Domein B: Planten en dieren en hun samenhang deel 1

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar

Slide 2 - Tekstslide

Startklaar zitten.
Startopdracht
Pak jeJDW-map
Beantwoordt de volgende vragen op gelinieerd papier:
Wat is de reactievergelijking van verbranding? (tip: ....+.....-->etc)
Wat is de reactievergelijking van fotosynthese? (tip: zie boven)
Uit welke onderdelen bestaan de volgende cellen: 
Dierlijke cel, Bacteriecel, plantencel en schimmelcel
Noem 3 biotische en 3 abiotische factoren.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JdW-klimwijzer

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanpassingen van planten aan hun milieu

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Aanpassingen van dieren aan hun milieu

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht onderwerpen
* ecosystemen
* aanpassingen van organismen aan hun omgeving
* bouw van planten

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Introductie
In en om de sloot leven planten en dieren samen.
Maar zonder water geen sloot….
Ook de temperatuur en de aanwezigheid
zonlicht spelen een rol!
Welke factoren vind jij belangrijk voor de omgeving waar jij leeft?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen les B1: Ecosystemen
Na deze les weet jij:
- wat een ecosysteem is,
- het verschil tussen een individu, populatie en leefgemeenschap is,
- herken je voedselrelaties in een voedselweb en voedselketen,
- weet je wat de begrippen producenten, consumenten en reducenten inhouden.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biotische en abiotische factoren
Welke factoren hebben invloed op organismen?
Organismen - alles wat leeft of heeft geleefd.
Verschillende organismen in dezelfde omgeving hebben invloed op elkaar.
De invloeden uit de levende natuur noem je biotische factoren.

Bekijk deze afbeelding goed.
Hier komt een vraag over! 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke biotische factoren zie je in deze dia?
A
de lucht
B
de bomen
C
de eekhoorntjes
D
het hert

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Biotische en abiotische factoren
De abiotische factoren bepalen mee welke organismen er in een bepaalde omgeving leven.
Abiotische factoren (niet levend):
- grondsoort
- temperatuur
- wind
- water
- zonlicht

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke abiotische factoren zijn voor ijsberen belangrijk?
A
een soortgenoot
B
de temperatuur
C
water
D
voedsel (vis)

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ecosysteem
Alle organismen in een bepaald gebied +
de  abiotische factoren samen noem je een  ecosysteem.

 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Producenten, consumenten, reducenten
Producenten zijn altijd planten:
zij maken als enige hun eigen voedsel.
Consumenten zijn dieren die planten eten
of dieren die dieren eten.
Reducenten zijn bacteriën en schimmels.
Zij breken planten en resten van dieren af tot mineralen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselrelaties
Alle organismen die in een bepaald gebied samen leven, noem je een levensgemeenschap.
Binnen een levensgemeenschap heb je verschillende populaties.
Ook zijn er dieren die liever alleen leven.
Zij leven als individu.
Welk dier is in de afbeelding het individu?
Kan dit dier ook tot een populatie behoren?


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zie je op de afbeelding een individu,
een populatie of
een levensgemeenschap?
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voedselrelaties
Wie eet wie?


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselrelaties
Een voedselketen begint altijd met planten!
Deze planten noem je producenten.
Producenten worden gegeten door dieren die planten eten. Deze dieren noemen consumenten .
Binnen de voedselketen geef je met een     
aan welk organisme wordt gegeten door…..
De afvaleters ruimen de resten van planten
en dieren op.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Producent
Consument
Reducent
Afvaleter

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voedelketen en voedselweb
voedselketen                                               voedselweb

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje voedselketen
In het filmpje zie je o.a. gras, een zebra en een leeuw.
Vertel na het filmpje wie de producent en wie de consument  is.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Peter ziet een boomstronk met
daarop een paddenstoel.
Een paddenstoel is het
voortplantingsorgaan van een schimmel.
A
een producent
B
een consument
C
een reducent
D
een producent en een consument

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies