- verkleinwoorden: het boompje (de boom) , het hutje,
- het woord begint met ge-, be- en ver, ont (geen werkwoord):
het gezicht, het begin, het vergiet, het ontbijt
- het woord eindigt op -isme, -ment, -sel en -um:
het toerisme, het amusement, het zonnestelsel, het centrum…
- Namen van talen, metalen en windrichtingen:
het Nederlands, het Duits, het goud, het ijzer, het zuiden, het oosten, het zuidwesten...