Rechtsstaat en Democratie tv8 deel 2

Rechtsstaat en democratie tv8
Doelen: 
Hoe werd Nederland een constitutionele autoritaire monarchie?
Hoe kreeg Nederland parlementair stelsel?
Welke politiek stromingen en partijen ontstonden?
Hoe Nederland algemeen kiesrecht kreeg? 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Rechtsstaat en democratie tv8
Doelen: 
Hoe werd Nederland een constitutionele autoritaire monarchie?
Hoe kreeg Nederland parlementair stelsel?
Welke politiek stromingen en partijen ontstonden?
Hoe Nederland algemeen kiesrecht kreeg? 

Slide 1 - Tekstslide

Hoe werd Nederland een autoritaire constitutionele monarchie?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Video

Na de Belgische afscheiding
Tegenstelling 
- conservatieven, die de macht van de koning willen behouden.
- Liberalen willen meer vrijheid en politieke rechten voor de burgers


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Thorbecke
Koning Willem I had veel schulden gemaakt.
Thorbecke vond dat er parlementaire controle nodig was.
Koning Willem II trok zich niets aan van de liberalen.
Maar dat veranderde in revolutiejaar 1848

Slide 7 - Tekstslide

Grondwet van 1848
Thorbecke ontwerpt nieuwe grondwet
Tweede kamer voortaan direct gekozen door de Nederlandse burgers
Kreeg een krachtig mandaat van de kiezers en werd de belangrijkste van de twee kamers. 
Eerste kamer werd voortaan gekozen door de Provinciale staten. 


Slide 8 - Tekstslide

Regering na 1848
Regering bestond uit koning en ministers.
Ministers moesten verantwoording afleggen aan het parlement (i.p.v.) de koning. 
Koning had weinig macht en werd onschendbaar (ministers werden verantwoordelijk)

Slide 9 - Tekstslide

De Regering na 1848
De regering moest jaarlijks een begroting opstellen.
De tweede kamer kreeg het recht van enquete
De tweede kamer kreeg het recht van amendement
Burgers kregen vrijheid van drukpers, vereniging en vergadering, vrijheid van onderwijs. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Leg uit waarom 1848 het rampjaar van Willem III was?

Slide 12 - Open vraag

Politiek na 1848
Willem III doet een poging om meer macht terug te krijgen. 
Mislukt door de groeiende macht van de liberalen.
Liberalen krijgen vanaf 1848 steeds meer concurrent van een nieuwe stroming: de confessionelen. 

Er zijn politieke stromingen maar geen politieke partijen.
Er werd gekozen via een districtenselsel, waar districten hun eigen kamerlid kozen. 

Slide 13 - Tekstslide

Antirevolutionaire partij
Abraham Kuyper richtte de eerste Nederlandse politieke partij op de ARP.
De leden moesten dus het partijprogramma volgen. 
* Belangrijkste partijpunt was de schoolstrijd. 
- Er was vrijheid van onderwijs, maar geen gelijke financiering 

De ARP vond een bondgenoot bij de katholieke partij. 
Liberalen gingen zich vervolgens ook organiseren in een partij. 

Slide 14 - Tekstslide

Tegen welke revolutie was de ARP?
A
De Franse revolutie
B
De revolutie van 1830
C
De revolutie van 1848
D
De Russische revolutie

Slide 15 - Quizvraag

Uitbreiding kiesrecht en pacificatie
In 1887 1e uitbreiding van het kiesrecht.
In 1896 volgde de 2de uitbreiding, ongeveer de helft van de mannen mocht stemmen. 

Onder leiding van het liberale minderheidskabinet met Ministerpresident Cort van der Linden
- Nieuwe grondwet (de pacificatie van 1917)
* financiële gelijkstelling scholen
* Algemeen mannenkiesrecht
* Passief vrouwenkiesrecht 

Slide 16 - Tekstslide

Opkomst Socialisme
1888 kwam Ferdinand Domela Nieuwenhuis in het parlement. 
Dit vond hij zo'n teleurstelling dat hij zich nooit meer verkiesbaar stelde. 
Hij wilde revolutie. 
Splitsing tussen de sociaal-democraten (reformisten) en de communisten.
1897 kwam de Sociaal democratische partij in de Tweede kamer
- Het doel was algemeen kiesrecht. 
Ook sommige Liberalen en confessionelen vonden dat het kiesrecht moest worden uitgebreid. 

Slide 17 - Tekstslide

Opdrachten
blz 23.

Slide 18 - Tekstslide