Jaar 1

A person or company that creates and/or markets inclusive tours.
A
Full board
B
Ecotourism
C
Travel advisory
D
Tour operator
1 / 24
volgende
Slide 1: Quizvraag
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

A person or company that creates and/or markets inclusive tours.
A
Full board
B
Ecotourism
C
Travel advisory
D
Tour operator

Slide 1 - Quizvraag

A certificate to be used for meals,sightseeing tours, etc.

A
Package tour
B
Voucher
C
Sigle supplement
D
Tour

Slide 2 - Quizvraag

A hotel rate that includes accomadation , breakfast,lunch and dinner
A
All inclusive
B
Full board
C
Half board
D
Private transport

Slide 3 - Quizvraag

A passenger who does not arrive for a flight or cruise
A
No show
B
B&B
C
Ecotourism
D
Tour operator

Slide 4 - Quizvraag

What is the capital of Iceland?
A
Oslo
B
Lisbon
C
Reykjavik
D
Vienna

Slide 5 - Quizvraag

What is the capital of Spain?
A
Madrid
B
Barcelona
C
Athens
D
Lisbon

Slide 6 - Quizvraag

What is the currency of Norway?
A
Euro
B
Norwegian krone
C
Norwegian krona
D
Dollar

Slide 7 - Quizvraag

What is the currency of the United Kingdom?
A
Euro
B
Dollar
C
Pound
D
Krona

Slide 8 - Quizvraag

What is the capital of Bulgaria?
A
Zagreb
B
Warsaw
C
Sofia
D
Luxembourg

Slide 9 - Quizvraag

Hoe zeg je "Met de auto" in het Engels?
A
by car
B
through car
C
with the car
D
on car

Slide 10 - Quizvraag

Hoe zeg je "bijlage" in het Engels?
A
map
B
attachment
C
confirmation
D
itinerary

Slide 11 - Quizvraag

What is a good translation of "supplement"?
A
teleurstellend
B
toevoegen
C
toeslag
D
ruim

Slide 12 - Quizvraag

What does the word "duurzaam" mean?
A
Charge
B
Appreciate
C
sustainable
D
furnishing

Slide 13 - Quizvraag

Hoe zeg je "boete opleggen" in het Engels?
A
expect
B
appreciate
C
impose a penalty
D
expose a penalty

Slide 14 - Quizvraag

Hoe zeg je "valuta" in het Engels?
A
Money
B
currency
C
half board
D
charge

Slide 15 - Quizvraag

What does the word "recommend" mean ?
A
Aanbevelen
B
omboeken
C
tegelijk
D
verlengen

Slide 16 - Quizvraag

Hoe zeg je "policy" in het nederlands?
A
deelnemers
B
beleid
C
helaas
D
portier

Slide 17 - Quizvraag

What is a good translation of "package deal"?
A
verbouwen
B
pakketreis
C
pakket versturen
D
gratis pakket

Slide 18 - Quizvraag

Hoe zeg je "lukewarm" in het Nederlands?
A
lekker warm
B
heel warm
C
een beetje warm
D
very hot

Slide 19 - Quizvraag

Hoe zeg je "complimentary breakfast" in het Nederlands?
A
lekker ontbijt
B
duur ontbijt
C
gratis ontbijt
D
luxe ontbijt

Slide 20 - Quizvraag

Het woord "brand values" betekent:
A
logies & ontbijt
B
reisschema
C
merkwaarden
D
belangrijke waarden

Slide 21 - Quizvraag

Hoe zeg je "Oostenrijk" in het Engels?
A
Australia
B
Austria
C
Poland
D
Greece

Slide 22 - Quizvraag

Hoe zeg je "De Deens kroon" in het "Engels?
A
The Danish krona
B
The Danish kroon
C
The Danish Krone
D
The Danish Kroone

Slide 23 - Quizvraag

Hoe zeg je "Kroatië" in het Engels?
A
Croatia
B
Croatie
C
Kroatiaa
D
Koratia

Slide 24 - Quizvraag