Wereldreligies

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak goede combinaties 
Feiten
Meningen
Persoonlijk
Belangrijk
simpel
Wanneer is het vakantie?
Levensvragen
Algemene vragen
Levensvragen
Algemene Vragen
Levensvragen
Algemene vragen

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Religie betekent hetzelfde als godsdienst
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Monotheïsme betekent:
A
Het geloven in meerdere Goden
B
Het geloven in 1 God
C
Het katholieke geloof
D
Het Romeinse Rijk

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke godsdiensten geloven in 1 god:
A
boeddhisme, islam, jodendom
B
christendom, islam, hindoeïsme
C
islam, jodendom, christendom
D
jodendom, christendom, boeddhisme

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar geloven humanisten niet in?
A
god
B
bovennatuurlijk
C
spiritualiteit

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een atheïst gelooft vooral dat:
A
de mens contact kan maken met God door te bidden
B
de mens na dit leven naar de hemel of hel gaat
C
de wereld door God is gemaakt
D
er geen god bestaat

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de onderstaande zinnen is juist?
A
De islam heeft de meeste aanhangers in Nederland
B
De meeste boeddhisten in ons land komen uit Afrika
C
Hindoes geloven dat je na je dood naar de hemel of hel gaat
D
Orthodoxe gelovigen volgen de voorschriften in hun religie nauw na

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk van de onderstaande zinnen is niet juist?
A
De meeste hindoes uit ons land komen uit Suriname
B
Een religie waarbij de aanhangers geloven in meerdere goden noem je monotheïstisch.
C
Met Kerstmis vieren christenen de geboorte van Jezus.
D
Moslims komen samen in een moskee.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hierboven zie je de symbolen, sleep de betekenis naar de juiste symbool. 


Geluk
Vrede
Geneeskunde
Vrouw
Zinloos geweld

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

hindoeïsme
boeddhisme
islam
jodendom
christendom
Bekijk dit plaatje en beantwoord de vraag op de volgende slide

Slide 11 - Tekstslide

Vertel:  
er zijn een heleboel verschillende geloven en ook verschillende manieren om te geloven. 
van de vijf grote wereldgodsdiensten: hindoeïsme, boeddhisme, jodendom, christendom en islam, worden er drie tijdens het museumbezoek behandeld. Dit zijn: het hindoeïsme, het boeddhisme en de islam.  
Extra informatie voor de leerkracht: de keuze voor deze drie geloven hangt samen met de aanwezigheid van collectie. Over het jodendom en christendom is in het museum namelijk weinig tot geen collectie aanwezig. 

Hoe noemen we de bijeenkomstplaats van de Islam?
A
Moskee
B
Tempel
C
Kerk

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk godsdienst hoort bij de kleur paars?
A
Jodendom
B
Christendom
C
Hindoeïsme
D
Boeddhisme

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk godsdienst hoort bij de kleur lichtgroen?
A
Jodendom
B
Islam
C
Hindoeïsme
D
Boeddhisme

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke godsdienst geloven de minste mensen in?
A
Overige religies
B
Hindoeïsme
C
Boeddhisme
D
Jodendom

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Reïncarnatie betekent
A
Het lichaam komt terug op aarde na overlijden
B
Leven na de dood
C
De geest komt terug in een andere gedaante

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de naam voor ‘gebruiken bij speciale gelegenheden’ (bijvoorbeeld de geboorte van een kind)?
A
feestelijkheden
B
geschriften
C
rituelen
D
symbolen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een mythe is een waargebeurd verhaal
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een belangrijk kenmerk van een mythe?
A
Een mythe is een oud verhaal uit een ander land
B
Een mythe is een verhaal dat vaak gaat over goden en mensen
C
Een mythe is een verhaal uit de Bijbel
D
Een mythe is een verzonnen verhaal dat moeders aan kinderen vertellen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voorwerp of afbeelding waarmee een bepaalde boodschap wordt uitgedragen noem je een:
A
mythe
B
ritueel
C
symbool
D
voorschrift

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor staat dit symbool?
(De betekenis)
A
bloei
B
vrijheid
C
Vrede

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor betekenis heeft dit symbool:
A
vrijheid
B
zinloos geweld
C
vrede

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hierboven zie je afbeeldingen van rituelen.
Sleep de juiste betekenis naar het ritueel.
Geboorte
Dodenherdenking
gedenken
Geslaagd
Oud&Nieuw

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hierboven zie je de symbolen die horen bij de 5 grootste godsdiensten van Nederland.

Sleep de godsdienst naar het juiste symbool. 
Hindoeisme
Christendom
Islam
Boeddhisme
Jodendom

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat vond je
van deze toets?

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies