Utilisme

Utilisme
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Utilisme

Slide 1 - Tekstslide

Trolley dilemma 1
Een losgeslagen tram rijdt af op vijf mensen die vastgebonden liggen op het spoor. Jij staat bij een schakelaar en kunt de tram omleiden naar een ander spoor, maar daar ligt één persoon vastgebonden. De vraag is: zet je de schakelaar om en red je de vijf mensen, waarbij je de ene persoon opoffert? Of doe je niets?

Slide 2 - Tekstslide

Wat doe jij?
Ik doe de schakelaar om
Ik doe niets

Slide 3 - Poll

Trolley dilemma 2
Nu rijdt de tram af op 5 personen die liggen vastgebonden op het spoor. Je kunt de tram stoppen door er 1 hele grote meneer voor te gooien. Doe je dit, of doe je niets?

Slide 4 - Tekstslide

Wat doe jij?
Ik gooi de meneer naar beneden
Ik doe niets

Slide 5 - Poll

Is er een fundamenteel verschil tussen beide scenario's? Leg uit!

Slide 6 - Open vraag

Het utilisme
  • Morele oordelen zeggen van bepaalde handelingen dat ze goed zijn, of dat we bepaalde handelingen behoren te doen (of juist niet)
  • Veel ethische theorieën trachten deze (alledaagse) morele oordelen systematisch te analyseren
  • We kijken nu naar het utilitarisme, één van de hoofdvormen van ethiek, naast deontologie (plichtenleer) en de deugdethiek
  • Grondlegger: Jeremy Bentham

Slide 7 - Tekstslide

Utilisme van Bentham
  • Utilisme komt van het Latijnse 'utilis', d.w.z. 'nuttig'/'bruikbaar'
  • Het utilitarisme stelt: een handeling is goed, of we behoren een handeling te doen wanneer deze handeling het grootste geluk voor het grootste aantal mensen oplevert
  • Deze regel om handelingen te beoordelen wordt het utiliteitsprincipe genoemd

Slide 8 - Tekstslide

utiliteitsprincipe
  • We zien dat handelingen op hun gevolgen beoordeeld moeten worden; het utilitarisme wordt dan ook een gevolgenethiek genoemd.
  • Handelingen moeten zijn gericht op geluk. In eerste instantie is dit het geluk van het individu.
  • Het uiteindelijke doel van het handelen is echter het geluk voor het grootste aantal mensen.

Slide 9 - Tekstslide

Utilisme
  • Geluk is: optimaliseren van genot, minimaliseren van pijn
  • Je maakt een hedonistische calculus
  • Zo zorg je voor: the greatest happiness for the greatest number
  • Geluk (intrinsieke waarde) staat dus gelijk aan een maximaal genot voor zoveel mogelijk mensen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Hoe verdelen we de taart zodat de klas als geheel er zo gelukkig mogelijk van wordt?

Slide 12 - Open vraag

Utilisme
Je kunt kijken naar verschillen elementen in de calculus
  • Hoeveelheid mensen

  • Duur van het geluk
  • Kwaliteit van het geluk
  • ..

Slide 13 - Tekstslide

Welke problemen kleven er aan een gevolgenethiek denk je?

Slide 14 - Open vraag

Enkele problemen
  • Het lijkt haast onmogelijk om werkelijk verantwoordelijk te kunnen worden gehouden voor alle gevolgen van een handelen -> 'ongeluk in klein hoekje probleem'
  • Is het acceptabel om enkel naar de gevolgen te kijken? -> het doel heiligt de middelen probleem
  • Hoe ver moet je in de toekomst kunnen kijken? -> waarzeggersprobleem

Slide 15 - Tekstslide

Het hoogste goed
"Strictly speaking, nothing can be said to be good or bad"

Oftewel: doelen of objecten nooit op zich goed, wordt bepaald door de menselijke verhouding ertoe.
Alleen geluk een intrinsieke waarde

By utility is meant that property in any object, whereby it tends to produce benefit, advantage, pleasure, good, or happiness, (all this in the present case comes to the same thing) or (what comes again to the same thing) to prevent the happening of mischief, pain, evil, or unhappiness to the party whose interest is considered

Slide 16 - Tekstslide

Opstartvragen
Leg uit wanneer een handeling 'goed' is volgens het utiliteitsprincipe.
Welke 2 zaken bepalen hoe mensen handelen volgens het utilisme? En wat is volgens het utilisme de enige intrinsieke waarde?
Welke problemen levert deze ethische theorie op? Leg er minimaal 2 kort uit


Slide 17 - Tekstslide

Hedonisme
Nature has placed mankind under the governance of two sovereign masters, pain and pleasure. It is for them alone to point out what we ought to do, as well as to determine what we shall do. [..] The principle of utility recognizes this subjection, and assumes it for the foundation of that system, the object of which is to rear the fabric of felicity by the hands of reason and of law.

Hierover kun je 3 vragen stellen.
1. Betekent het feit dat mensen genot nastreven ook dat we dat moeten doen?
2. Kun je volhouden dat genot op hetzelfde neerkomt als geluk/het goede?
3. Is het streven naar genot de enige beweegreden voor ons handelen?

