- Je kunt beeld en opmaak in een activerende tekst herkennen.
- Je weet het verschil tussen commerciële en ideële reclame.
- Je kent het tekstverband middel en doel.
- Je kent het voorwaardelijk tekstverband.
Slide 2 - Tekstslide
Activerende tekst
Tekstdoel: activeren Tekstsoort: activerende tekst Tekstvorm: advertentie, affiche, folder, uitnodiging...
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Naast de gebruikelijke vragen die je je zelf stelt tijdens het lezen van een tekst, is er één vraag die je specifiek bij activerende teksten zou moeten stellen. Welke vraag is dit? 30 seconden met je buur, daarna delen.
Slide 5 - Tekstslide
Waar denk je aan bij lay-out?
30 seconden met je buur, daarna delen.
Slide 6 - Tekstslide
Beeld/ opmaak/ lay-out
Slide 7 - Tekstslide
Lay-out activerende tekst aandacht trekken
Denk aan:
kleur
lettertype
lettergrootte
verdeling over de pagina
dik of schuin drukken van woorden
illustraties
Slide 8 - Tekstslide
Functies van beelden in teksten:
aandacht trekken
illustreren
voorbeeld geven
informatie aan de tekst toevoegen
Slide 9 - Tekstslide
Doel?
Commercieel of ideëel?
Doelgroep?
Doel?
Commercieel of ideëel?
Doelgroep?
Slide 10 - Tekstslide
Teksverband middel/doel
Signaalwoorden: om te, met als doel, waarmee, daarmee....
voorbeeld:
Ze heeft bijles genomen om goed te kunnen scoren in de volgende toetsweek.
Slide 11 - Tekstslide
Oefening 1: tekstverband doel/middel
Noteer wat in de volgende zinnen het middel is en wat het doel.
Noteer ook het signaalwoord.
1. Om een heel goede hardloper te worden, zul je veel kilometers moeten rennen.
2. Ze had alle opgaven van het hoofdstuk al gemaakt, waarmee ze aan de docent haar goede werkhouding wilde laten zien.