Katapult Target 6 les 3 - toepassingen op mengsels

In deze les gaan we het hebben over 
mengsels.
Dit is een nieuwe les. 






We nemen eerst ons rakkertje bij de hand.









wat heb je nodig?
  • rekenboek p.5
  • rakkertje p.69
  • schrijfgerief
  • rekenmachine
  • scheurblok les 3

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeLager onderwijs

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

In deze les gaan we het hebben over 
mengsels.
Dit is een nieuwe les. 






We nemen eerst ons rakkertje bij de hand.









wat heb je nodig?
  • rekenboek p.5
  • rakkertje p.69
  • schrijfgerief
  • rekenmachine
  • scheurblok les 3

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Mengsels met dezelfde hoeveelheid.
We bekijken het 1ste voorbeeld in ons rakkertje.
We mengen koffie van verschillende soort. We gebruiken dezelfde hoeveelheid. We noteren in een schema. Het totale mengsel weegt 4 kg. We moeten de prijs zoeken voor 500 g.
De prijzen zijn verschillend. De prijs is aangegeven per kilogram. Dit moeten we nu berekenen. Dit zie je in het schema. 
In totaal heb je €48,40 voor 4 kg koffie. 
Met een tussenstap zoeken we de prijs voor 500 g. Dit zie je  in het schema.

Lees deze uitleg goed!

Slide 3 - Tekstslide

Mengsels met verschillende hoeveelheid.
We bekijken het 2de voorbeeld in ons rakkertje.
We mengen verschillende soorten appelsienen. We gebruiken een verschillende hoeveelheid. We noteren in een schema. Het totale mengsel weegt 9 kg. We moeten de prijs zoeken voor 3 kg.
De prijzen zijn verschillend. De prijs is aangegeven per kilogram. Dit moeten we nu berekenen. Dit zie je in het schema. In totaal heb je €15,15 voor 3 kg sap. Met een tussenstap zoeken we de prijs voor 3 kg. Dit zie je weer in het schema.

Lees deze uitleg goed!

Slide 4 - Tekstslide

Mengsels met meerdere producten.
We bekijken het 3de voorbeeld.
We mengen verschillende soorten fruit. We gebruiken een verschillende hoeveelheid. We noteren alles netjes in een schema. Het totale mengsel weegt 12 kg. We moeten de prijs zoeken voor 200 g.
De prijzen zijn verschillend. De prijs is aangegeven per kilogram. Dit moeten we nu berekenen. Dit mag met een rekenmachine. In het schema zie je de berekening. In totaal heb je €72,60 voor 12 kg fruit. 
Met een tussenstap zoeken we de prijs voor 1 kg en daarna voor 200 g. Dit zie je weer in het schema.

Lees deze uitleg goed!
We maken fruitsla. Hiervoor mengen we 5 kg aardbeien (10,62/kg) met 4 kg bananen (2,40/kg) en 3 kg appelen (€3,30/kg). De fruitsla wordt verdeeld in porties van 200 g. Wat is de totale prijs voor de fruitsla en wat is de prijs per portie?
Let op: we werken met euro's. We ronden af tot 2 cijfers na de komma.

Slide 5 - Tekstslide

Neem je rekenboek p. 5 nr. 1
Lees goed de opdracht!!
Markeer wat belangrijk is om een vraagstuk op te lossen.
In deze oefening krijg je wat hulp bij het opstellen van je bewerking. Het schema is zeer belangrijk. Dit helpt je om alles netjes onder elkaar te noteren.

Er zijn 2 vragen. 1 is de prijs voor alles en 2 is de prijs per zakje.
In dit mengsel werken we met eenzelfde hoeveelheid.
Je kan het zelf proberen of je doet het stap per stap met me mee.

Slide 6 - Tekstslide

oefening 1
  1. Je vult eerst in wat je weet uit de gegevens
  2. Er zijn evenveel beertjes als kersen met een totaal van 4 kg. Dus zijn dat elk 2 kg
  3. Je berekent nu de prijs van de beertjes, van de kersen en de totale prijs.

Slide 7 - Tekstslide

oefening 1 - vervolg

4. Je kent de prijs voor 4 kg snoepjes. Je moet de prijs zoeken voor 250 g.
Dit kan met een tussenstap naar 1 kg.
Hiervoor deel je het gewicht door 4 én de prijs ook door 4.
Daarna zoek je voor 250 g. Om van 1 kg naar 250 g te gaan, moet je weer delen door 4.
Maar: je kan het ook onmiddellijk doen door te delen door...16
5. Bijna klaar: reken nu correct uit en vul de antwoorden aan met een zin.

Slide 8 - Tekstslide

oefening 2
  1. Lees goed de opdracht en markeer. Vul  in wat je weet uit de gegevens.
  2. Er zijn nu verschillende hoeveelheden. Let op om dit aan te vullen in het schema.
  3. Je berekent nu de prijs van de maïs en de granen maar ook de totale prijs. Je mag een rekenmachine gebruiken.

Slide 9 - Tekstslide

oefening 2 - vervolg

4. Je kent de prijs voor 9 kg voedsel. Je moet de prijs zoeken voor 100 g.
 9 kg = 9 000 gram
Om van 9 kg naar 100 gram te gaan, moet je delen door...
90 natuurlijk. Dit doe je bij het voedsel, maar ook bij de prijs.
5. Bijna klaar: reken nu correct uit en vul de antwoorden aan met een zinnetje.

Slide 10 - Tekstslide

Oefening 3 en 4 maak je alleen. Teken zelf het schema.
Het gemakkelijkste is dat je er een gelijnd of geruit blad bij neemt of in de open ruimte van je werkboek met een lat en potlood een zevental horizontale lijnen trekt om op te schrijven.
tips:
  • Je mag een rekenmachine gebruiken.
  • Lees telkens zeer goed de opdracht.
  • Markeer de belangrijkste informatie.
  • Maak een schema zoals we aangeleerd hebben.
  • Noteer eventueel de tussenstappen op een kladblad.
  • Geldwaarden worden altijd afgerond tot 2 cijfers na de komma.
  • Noteer telkens je bewerking voluit.
  • Formuleer een antwoord op de vraag.
  • Alleen als je niet meer verder kan omdat je het niet begrijpt, mag je even kijken in de verbetersleutel om je verder op weg te zetten.

Slide 11 - Tekstslide

Neem de verbetersleutel en
corrigeer deze les met groene balpen.
Doe dit zeer correct.
Controleer het volledige schema.
 Noteer onderaan IV (individueel verbeterd)

Slide 12 - Tekstslide

Om deze oefeningen  nog eens extra in te oefenen
neem je je scheurblok en maak les 3. Dit is een verplichte opdracht!
Laat je niet ontmoedigen want het was niet zo gemakkelijk.



Het mopje vind je zoals steeds op de laatste slide.

Slide 13 - Tekstslide

Neem een foto van p. 5 en stuur door.

Slide 14 - Open vraag

Neem een foto van p. 6 en stuur door.

Slide 15 - Open vraag

Neem een foto van je scheurblok les 3 en stuur deze door.

Slide 16 - Open vraag

De juf zegt tegen de klas: ‘Schrijf honderd woorden over je lievelingsdier.’ 
Isa heeft geen idee. Ze begint maar te schijven: ‘Vorig jaar is mijn kat weggelopen en mijn ouders hebben haar de hele nacht geroepen: Poes, poes, poes, poes...’

Slide 17 - Tekstslide