H3-3 - 19-1

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma 19-1
  • Herhaling 3-2
  • Oefenopgaven 3-2
  • Theorie 3-3
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling H3-2
Enkelvoudige en samengestelde rente

Hoe zat het ook al weer?

Slide 3 - Tekstslide

Enkelvoudige rente
Op spaardeposito's krijg je enkelvoudige rente: de rente wordt niet aan je spaargeld toegevoegd, maar wordt apart uitgekeerd.

Enkelvoudige rente = rentepercentage : 100 x spaarbedrag


Slide 4 - Tekstslide

Samengestelde rente met groeifactor
Samengestelde rente = Deze rente wordt jaarlijks bijgeschreven op je spaarrekening. Hierdoor neemt je spaartegoed elk jaar met de rente toe.
Berekening = Rentepercentage : 100 x (spaarbedrag + bijgeschreven rente)

Stappenplan:
1. Maak van het rentepercentage een decimaal getal (: 100)
2. Bereken de groeifactor = decimale getal + 1
3. Na één jaar is het spaartegoed: bedrag x groeifactor
     Na twee jaar is het spaartegoed: bedrag x groeifactor x groeifactor

Slide 5 - Tekstslide

Oefenopgaven
Wat: Oefenopgaven in Fronter
Hoe: Individueel en elkaar helpen
Tijd: 15 minuten
Resultaat: Je kunt nu:
  • Enkelvoudige rente berekenen
  • Samengestelde rente berekenen
Klaar: Start alvast aan H3-3. We kijken dadelijk gezamenlijk na!

Slide 6 - Tekstslide

3.3 Geld lenen kost geld!

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
Na deze les weet je:
  • welke redenen je kunt hebben om te lenen
  • hoe je de kosten van een lening berekent
  • welke soorten leningen er zijn
  • waarom een koop op afbetaling ook een lening is

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Leenmotieven
  • tijdelijk geldtekort
  • aanschaf duurzaam consumptiegoed, bijv. auto
  • onverwachte  dringende uitgave
  • aankoop van een huis          (= hypothecaire lening)

Slide 10 - Tekstslide

Kredietvormen

Consumptief krediet:

  • Persoonlijke lening, vast bedrag en vast termijn.
  • Doorlopend krediet, Max. krediet om te lenen. 
  • Salariskrediet, rood staan tot max. bedrag.

  • Koop op afbetaling, bij een winkel. 


Slide 11 - Tekstslide

Kredietkosten

Je leent € 2.000 en betaalt dit terug in 12 termijnen van € 180.

Bereken de kredietkosten!


Slide 12 - Tekstslide

Kredietkosten

Je leent € 2.000 en betaalt dit terug in 12 termijnen van € 180.

Bereken de kredietkosten!


12 x € 180       =            € 2.160

Lening was                  € 2.000

Kredietkosten            €      160

                                         

Slide 13 - Tekstslide

Mark wil graag een nieuwe telefoon kopen. Hij heeft onvoldoende geld. Zijn vader heeft deze maand geld tekort vanwege de aanbetaling van de vakantie.

Van welke twee leenmotieven is hier sprake?
A
tijdelijk geld tekort en onverwachts dringend geld tekort
B
tijdelijk geld tekort en aanschaf duurzaam consumptiegoed
C
onverwachts dringend geld tekort en aanschaf duurzaam consumptiegoed
D
aanschaf consumptiegoed en dringend geld tekort

Slide 14 - Quizvraag

Kredietkosten zijn….
A
Het geld dat je leent
B
De rente die je betaald over de lening

Slide 15 - Quizvraag

Je leent €15.000 met een looptijd van vijf jaar en betaalt in maandtermijnen van €300,-. Wat zijn de kredietkosten?
A
€300
B
€3000
C
€15000
D
€18000

Slide 16 - Quizvraag

Aan de slag!
Wat: maken 3-3 via online methode
Hoe: Individueel
Tijd: 25 minuten
Resultaat: Je weet nu:
  • welke redenen je kunt hebben om te lenen
  • hoe je kosten van een lening berekent
  • welke soorten leningen er zijn
  • waarom en koop op afbetaling ook een lening is
Klaar: Zorg dat je antwoord kunt geven op de bovenstaande doelen. Maak een sv of start aan H3-4

Slide 17 - Tekstslide

Zijn de leerdoelen duidelijk?
  • Welke redenen kun je hebben om te lenen?
  • Welke soorten leningen zijn er?
  • Hoe bereken je de kosten van een lening?
  • Waarom is een koop op afbetaling ook een lening?

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
  • Afmaken H3-3 in online methode
  • Zorg dat je antwoorden kunt geven op de doelen en noteer eventuele vragen.

Slide 19 - Tekstslide