Sport, voeding en gezondheid

Sport, voeding en gezondheid
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Sport, voeding en gezondheid

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren/doen?

- Ik kan drie redenen opnoemen waarom mensen sporten.
- Fabels en feiten 
- Sporten en voeding

- Opdracht: werkboekje 'Sporten'. 
 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video


Waarom sporten mensen? 

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video


Waarom is vet eten zo lekker?

Slide 6 - Open vraag

Fabel of Feit?
Zijn de stelling op de volgende dia's een fabel (niet waar) of een feit (waar)? 

Slide 7 - Tekstslide

De meeste vitamine C haal je uit groente
Fabel (niet waar)
Feit (waar)

Slide 8 - Poll

Fabel

Vitamine C zit met name in fruit zoals sinaasappel en kiwi en in sommige groentesoorten waaronder paprika en kool. In veel andere groenten zit een stuk minder vitamine C, maar zitten tal van andere vitamines en mineralen. 

Slide 9 - Tekstslide

Vetten heb je ook nodig in je eetpatroon.
Fabel (niet waar)
Feit (waar)

Slide 10 - Poll

Feit

Er zijn vitamines die alleen in vetten zitten. Daarnaast is vet een belangrijke bouwstof. Sommige vetten zijn wel slecht voor de gezondheid, dit zijn verzadigde- en transvetten. 

Slide 11 - Tekstslide

Je hebt vlees nodig om genoeg eiwitten binnen te krijgen.
Fabel (niet waar)
Feit (waar)

Slide 12 - Poll

Slide 13 - Video

Hoelang moet je hardlopen om een hamburger van de Mac Donalds (big Mac) te verbranden?
A
15 minuten
B
30 minuten
C
45 minuten
D
2 uur

Slide 14 - Quizvraag


Voor hoeveel % bestaat een komkommer uit water? 
A
50%
B
75%
C
85%
D
meer dan 96%

Slide 15 - Quizvraag

Bekijk op de volgende dia het filmpje over roken en sporten.
Er volgt daarna een vraag over het filmpje.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video


Wat is een 'kong' bij het freerunnen?
A
je zet alleen je handen neer en springt over iets heen
B
je springt eerst over iets heen en zet dan je handen neer
C
je draait om je as heen

Slide 18 - Quizvraag

Hoe hard gaat de snelste man ter wereld? (Usain Bolt)
A
44,7 km per uur
B
45,3 km per uur
C
43 km per uur
D
44,9 km per uur

Slide 19 - Quizvraag

Wat eet Lieke?
Wat eet Oma?

Slide 20 - Tekstslide

Verschillende dagmenu's
Een topsporter heeft natuurlijk een heel ander dieet dan een  oma.

Bekijk de verschillen op de volgende dia.

Slide 21 - Tekstslide

Topsporters

  • tot 4 keer de normale hoeveelheid calorieën.
  • dubbele hoeveelheid eiwitten
  • 4-6 maaltijden per dag
  • snacks 
  • supplementen

hoe houd je het lekker?
Oma

  • Veel Vitaminen en Mineralen
  • Minder suiker en vet 
  • Makkelijk te kauwen 
  • Makkelijk te slikken
  • Minder zout
en lekker natuurlijk!

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht
                                       Opdracht

WAT       Maak de lesbrief 'Sporten'
HOE       Zelfstandig, zachtjes overleggen in tweetallen
TIJD        50 min
Klaar      Je mag een sport naar keuze doen. Overleg met de                            docent. 

Uitkomst:
- Je hebt gewerkt aan je lesbrief.
- Je levert je ingevulde lesbrief in bij de docent.  







Slide 23 - Tekstslide