7.3. Uit de grond gestampt RZ

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

7.3. Uit de grond gestampt
OP TAFEL: 

schrift & pen

IPAD DICHT 

Slide 2 - Tekstslide

Deze les: 
  • Klassenlijst + huiswerk
  • Denk aan de groepjes voor de presentatie + vragen
  • terugblik vorige week
  • korte intro film 
  • industrialisatie => urbanisatie => sociale kwestie
  • pauze 
  • korte documentaire 

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik 7.2
  • Noem verschillende 18e-eeuwse vernieuwingen in de landbouw.

  • Leg de belangrijkste kenmerken van de industriële revolutie uit.

  • Noem verschillende uitvinders én hun uitvindingen die leidden tot de industriële revolutie.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Leerdoelen
Na deze les kan je...

  • Uitleggen waarom industrialisatie leidt tot urbanisatie.
  • De gevolgen van de industriële revolutie voor de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders uitleggen.
  • De relatie tussen de politiek- maatschappelijke stromingen liberalisme, socialisme en de (gevolgen van) de industriële revolutie uitleggen.

Slide 6 - Tekstslide

Door de nieuwe landbouwtechnieken
meer voedsel geproduceerd met minder arbeiders

Nadeel: sommige arbeiders werden overbodig

Oplossing: werken in de fabrieken. 
Geen scholing nodig, dus iedereen kon het doen! 

Slide 7 - Tekstslide

Veel mensen vertrokken naar de steden om in de fabrieken te werken, daardoor ontstonden er => industriesteden


 

Slide 8 - Tekstslide

De stoomtrein speelde een belangrijke rol bij de industriesteden.

Hoe?

Slide 9 - Tekstslide


Grondstoffen, voedsel en personen konden sneller en makkelijker vervoerd worden -> minder afhankelijk

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Tijdens de 19e eeuw vertrekken veel mensen van het platteland naar de stad.

Dit zijn voornamelijk mensen die gaan werken in de fabrieken.

Slide 12 - Tekstslide

Voor alle nieuwe arbeiders worden er arbeiderswoningen gebouwd.

Zo zijn de allereerste woonwijken ontstaan. 

Slide 13 - Tekstslide

De groei van en trek naar de steden was het begin van urbanisatie (verstedelijking). 

Al bestaande steden werden groter door de aanwezigheid van fabrieken. En nieuwe steden ontstonden juist daar, waar al fabrieken aanwezig waren.

Slide 14 - Tekstslide

Slechte leefomstandigheden
De arbeiderswoningen werden in hoog tempo gebouwd en er leefden vaak meerdere families in de kleine woningen.

Er was in de woningen vaak:
  • Geen waterleiding of riolering
  • Veel afval
  • Slechte hygiëne


Slide 15 - Tekstslide

Slechte arbeidsomstandigheden
Ook het leven in de fabrieken was vaak slecht.
Zo moesten arbeiders:
  • Van maandag tot en met vrijdag werken
  • 14 uur per dag
  • Geen vrije dagen of vakantie
  • Niet aanwezig op werk? Geen loon.

Slide 16 - Tekstslide

Mannen verdienden in de fabrieken te weinig om hun gezin te onderhouden. 
Vrouwen en kinderen moesten daarom ook gaan werken.

Slide 17 - Tekstslide

De Sociale Kwestie
Maar weinig mensen hadden aandacht voor de slechte leef- en werkomstandigheden van de arbeiders.
Zelfs de overheid keek niet om naar de narigheid van de arbeiders.

timer
6:00

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de Sociale Kwestie? 
  • Een kwestie is een probleem

  • De slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders zijn duidelijk zichtbaar.

  • Eind 19e eeuw.

  • Vooral in de steden.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

De Sociale Kwestie
Onder de arbeiders werd veel alcohol gedronken om alle narigheid te vergeten.
Jonge vrouwen en meisjes kwamen soms in de prostitutie terecht.
Veel baby's en vrouwen stierven bij de geboorte.
En veel kinderen kwamen op straat terecht.

Slide 21 - Tekstslide

De Sociale Kwestie
De slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders kreeg weinig aandacht in de politiek. 
Geestelijken en artsen brachten vaak de sociale kwestie ter sprake. 
De 'gewone' mensen die opkwamen voor de rechten van de arbeiders werden socialisten genoemd. 
Socialisten waren aanhangers van het socialisme.

Slide 22 - Tekstslide

De liberalen
  • Naast de socialisten was er nog een groep in de politiek.
Dit waren de liberalen

  • Dit waren vaak rijke burgers of mensen uit de bourgeoisie


Slide 23 - Tekstslide

De liberalen
De rijke burgers wilden graag hun eigen gang blijven gaan. Daarom oefenden de rijke burgers veel invloed uit op de overheid. 
Deze burgers werden liberalen genoemd, aanhangers van de politieke stroming liberalisme.

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen
Na deze les kan je...

  • Uitleggen waarom industrialisatie leidt tot urbanisatie.
  • De gevolgen van de industriële revolutie voor de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders uitleggen.
  • De relatie tussen de politiek- maatschappelijke stromingen liberalisme, socialisme en de (gevolgen van) de industriële revolutie uitleggen.

Slide 25 - Tekstslide

Korte pauze

Geen telefoons!
timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Huiswerk
Maak opdrachten 1 t/m 5 van 7.3


Slide 28 - Tekstslide