HAVO Financiële Zelfredzaamheid Hoofdstuk 4 les 3

Hoofdstuk 4 
Hypotheken, les 3
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 
Hypotheken, les 3

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • De verschillen tussen consumptief krediet en hypothecair krediet noemen
  • De vormen van hypothecair krediet noemen
  • De voor- en nadelen van de hypotheekvormen noemen en berekenen (rente en aflossingsverplichtingen)
  • De periodieke interest bedragen, de periodieke aflossingsbedragen en schuldrest kunnen berekenen

Slide 2 - Tekstslide

Agenda 21 oktober
Vragen over opgave 4.11 t/m 4.22?
Uitleg hypotheekrenteaftrek
Opgaven maken

Slide 3 - Tekstslide

Hypothecaire lening
  • Langlopende lening met onroerend goed als onderpand
  • Geldgever heeft het recht van hypotheek (het zakelijk recht op een onroerend goed)
  • Rentepercentage is lager dan bij andere leningen
  • Notaris maakt hypotheekakte op en wordt ingeschreven in het hypotheekregister

Slide 4 - Tekstslide

Hypotheekrenteaftrek
- De rente over de hypotheeklening verlaagt het inkomen waarover inkomensheffing wordt geheven.
- Aflossing en rente zijn samen de bruto uitgaven.
- Bruto lasten min belastingvoordeel is netto uitgaven.

Zie volgende dia.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Het bruto-inkomen van Ans is € 50.000. Het percentage inkomstenbelasting is 37,07%. Ans sluit op 1 januari 2022 een lineaire hypotheek af van € 450.000 met een looptijd van 30 jaar, tegen een rentepercentage van 2% per jaar.

Bereken het belastingvoordeel van Ans in 2022 (rond af op hele euro's in het voordeel van Ans naar boven, bijvoorbeeld 3.500 )

Slide 7 - Open vraag

Hypotheekrente aftrek
Bruto jaarinkomen                             50.000            (50.000 0,3707 =  18.535  IB)        
 - betaalde hypotheek rente        -  9.000   (450.000 x 0,02 rente)
= belastbaar inkomen                       41.000             (41.000 x 0,3707 = 15.198  IB)

Belastingvoordeel 18.535 -15.198 = 3.337
Belastingvoordeel  sneller uitreken:
% inkomstenbelasting : 100 x betaalde rente
37,07 : 100 x 9.000 = 3.337





Slide 8 - Tekstslide

Bruto en netto hypotheek uitgaven
Belastingvoordeel = % IB : 100 x betaalde rente

Bruto hypotheek uitgaven = rente + aflossing

Netto hypotheek uitgaven = rente + aflossing - belastingvoordeel

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 4.24 t/m 4.30 maken 

Slide 11 - Tekstslide