afmetingen van de "echte" achterhalen?
A
Bij elkaar optellen
B
Schaal x afmetingen van model
C
afmetingen van model delen door schaal
D
Lengte x breedte
Slide 9 - Quizvraag
Ik weet de afmetingen van de echte en de schaal. Hoe kom ik achter de afmetingen van het model?