BS 2.2 Skelet en houding

Opstart tijd

na de 5 min:

op je plek in starthouding
boek en pen op tafel
telefoon op stil en in de tas
timer
5:00
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Opstart tijd

na de 5 min:

op je plek in starthouding
boek en pen op tafel
telefoon op stil en in de tas
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H 2.2 Skelet en houding

1. Je kunt uitleggen hoe de wervelkolom schokken kan opvangen.
2. Je kan uitleggen wat een juiste lichaamshouding is.

3. Je kunt beenverbindingen benoemen 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vangt je wervelkolom schokken op?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vangt je wervelkolom schokken op?
-Dubbele S-vorm

-Tussen de wervels zitten kraakbeenringen.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wervel
wervel bestaat uit:
- wervellichaam
-wervelgat
-uitsteeksels

wervellichaam: geeft stevigheid aan je lichaam
wervelgat: hierin ligt het ruggenmerg (zenuwcellen)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je gaat aan de slag
Opdrachten blz. 81
Opdracht 2, 3, 5, 6
Klaar? dan maak je opdracht 8

timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Gezonde houding'
-Lichaamshouding:dubbele S-vorm 
- Je rug- en buikspieren. 
- De spieren zitten vast aan de wervels.



Zithouding
rechtop zitten, knieën 90 graden gebogen
als je aan tafel zit: onderarmen op tafel, elleboog 90 graden gebogen

Slide 8 - Tekstslide

antwoord:
Dubbele S-vorm
Deze werkt als een door schokbreker bij springen en als een soort veer bij het tillen van zware voorwerpen.

rechtop zitten
Laatste staande persoon, rechts onder
 

Rugspieren
zorgen ervoor dat je rug recht blijft.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Scoliose = de wervelkolom heeft 1 of 2 bochten naar de zijkant en is vaak ook nog om zijn as gedraaid. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goede manier van tillen is belangrijk.
  • Elke dag tillen is erg belastend.
  • Vaak tillen vergroot kans op rugklachten.
  • Zwaar tillen is super slecht voor je lichaam.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goede manier van tillen is belangrijk.
Waar moet je op letten??
  • Tillen vanuit je benen
  • Houd het voorwerp dicht bij je
  • Til niet te zwaar
  • Til niet te lang
  • Houd je rug recht

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hernia
  • Kraakbeenschijf puilt uit
  • Drukt op zenuwen
  • Operatie is soms een oplossing

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Je gaat aan de slag
Blz. 81 Opdracht 2, 3, 5, 6, 8

Blz. 85 Opdrachten 9, 11, 12, 13, 14 ( extra: 15)


timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H2.3 In beweging
korte Video

Huiswerk voor donderdag 30 november
H2.3 Opdrachten  - 1, 2, 3 (4, 5) 6, 7, 8, 9 (10) 11 (12)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bottenmemorie
Je speelt met z'n tweeën
Ik laat een bot zien
Je kruist het aan op je kaart
Kaart vol -->  BINGO !

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor speciale vorm heeft de wervelkolom?
A
s-vorm
B
dubbele s-vorm
C
o-vorm
D
dubbele o-vorm

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tussen de wervels zitten:
A
kraakbeenschijven
B
schokwervels
C
beenschijven
D
wervelschijven

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dankzij de vorm van je wervelkolom en de kraakbeenschijven:
A
blijf je rechtop staan
B
kun je lopen
C
kun je je ledematen bewegen
D
schokt je hoofd niet bij elke stap

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Elke wervel bestaat uit:
A
wervellichaam, wervelgat, kraakbeenschijf
B
wervelgat, uitsteeksels, zenuwen
C
wervellichaam, wervelgat, uitsteeksels
D
wervellichaam, wervelgat, bloedvaten

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het wervellichaam
A
bestaat uit zenuwen
B
geeft stevigheid aan de wervelkolom
C
bestaat uit kraakbeen
D
zorgt voor de verbinding met de kraakbeenschijf

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het wervelgat
A
ligt het ruggenmerg
B
liggen bloedvaten
C
ligt het wervellichaam
D
liggen zenuwen

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

het ruggenmerg bestaat uit
A
bloedvaten
B
zenuwcellen
C
kraakbeen
D
beenmerg

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een juiste lichaamshouding heb je
A
een rechte rug
B
iets gebogen rug
C
de armen naast je lichaam
D
de voeten naast elkaar

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je met gebogen rug tilt
A
slijten je wervels
B
komen de bloedvaten klem te zitten
C
kunnen de kraakbeenschijven beschadigen tussen de wervels uitpuilen
D
raakt je ruggenmerg beschadigd

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een hernia is
A
zenuwen die klem komen te zitten
B
bloedvaten die klem komen te zitten
C
Spieren die klem komen te zitten
D
Wervels die kapot zijn

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Scoliose is
A
Vergroeiing van de wervelkolom
B
Slijtage van de tussenwervelsschijven
C
Verslapping van de spieren
D
zenuw die in de knel zit

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maakwerk
Opdrachten Basis: 1 t/m 12
 Opdrachten Kader: 3 t/m 14

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies