HAVO2; Thema 2 - minivragen en daarna eigen leerkeuze
1 / 42
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Koolhydraten zijn:
A
Voedingsmiddelen
B
Voedingsstoffen
Slide 5 - Quizvraag
Alle 6 de voedingsstoffen zijn........
A
brandstoffen
B
reservestoffen
C
bouwstoffen
D
beschermende stoffen
Slide 6 - Quizvraag
welke voedingsstoffen leveren energie?
A
vetten en vitamines
B
vetten en koolhydraten
C
vitamine en mineralen
D
mineralen en vetten
Slide 7 - Quizvraag
Enkele voedingsstoffen zijn; mineralen, vetten, eiwitten en water.
Welke van de bovenstaande voedingsstoffen zijn beschermende stoffen?
Welke van de bovenstaande voedingsstoffen zijn beschermende stoffen?
A
Mineralen
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water
Slide 8 - Quizvraag
Voedingsmiddelen zijn de bruikbare bestanddelen van voedingsstoffen.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Vetten
Eiwitten
Koolhydraten
Water
Mineralen
Vitaminen
Slide 10 - Sleepvraag
Koppel de indicator aan de voedingsstof
Joodoplossing
Fehling A en B
teststrookje
Zetmeel
Glucose
glucose
Slide 11 - Sleepvraag
Finn is allergisch voor zetmeel, waardoor hij geen voedingsmiddelen kan eten en drinken waar zetmeel in zit. Jorik geeft Finn een blikje frisdrank, maar hij weet niet zeker of er zetmeel in zit. Welke indicator moet hij gebruiken om dat te checken?
A
Fehling I en II
B
Joodoplossing
C
Natronloog en kopersulfaat
D
DCPIP
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Welk onderdeel van de schijf van vijf bevat veel koolhydraten?
A
Groen
B
Oranje
C
Geel
D
Blauw
Slide 14 - Quizvraag
Staan energiedrankjes in de schijf van vijf?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quizvraag
In welk vak van de schijf van
vijf staat bloemkool?
vijf staat bloemkool?
A
Blauw
B
Roze
C
Geel
D
Groen
Slide 16 - Quizvraag
Deze voedingsstoffen komen in elk deel van de Schijf van Vijf voor:
A
mineralen
B
vitaminen
C
koolhydraten
D
eiwitten
Slide 17 - Quizvraag
Van welke groep van de schijf van vijf heb je het minst nodig?
A
Groente en fruit
B
Smeer- en bereidingsvetten
C
Dranken
D
Brood, graanproducten en aardappelen
Slide 18 - Quizvraag
Hoe bereken je je BMI?
A
Gewicht : (lengte x gewicht)
B
Lengte : (gewicht x gewicht)
C
Gewicht: lengte
D
Gewicht : (lengte x lengte)
Slide 19 - Quizvraag
Overgewicht komt in Nederland veel voor. Van welke voedingsstof wordt door mensen met overgewicht vooral te veel in het lichaam opgeslagen?
A
Eiwitten
B
Mineralen
C
Vetten
D
Vitamines
Slide 20 - Quizvraag
Wat is géén gevolg van overgewicht?
A
hart- en vaatziekten
B
diabetes
C
koud
D
te hoge bloeddruk
Slide 21 - Quizvraag
Anorexia kan leiden tot .......
A
problemen met maag en gebit, haaruitval
B
ondervoeding
C
ondergewicht
D
overlijden ten gevolgen van de ziekte (ongeveer 6%)
Slide 22 - Quizvraag
Boulimia kan leiden tot.......
A
ondervoeding
B
onherstelbare schade aan de slokdarmwand
C
ondergewicht
D
overlijden ten gevolgen van de ziekte (ongeveer 4%)
Slide 23 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen Boulimia nervosa en eetbuistoornis?
Slide 24 - Open vraag
Kinderen in ontwikkelingslanden hebben soms een opgezwollen buikje. Dat komt doordat ze te weinig van bepaalde voedingsstoffen binnenkrijgen.
Waardoor ontstaat een opgezwollen buikje?
Waardoor ontstaat een opgezwollen buikje?
A
te weinig fruit
B
te weinig water
C
te weinig vlees
Slide 25 - Quizvraag
Een vegetariër eet geen vlees. Welke voedingsstof zal een vegetariër via andere voedingsmiddelen moeten binnenkrijgen om voldoende bouwstoffen voor zijn spieren binnen te krijgen?
A
eiwitten
B
vetten
C
koolhydraten
D
mineralen
Slide 26 - Quizvraag
Sommige mensen zijn vegetariër omdat ze zich zorgen maken over het milieu.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quizvraag
Hoe zou jij meer duurzaam kunnen eten?
Slide 28 - Open vraag
Voedselbederf ontstaat door..........
A
schimmels
B
celdeling
C
bacteriën
D
schimmels en bacteriën
Slide 29 - Quizvraag
Wat is voedselbederf?
A
Door micro-organismen is het voedsel ongeschikt geworden voor consumptie
B
Voedsel wat nog net te eten is maar al wel stinkt
C
Alleen bacteriën kunnen dat veroorzaken
D
Alleen schimmels kunnen dat veroorzaken
Slide 30 - Quizvraag
Wat moet je doen om voedselbederf te voorkomen?
A
snel opeten
B
hygienisch werken
C
in de aanbieding kopen
D
bewaren op de juiste manier
Slide 31 - Quizvraag
Kies voor elke afbeelding welke methode is gebruikt om voedselbederf tegen te gaan.
drogen
vacuüm verpakken
steriliseren
invriezen
pasteuriseren
Slide 32 - Sleepvraag
Wat is een omnivoor?
Slide 33 - Open vraag
Is dier A een planteneter of vleeseter?
Heeft die een lang of kort darmkanaal?
Heeft die een lang of kort darmkanaal?
A
Planteneter met een kort darmkanaal
B
Planteneter met een lang darmkanaal
C
Vleeseter met een kort darmkanaal
D
Vleeseter met een lang darmkanaal
Slide 34 - Quizvraag
Waarom bespaar ik water en voedsel als ik minder vlees eet?
A
Het hoeft dan niet hierin klaargemaakt te worden.
B
De transportketen is zo minder lang.
C
Het dier waar het vlees van komt heeft ook voedsel en water nodig.
D
Alle grond kunnen we dan gebruiken voor het verbouwen van gewassen.
Slide 35 - Quizvraag
Hoe komt het dat minder vlees eten beter is voor het milieu?
A
alternatieven voor vlees kosten minder grondstoffen en ruimte en geven minder afval
B
mensen die minder vlees eten gaan sneller dood en belasten zo de aarde minder
C
minder consumeren is altijd beter voor het milieu
D
vegetariërs beschermen de natuur beter
Slide 36 - Quizvraag
Hoeveel procent wordt de invloed op het klimaat van jou voedselpatroon minder als je 1 dag minder vlees eet?
A
5%
B
10%
C
15%
D
20%
Slide 37 - Quizvraag
Welke stoffen zitten vooral in vlees, wat extra wordt toegevoegd in vleesvervangers zodat ook vegetariërs deze stoffen ook genoeg binnen krijgen?
A
ijzer
B
vitamine C
C
vitamine B21
D
vitamine B12
Slide 38 - Quizvraag
Een herbivoor heeft:
A
plooikiezen
B
knipkiezen
C
knobbelkiezen
