Les 8 van de planner (MH1)

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Lessonup.app

Lesdoelen

Mijn kennis over de vocabulaire van hoofdstuk 3 is weer lekker opgefrist. 

Ik kan de geleerde vocabulaire toepassen in reproductieoefeningen

Vous êtes prets?

Maak een foto van: la chambre

Maak een foto van: les devoirs

Maak een foto van: un sac à dos

Wat te doen?

Noteer de woorden die je hebt geleerd, waarmee je het onderwerp kunt beschrijven. Met andere woorden: welke geleerde woorden kunnen iets zeggen over le prof? Het gaat om bijvoeglijke naamwoorden.

Le prof

De antwoorden

Les réponses

✓ fort

✓ sévère

✓ sympa

✓ préféré

✓ marrant

✓ enthousiaste

✓ terrible

✓ nul

✓ paresseux

✓ bon

✓ sérieux

✓ formidable

✓ intéressant

Waarom niet:
forte , préferée , marrante , nulle , paresseuse , sérieuse , bonne & intéressante ?

Quelle est ta matière préférée?

Quelle heure est-il?

Tu as quelles matières, le mardi?

Tu aimes l'anglais?

Il est neuf heures et demie.

Il est neuf heures et demie.

J'ai le néerlandais et les maths.

J'ai le néerlandais et les maths.

J'ai le dessin et la gym.

J'ai le dessin et la gym. 

Le francais est ma matière préférée.

Oui, j'aime l'anglais.

Oui, j'aime l'anglais. 

L'histoire est ma matière préférée.

L'histoire est ma matière préférée.

Non, je déteste l'anglais.

Non, je déteste l'anglais.

Il est minuit et demi.

Il est minuit et demi.

Wat is de vertaling van het woord:
Bien sûr

1. Natuurlijk
2. Onzeker
3. Thuiskomen
4. De leerling

Wat is de vertaling van het woord:
Tout le monde

1. Altijd
2. De taal
3. Iedereen
4. Te laat

Wat is de vertaling van het woord:
Aujourd'hui

1. Misschien
2. Werken
3. Te, te veel
4. Vandaag

Wat is de vertaling van het woord:
Difficile

1. Makkelijk
2. Moeilijk
3. Vreselijk
4. Sterk, goed

Wat is de vertaling van het woord:
L'élève

1. Op tijd
2. De leerling
3. Het schilderij
4. De school

Wat is de vertaling van het woord:
Noter

1. Vergeten
2. Werken
3. Lachen, lol maken
4. Opschrijven

Wat is de vertaling van het woord:
L'avenir

1. De spullen
2. Het etui
3. De toekomst
4. De klas

Wat is de vertaling van het woord:
À l'heure

1. Op tijd
2. Het uur
3. Te laat
4. De klok

Laatste opdracht:

Aan de slag met de getallen

21

36

50

68

17

43

0

Les devoirs

Les 9 van de planner

Leren (apprendre):
- Vocabulaire A, B, E, F & G

- De kloktijden

- Het werkwoord être (zijn)

- De getallen t/m 69

Denk aan je vlog!