H8.4 | Grafiek bij een woordformule

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Leerdoelen van de les;
  • Herhalen H8.1, H8.2 en H8.3
  • Instructie H8.4
  • Aan de slag;
  • Afsluiting van de les;

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen van de les
Aan het einde van de les:
  • Je kunt in een woordformule het begingetal en het stijggetal of daalgetal benoemen.
  • Je kunt bij een woordformule een tabel invullen en de grafiek tekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Lies brengt folders rond. Bij haar inkomsten hoort de woordformule:


Wat is het vaste bedrag?
Inkomsten (€) = 15 + 0,10 x aantal adressen

Slide 5 - Open vraag

Lies brengt folders rond. Bij haar inkomsten hoort de woordformule:


Wat krijgt Lies per adres?
Inkomsten (€) = 15 + 0,10 x aantal adressen

Slide 6 - Open vraag

Lies brengt folders rond. Bij haar inkomsten hoort de woordformule:


Wat zijn de inkomsten per week bij 160 adressen?
Inkomsten (€) = 15 + 0,10 x aantal adressen

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Formule en grafiek
prijs (€) = 12 + 3 x aantal doeken

Slide 9 - Tekstslide

Formule en grafiek
prijs (€) = 12 + 3 x aantal doeken
€12
is het vaste bedrag. Dat noem je het begingetal.

Slide 10 - Tekstslide

Formule en grafiek
prijs (€) = 12 + 3 x aantal doeken
€12
is het vaste bedrag. Dat noem je het begingetal.
€3
is de prijs per doek. Afhankelijk van het aantal doeken dat je bestelt, komt er €3 bij. €3 is het stijggetal.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het begingetal?

Slide 13 - Open vraag

Wat is het stijggetal?

Slide 14 - Open vraag

Wat is hier het begingetal?

Slide 15 - Open vraag

Wat is hier het daalgetal?

Slide 16 - Open vraag

Wat is hier het begingetal?

Slide 17 - Open vraag

Wat is hier het daalgetal?

Slide 18 - Open vraag

Aan de slag




Wat? ->  Maken: 8.3 opdr. 17 t/m 22 (blz. 165 t/m 168)
Waar? -> In je ruitjesschrift / in je werkboek (dingen invullen)
Wanneer?  -> Deze les. Alles wat niet af is, is huiswerk voor maandag 12 mei
Wat heb je nodig? -> Pen en rekenmachine
Klaar? -> Nakijken. 



Niet overleggen, geen vragen             -->
Niet overleggen, wel vragen                -->
Overleg én vragen wel toegestaan    -->

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide