Brugklas V - much / many etc RECAP
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke woorden gebruik je om 'veel' aan te geven?
A
much, a few, a lot of
B
many, a few, a lot of
C
much, many, a lot of
D
much, many, a few
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Sta extra stil bij geld = niet telbaar
I've got ........... money in my wallet.
A
many
B
much
C
a lot of
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
I don't have ........... €1 coins.
A
much
B
many
C
a lot of
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk(e) woord(en) gebruik je om
'een beetje' of 'een paar' aan te geven?
'een beetje' of 'een paar' aan te geven?
A
a little, few
B
a little, a few
C
little, a few
D
little, a few
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
She's got ............. (een paar) pounds in her savings account.
A
a little
B
a few
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
There's only ................. (een beetje) time left.
A
a little
B
a few
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het verschil tussen
'a few'/'a little' en 'few'/'little'?
'a few'/'a little' en 'few'/'little'?
timer
1:00
Slide 10 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
......... (weinig) people know why we celebrate Carnaval.
A
a little
B
a few
C
little
D
few
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
I understand ............ (een beetje) French but I speak ............... (weinig) German.
A
a little - a little
B
a few - a few
C
a little - little
D
a few - few
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
