Van iemand met een hoog inkomen, zijn de uitgaven ook veel hoger. Zo iemand woont bijvoorbeeld in een heel duur huis met heel hoge woonlasten. Als er dan iets tegenzit, kan hij/zij deze hoge lasten niet betalen.
Slide 6 - Tekstslide
Maak c t/m e van opgave 1
timer
5:00
Slide 7 - Tekstslide
1c
Slide 8 - Tekstslide
1d
Februari, maart, april, juni, juli, september, oktober en november
1e
Voorbeelden:
- Het geld in de overschotmaanden sparen en gebruiken in de tekortmaanden
- Bezuinigen op de uitgaven in de tekortmaanden
Slide 9 - Tekstslide
Deze les:
-Bespreken keuze vak -Intro nieuw hoofdstuk: het huishouden