basisregels technisch tekenen

basisregels technisch tekenen
Je kunt deze lessen zelfstandig volgen.
Lees de teksten, klik op de linkjes en beantwoord de vragen.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

basisregels technisch tekenen
Je kunt deze lessen zelfstandig volgen.
Lees de teksten, klik op de linkjes en beantwoord de vragen.

Slide 1 - Tekstslide

papierformaten
Via de volgende pagina's kom je op twee websites. Lees de teksten. Daarna krijg je hierover enkele vragen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Lees via de volgende link alleen het eerste gedeelte. Tot aan 'Langwerpig: DIN formaten'

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Als je een papier formaat A0 drie keer dubbel vouwt, krijg je een ...
A
A3
B
A4
C
A5
D
A6

Slide 6 - Quizvraag

Een kwart van een A4 papier is een ...
A
A3
B
A5
C
A6
D
A7

Slide 7 - Quizvraag

De papierformaten zijn gebaseerd op A0. Wat is er bijzonder aan dit formaat?
A
De lengte is precies twee keer de breedte.
B
Het wordt het meest gebruikt in printers.
C
Het heeft een oppervlakte van 1 m².
D
Het is het kleinste formaat.

Slide 8 - Quizvraag

tekenmaterialen
Via de volgende pagina kom je op een website over tekenmaterialen. Lees de teksten. Daarna krijg je hierover enkele vragen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Wat is een ander woord voor stifthouder?
A
fineliner
B
vulpotlood
C
etui
D
vulling

Slide 11 - Quizvraag

Op de site worden 7 materialen genoemd. Welke hoort er niet bij?
A
tekenpen
B
liniaal
C
vulpotlood
D
markeerstift

Slide 12 - Quizvraag

Waarom hebben sommige linialen een inktrand?
A
Dan verschuift de liniaal niet.
B
Dan krijg je een dunnere lijn.
C
Omdat je dan goed met een vulpen kunt tekenen.
D
Dan loopt de inkt niet onder de liniaal een veegt het niet uit.

Slide 13 - Quizvraag

tekenregels en afspraken
Op de volgende pagina's vind je enkele regels en afspraken. Maak ook hierna de vragen.

Slide 14 - Tekstslide

  1. kader
  2. titelblok
  3. schaal
  4. aanzichten
  5. lijnsoorten
  6. maten
  7. materialen en arceringen
  8. nauwkeurigheid

Slide 15 - Tekstslide

1. kader
Een technische tekening heeft altijd 
een kader. Dat is de rand om de 
tekening. Dit is het tekengebied.
De afstand van de rand 
tot het kader is 2 cm.
kader
kader

Slide 16 - Tekstslide

2. titelblok
Een technische tekening heeft altijd 
een titelblok. Hierin staan gegevens 
over de tekening.


titelblok
Bijvoorbeeld:
  • omschrijving van de tekening
  • naam van het bedrijf
  • naam van de tekening
  • adres
  • schaal
  • datum

Slide 17 - Tekstslide

3. schaal
Het is belangrijk om de juiste schaal te kiezen voor je tekening. Is je schaal te groot of te klein, dan kan het zijn dat je tekening niet duidelijk is af te lezen.

Op dit overzicht kun je zien welke
schalen vaak gebruikt worden.
Het heeft natuurlijk ook te maken 
met het papierformaat.



Slide 18 - Tekstslide

4. aanzichten
In een aanzicht zie je maar een kant van het bouwwerk of het werkstuk.
Vaak worden onderstaande aanzichten getekend.

vooraanzicht (VA)
linker zijaanzicht (LZA)
rechter zijaanzicht (RZA)
achteraanzicht (AA)
bovenaanzicht (BA) of plattegrond

Slide 19 - Tekstslide

Hiernaast zie je enkele aanzichten
van een huis.
Wat is de afkorting van het aanzicht
bij de rode pijl?
A
VA
B
LZA
C
BO
D
AA

Slide 20 - Quizvraag

5. lijnsoorten
Binnen de techniek gebruiken we een heleboel verschillende soorten lijnen.


