Werkvormen - Scharniervraag

Scharniervraag
1 / 5
volgende
Slide 1: Tekstslide
LessonUpDidactiek+1Middelbare schoolPraktijkonderwijsSpeciaal OnderwijsVoortgezet speciaal onderwijsMBOHBO

In deze les zitten 5 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Instructies

Wat is het?
Een scharniervraag (in het Engels: hinge question) is een meerkeuzevraag op een ‘scharniermoment’ in de les. Meestal is dat het moment dat leerlingen de stof zelfstandig gaan te verwerken of dat er naar een ander onderwerp wordt gegaan. Het is voor zowel de leerlingen als docenten essentieel om te weten waar ze staan m.b.t. de leerstof en hun vaardigheden. Door het stellen van een goede scharniervraag heb je als docent binnen enkele minuten perfect inzage in de inhoudelijke voortgang van je leerlingen. Een goede scharniervraag bevat de volgende kenmerken:

  • De vraag moet binnen 2 minuten door de leerlingen of studenten te beantwoorden zijn
  • De vraag geeft binnen 30 seconden directe feedback aan de docent
  • De vraag geeft je inzicht of je verder kunt met volgende onderdeel: go or no-go (80%-20%)
  • De vraag bevat geen 'flauwe' opvallende afleiders
  • Alle antwoordopties van de vraag zijn plausibel
Hoe zet je het in?
Zoals al aangegeven is deze werkvorm het best in te zetten bij de overgang naar een andere lesfase of onderwerp. Het geeft je op deze momenten goed inzicht om de keuze te maken om verder te gaan of extra ondersteuning te bieden.

LessonUp is een alles-in-één-tool voor leraren. Creëer je complete les of zet aanpasbare lessen van collega docenten in en verzorg jouw interactieve les in het klaslokaal of op afstand. Bespaar jezelf tijd, verhoog de betrokkenheid van je leerlingen en houd zicht op hun voortgang in een veilig, gecentraliseerd online leerplatform.

Bewaar deze slides en voeg ze toe aan je les. Maak hier je gratis account aan. 

Onderdelen in deze les

Scharniervraag

Slide 1 - Tekstslide


Voorbeeld (Aardrijkskunde)
De belangrijkste reden dat het ’s zomers warmer is dan ’s winters, is dat: 

A
De afstand tussen de aarde en de zon verandert.
B
De zon hoger aan de hemel staat
C
De afstand tussen het noordelijk halfrond en de zon verandert
D
Oceaanstromen warm water naar het noorden voeren

Slide 2 - Quizvraag


Voorbeeld (Geschiedenis)
Wat is het belangrijkste kenmerk van de Industriële Revolutie?
A
De verschillen tussen arm en rijk worden groter
B
Urbanisatie: veel boeren trokken naar de stad
C
De stoommachine werd uitgevonden
D
Van handmatig naar machinaal produceren

Slide 3 - Quizvraag


Voorbeeld (Wiskunde)
In welke figuren zie je 
een trapezium?
1
2
3
A
1 en 2
B
2 en 3
C
1 en 3
D
1, 2 en 3

Slide 4 - Quizvraag


Voorbeeld (Engels)
Which of the following is an example of alliteration?
A
Sad was the chatter
B
Lunch at church was a sandwich
C
Hills, chills and endless thrills
D
Foolish flaws and personal preferences

Slide 5 - Quizvraag