Slide 18 - Tekstslide

Moeten we genot nastreven?
  • Morele en ethische uitspraken zijn beweringen die geen feiten beschrijven, maar die weergeven wat er zou behoren te gebeuren
  • De bekende is/ought fallacy
    P: De mens is een omnivoor: hij eet van nature planten en dieren.
    Dus C: De mens behoort planten en dieren te eten.
  • Als Bentham zegt: het zit in de menselijke natuur om genot te volgen, kunnen we de vraag stellen: is het ook goed om de natuur te volgen?
  • Moore: het herleiden van iets goeds tot iets natuurlijks is een naturalistic fallacy, een naturalistische drogreden
-> toch willen we in de ethiek begrijpen wat het goede is voor de mens, dus hoe verhouden genot/geluk/goed zich tot elkaar?

Slide 19 - Tekstslide

Genot-geluk-goed
Wat zijn genot en pijn precies? Lees de onderstaande zinnen:

(1) Ik heb net met plezier gewandeld.
(2) ?Ik heb net met pijn gewandeld.
(3) Ik heb net met hoofdpijn gewandeld.
(4) Ik heb net gewandeld en had pijn.
(5) *Ik heb net gewandeld en had genot.
(6) Ik heb net gewandeld en genoot.
(7) Ik heb net gewandeld en had veel pijn in mijn hoofd.
(8) ?Ik heb net gewandeld en had veel genot ….
(9) Ik heb genoten van het wandelen hoewel ik pijn in mijn hoofd had.

Wat is het verschil tussen hoe we over pijn en genot spreken?


Slide 20 - Tekstslide

Is genot het doel van ons handelen?
Genot lijkt meer een activiteit, niet iets isoleerbaars, als enkelvoudige gewaarwording (zoals pijn)
Toch lijkt Bentham te stellen dat het een doel is in ons leven. Bekijk de volgende zinnen:

(10) Ik geniet van het gezelschap van mijn vrienden.
(11) Ik geniet van deze film.
(12) Ik geniet van dit eten.

Is hier steeds sprake van genot in dezelfde zin?
Genot als algemeen doel waartoe alle activiteiten gereduceerd worden lijkt problematisch
- We streven altijd naar bepaalde doelen -> taartjesargument
- Fijne drugs en verdoving is het beste leven -> het infuusargument
- Veel levens lijken niet te beantwoorden aan het einddoel genot (een asceet, een topsporter, een opstandeling, een soldaat etc.) -> heldenargument





Slide 21 - Tekstslide

Stel: Bentham is een supernanny. Hoe gaat hij te werk? Hoe voedt hij zijn kinderen op volgens het utiliteitsprincipe?

Slide 22 - Open vraag

Genot-geluk-goed
  • Geluk: het goede leven in het geheel
  • Geluk impliceert een idee van de bestemming van de mens (doel vh leven)
  • Vanuit dit doel geven onze opvoeders en wijzelf richting aan de vorming van onze verlangens.
  • Pijn en genot worden gericht naar dit doel en kunnen dus niet zelf de maatstaf zijn voor geluk.
  • De invulling van geluk kan dus ook niet gevonden worden als een (natuurlijk) gegeven.

Slide 23 - Tekstslide

Problemen met greatest number
  • Toepassingsprobleem: in hoeverre is geluk (en pijn en genot) kwantificeerbaar?
  • Fundamenteel probleem: Mag je een minderheid opofferen voor het geluk van de meerderheid? Heiligt het doel de middelen?
  • Politieke problemen: instrumentele visie op mensen(rechten), macht van het getal, zondebokprobleem
  • Een meer principiële ethiek voorkomt deze problemen: dit biedt de deonotologie oftewel de plichtenleer

Slide 24 - Tekstslide

Nog een dilemma..
Stel je voor dat je een arts bent in een ziekenhuis. Je hebt vijf patiënten die elk een ander orgaan nodig hebben om te overleven (hart, longen, lever, nieren, enz.). Zonder die transplantaties zullen ze binnen een paar dagen sterven. Toevallig ligt er op een andere afdeling een gezonde patiënt in het ziekenhuis die net binnenkwam voor een routinecontrole. Deze persoon is volledig compatibel met de vijf patiënten en zou hen allemaal kunnen redden door zijn of haar organen te doneren. Zou je dit doen? Of niet?

Slide 25 - Tekstslide

Zou je 1 gezonde patiënt opofferen om vijf anderen te redden?
Ja
Nee

Slide 26 - Poll

Stel je zegt 'nee, ik zou dat niet doen'. Waarom niet?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Video

Singer: Effective altruism
  • Lijden en dood als gevolg van een tekort aan voedsel, onderdak en medische zorg is slecht.
  • Als het in ons vermogen ligt om iets slechts te voorkomen zonder daarvoor iets van vergelijkbaar moreel belang op te offeren, zijn we moreel verplicht om dat te doen.
  • Ieder mens is gelijkwaardig

Slide 29 - Tekstslide

Ben jij het met Singer eens dat je moreel verplicht bent dat je al het extra geld dat je hebt voor leuke dingen aan een goed doel moet geven?
Eens
Oneens

Slide 30 - Poll

Singer: Effective altruism
  • Lijden en dood als gevolg van een tekort aan voedsel, onderdak en medische zorg is slecht.
  • Als het in ons vermogen ligt om iets slechts te voorkomen zonder daarvoor iets van vergelijkbaar moreel belang op te offeren, zijn we moreel verplicht om dat te doen.
  • Ieder mens is gelijkwaardig

Slide 31 - Tekstslide