3 Mavo T.8 B.4 Sociaal gedrag

H.8 B.4 Sociaal gedrag


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

H.8 B.4 Sociaal gedrag


Slide 1 - Tekstslide

Een hond die op commando een poot geeft. Dit is ...?
A
Aangeboren gedrag
B
Aangeleerd gedrag

Slide 2 - Quizvraag

Een baby zuigt melk bij de moeder. Dit is ...?
A
Aangeboren gedrag
B
Aangeleerd gedrag

Slide 3 - Quizvraag

Door welk leerproces leert een dier zijn ouders herkennen in een gevoelige periode?
A
Door inprenting
B
Door trial and error
C
Door gewenning
D
Door conditionering

Slide 4 - Quizvraag

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan ik:
  • Doelstelling 4) Verschillende typen sociaal gedrag onderscheiden.

Slide 5 - Tekstslide

Communicatie
In de vorm van:
  • Gebaren
  • Geluid
  • Geur
  • Houding
  • Kleur

Slide 6 - Tekstslide

Gebaar
Geluid
Geur
Houding
Kleur
Als een stokstaartje dat op wacht staat een roofvogel ziet, begint hij luid te piepen.
Een hond markeert een boom met urine.
Een korhaan spreidt zijn vleugels om indruk te maken op een andere korhaan.
Een meeuwenjong pikt naar de snavel van zijn moeder.
Een pauwmannetje spreidt zijn staart om indruk te maken op een vrouwtje.

Slide 7 - Sleepvraag

Sociaalgedrag
Taakverdeling
Belangrijke rol bij voortplanting en overleving

Slide 8 - Tekstslide

Territoriumgedrag
Eigen gebiedje (territorium)
Dreiggedrag

Aanvalsgedrag als vluchtgedrag stekelbaars
Waar zie je dit aan?

Slide 9 - Tekstslide

Paringsgedrag
Baltsgedrag, gevolgd door paring.

Slide 10 - Tekstslide

Broedzorg
Het verzorgen van eieren of jongen

Slide 11 - Tekstslide

Rangorde in groepen
Dominant
Pikorde
Imponeergedrag

Slide 12 - Tekstslide

Baltsgedrag
Broedzorg
Dreiggedrag
Imponeergedrag
Paringsgedrag
Rangorde
Taakverdeling
Territoriumgedrag
De functie van dit gedrag is het vormen van paren en om de dieren voor te bereiden op de paring.
Deze vorm van sociaal gedrag zorgt ervoor dat de overlevingskans van individuen in een groep wordt vergroot.
Dit gedrag bestaat uit baltsgedrag, gevolgd door paring.
Dit gedrag heeft als functie dat er voldoende voedsel en ruimte wordt veiliggesteld om jongen te kunnen grootbrengen.
Een dier maakt zich zo groot en indrukwekkend mogelijk.
Gedrag dat voorafgaat aan een gevecht.
Het verzorgen van de eieren en jongen.
In een groep is duidelijk welke dieren ondergeschikt zijn aan het dominante dier.

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Tekstslide