De trappen van vergelijking

Herzlich willkommen!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herzlich willkommen!

Slide 1 - Tekstslide

Heute Dienstag den 22. Februar

Was werden wir heute machen?
Wir besprechen Grammatik A
Ihr macht Aufgaben
Hausaufgaben

Slide 2 - Tekstslide

Die Steigerung
(Trappen van vergelijking) 

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je van de trappen van vergelijking? In het NL

Slide 4 - Woordweb

Hoe maak je trappen van vergelijking in het Nederlands?

Slide 5 - Open vraag

De regel           NL

stellende trap     SNEL
vergrotende trap  SNELLER
overtreffende trap  SNELST
DUI      Regel

Schnell        woord
Schneller      woord + er
am schnellsten  am + woord +                             sten

Slide 6 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord op -d/-t of sisklank (s, ß, sch, z)

Heb je een bijvoeglijk naamwoord op -d/-t of sisklank én ligt de klemtoon op de laatste lettergreep, dan krijgt de overtreffende trap de toevoeging -esten
(een -e ertussen)

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden:
Neu - neuer - am neuesten
breit - breiter - am breitesten
hübsch - hübscher - am hübschesten
 
komisch - komischer - am komischsten
(bij de laatste ligt de klemtoon niet op het laatste deel, dus geen extra -e)

Slide 8 - Tekstslide

Ter herhaling: hoe maak je de trappen van vergelijking in het Duits? (zonder de uitzondering)

Slide 9 - Open vraag

Ter herhaling: hoe maak je de trappen van vergelijking als je alleen kijkt naar de uitzondering?

Slide 10 - Open vraag

Uitzondering die je moet leren:
alt - älter - am ältesten
jung - jünger - am jüngsten
kalt - kälter - am kältesten 
warm-wärmer- am wärmsten 
stark -stärker - am stärksten
kurz - kürzer - am kürzesten
lang - länger - am längsten
Uitzonderingen die je moet leren:
groß - größer - am größten 
gut - besser - am besten
hoch - höher - am höchsten 
viel - mehr - am meisten
gern - lieber - am liebsten
früh -  früher - am frühesten 
oft - öfter - am häufigsten

Slide 11 - Tekstslide

In het NL krijg je na de vergrotende trap dan. 
 In het Duis krijg je in dit geval als. 

Voorbeeld:
Ik loop harder dan jij - Ich laufe schneller als du. 
Zij verdient meer dan hij - Sie verdient mehr als er.

Slide 12 - Tekstslide

Die Hausaufgaben

Für Donnerstag den 25. Februar
Aufgaben 5 und 6 online auf Malmberg
Wörter (im Chat) in de trappen van vergelijking zetten

Slide 13 - Tekstslide

Tschüss, bis nächste Woche!

Slide 14 - Tekstslide