Figuurlijnen: dat zijn de lijntjes van een vorm
in de technische tekening. Bijvoorbeeld
de vorm van een huis, een muur of een deur.

Hulplijnen: dat zijn lijnen die je gebruikt bij
het tekenen als hulp. Het zijn hele dunne
potloodlijnen. Je hoeft ze niet uit te gummen.

Slide 21 - Tekstslide

5. lijnsoorten
Binnen de techniek gebruiken we een heleboel verschillende soorten lijnen.


Maatlijnen: deze lijn geeft aan hoe lang iets is.
Het is een lijn met aan beide zijden een pijltje. In het midden van de lijn staat de maat. Dit is altijd in millimeters.
Dat is dus een van die vaste afspraken bij technisch tekenen.
 

Slide 22 - Tekstslide

5. lijnsoorten
Binnen de techniek gebruiken we een heleboel verschillende soorten lijnen.


Grenslijnen: deze lijnen staan aan de uiteinden van een (deel van de) vorm. Tussen deze twee lijnen staat de maatlijn. Ze helpen dus een beetje om aan te geven waar een maatlijn begint of eindigt. 
Hartlijnen: dit is een wat moeilijkere lijn. De lijn geeft de symmetrie-as aan van een figuur. Soms staat er ook een hartje bij.

Slide 23 - Tekstslide

6. maten
Als je een huis bouwt, een weg aanlegt of een vogelhuisje maakt, moet je de afmetingen weten. Daarom staan er maten op een tekening.

Zoals je net hebt geleerd gebruiken we hiervoor grenslijnen en maatlijnen. De maat staat altijd boven de maatlijnen. De maten zijn altijd in millimeters. Bij hele grote bouwwerken worden de maten ook wel eens anders genoteerd. Maar dat staat dan heel duidelijk aangegeven in het titelblok.

Slide 24 - Tekstslide

7.  materialen en arceringen
Op een tekening kun je ook materialen aangeven. Bijvoorbeeld of iets van hout is of van beton.
Dit kan met tekst maar ook met arceringen. Een arcering 
is het tekenen van verschillende soorten lijntjes of boogjes. 
Hiernaast zie je verschillende voorbeelden.
Als je arceringen gebruikt, moet je ook een legenda op je 
tekening zetten. Zo leg je uit wat je bedoelt met de 
verschillende soorten lijntjes.

Slide 25 - Tekstslide

8.  nauwkeurigheid
Een technische tekening moet heel nauwkeurig zijn. Als dit niet zo is kunnen er veel dingen mis gaan.
Een klein foutje in de tekening van een vliegtuig, kan grote gevolgen hebben. Maar ook in een eenvoudige bouwtekening kan een fout ervoor zorgen dat je te veel of te weinig materiaal hebt of dat het niet past.

 

Slide 26 - Tekstslide

8.  nauwkeurigheid
Het is dus belangrijk dat:
  • je lijnen op de millimeter nauwkeurig zijn. Dus als je 2,5 cm moet tekenen, mag dat niet 2,4 of 2,6 cm zijn.
  • je de lijn één keer tekent. Dus niet meerdere lijnen over elkaar heen.
  • je minimaal op twee punten checkt of een lijn de goede afstand heeft.
  • de lijnen evenwijdig en loodrecht lopen. Je kunt hiervoor bijvoorbeeld je geodriehoek gebruiken.
  • je papier er netjes uitziet. Dus niet gekreukeld.

 

Slide 27 - Tekstslide

In welke eenheid moet je de maten op een technische tekening noteren?
A
millimeters
B
centimeters
C
decimeters
D
meters

Slide 28 - Quizvraag

W
A
10 mm op de tekening is 1 mm in werkelijkheid.
B
1 mm op de tekening is 10 mm in werkelijkheid.

Slide 29 - Quizvraag

Wat staat er niet in een titelblok?
A
datum
B
schaal
C
adres
D
prijs

Slide 30 - Quizvraag

Finish!
Je bent aan het einde van dit onderdeel. Heb je ... vragen goed? Dan weet je genoeg om praktisch aan de slag te gaan.

Slide 31 - Tekstslide