prijsstelling

Welke factoren spelen een rol bij het bepalen van de verkoopprijs?
A
consument, assortiment, locatie
B
kosten, concurrent, consument
C
reclame, personeel, productie
D
verpakking, presentatie, social media
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
HandelMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welke factoren spelen een rol bij het bepalen van de verkoopprijs?
A
consument, assortiment, locatie
B
kosten, concurrent, consument
C
reclame, personeel, productie
D
verpakking, presentatie, social media

Slide 1 - Quizvraag

Als je premium pricing toepast, dan
A
is de prijs lager dan van de concurrent
B
heeft de prijs van de concurrent geen belang
C
is de prijs gelijk aan die van de concurrent
D
is de prijs hoger dan dat van de concurrent

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Wat voor soort prijsstelling hanteert deze winkel ?
A
dumping pricing
B
me too pricing
C
premium pricing
D
going rate pricing

Slide 4 - Quizvraag

bij een kostengeoriënteerde prijsstelling
A
is de inkoopprijs van belang
B
is de prijs van de concurrent van belang
C
is de tijd van het jaar van belang
D
is de plaats van belang

Slide 5 - Quizvraag

hetgeen de klant bereid is te betalen, hoort bij
A
concurrentie- georiënteerde prijsstrategie
B
kostengeoriënteerde prijsstrategie
C
afnemersgeoriënteerde prijsstrategie
D
differentiatieprijs- strategie

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

de foto geeft een voorbeeld van :
A
promotionele prijsstelling
B
psychologische prijsstelling
C
sales promotion
D
kwantum korting

Slide 8 - Quizvraag

Welke prijsstelling gebruikt Apple ?
A
me-too pricing
B
going rate pricing
C
premium pricing
D
dumping pricing

Slide 9 - Quizvraag

Jouw bedrijf ervaart veel aanbieders op de markt. Van welke prijsstellingsmethode zal het bedrijf dan gebruik maken ?
A
afnemersgeoriënteerde prijsstelling
B
kostengeoriënteerde prijsstelling
C
Concurrentiegeoriënteerde prijsstelling
D
premiumpricing

Slide 10 - Quizvraag

Het winkelend publiek heeft veel last van de recessie; hun koopkracht daalt snel.
Jij, als ondernemer, zult hier op inspelen door het toepassen van:
A
afnemersgeoriënteerde prijsstelling
B
kostengeoriënteerde prijsstelling
C
concurrentiegeoriënteerde prijsstelling
D
going rate pricing

Slide 11 - Quizvraag

Studenten van het KW1C krijgen korting bij meerdere bedrijven in Den Bosch.

Dit noemen we:
A
Prijsdiscriminatie naar: Tijd
B
Prijsdiscriminatie naar: Type afnemer
C
Prijsdiscriminatie naar: Product
D
Prijsdiscriminatie naar: Plaats

Slide 12 - Quizvraag

Je boekt een city-trip naar Parijs. Hier betaal je voor hetzelfde biertje een stuk meer dan in Den Bosch.

Dit is een voorbeeld van discriminatie naar:
A
Tijd
B
Product
C
Type afnemer
D
Plaats

Slide 13 - Quizvraag

Bonus vraag:

Wat zijn de 3 concurrentiegeorienteerde prijsstellingen waarbij je het prijspeil onder die van de concurrent stelt:
A
Stay-out pricing Put-out pricing Me-too pricing
B
Stay-out pricing Premium pricing Kartelvorming
C
Stay-out pricing Put-out pricing Discount pricing
D
Premium pricing Kartelvorming Adviesprijzen

Slide 14 - Quizvraag