Prefixes and Suffixes (Voorvoegsel & Achtervoegsel)

Voorvoegsels en Achtervoegsels
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Voorvoegsels en Achtervoegsels

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
PREFIXES (Voorvoegsels)
- Uitleg 
- Opdrachten

Goal(s)
...know and use prefixes (voorvoegsels)  for example unhappy and refill . 

Slide 2 - Tekstslide

Voorvoegsels en Achtervoegsels
Prefixes en suffixes

Slide 3 - Tekstslide

Prefixes (Voorvoegsels)

1. Wat weet je al over voorvoegsels? 

2. geef een voorbeeld


Slide 4 - Tekstslide

Wat hebben al deze woorden in het gemeen?
Unsure
Unkind
Unpack
Repaint
Reheat
Rewrite

Slide 5 - Tekstslide

Prefix 
Deze komen voor een woord, om hiermee de betekenis te veranderen.
Bijvoorbeeld :
fair   --      unfair                               eerlijk - oneerlijk
Example: It's unfair to give you five tests in one week. 

Slide 6 - Tekstslide

Prefixes (voorvoegsels)
- zijn letters die je aan het begin van een woord zet; om de betekenis te veranderen.

Bijvoorbeeld :
fair -- unfair   (eerlijk - oneerlijk)    /    write - rewrite   (schrijven - herschrijven)

1.  It's unfair to give you five tests in one week. 
2.  I have to refill my water bottle.

Slide 7 - Tekstslide

'Un'
Je gebruikt   'un-'    vóór een woord als...

1.    ... vervanging voor 'not'                                    
Voorbeeld: I am unhappy. (I am not happy)


Slide 8 - Tekstslide

'Un'
Je gebruikt   'un'   vóór een woord als...

1.     ... vervanging voor 'not' (unhappy)
2.    ... je het tegenovergestelde van een woord bedoeld. 
Voorbeeld: The machine just stands there unused (We don't use the machine). 


Slide 9 - Tekstslide

'Un'
Je gebruikt   'un'   vóór een woord als...

1.    ...   vervanging voor 'not' (unhappy)
2.   .. je het tegenovergestelde van een woord bedoeld.(unused)
3.   ...  je iets ongedaan maakt
Voorbeeld: I unfriended him on Instagram. (I don't want him as a friend anymore)


Slide 10 - Tekstslide

'Re'
Je gebruikt 're-' vóór een woord als je iets opnieuw doet.


Slide 11 - Tekstslide

'Re'
- "Re" betekent  'opnieuw'.
- Je gebruikt   're-'   vóór een woord als je iets opnieuw doet.

Voorbeeld: 
1. I retell my story to my grandmother, she didn't hear me the first time!  (re+tell).
2. Wait up, I need to retie my shoe!  (re+tie).

Slide 12 - Tekstslide

Prefix (Voorvoegsel)
  • In het Nederlands gebruik je ook her als een voorvoegsel
  • Schrijven          herschrijven
  • Gebruiken        hergebruiken
  • Formuleren     herformuleren
  • Her gebruik je om aan te geven dat je iets opnieuw doet of moet doen. In het Engels gebruik je dan re. 
  • rewrite, reuse, reformulate

Slide 13 - Tekstslide

Use the prefix:
We need to ......... (heat) our food, it had gone cold.

Slide 14 - Open vraag

Use the prefix:
We need to ......... (heat) our food, it had gone cold.
A
unheat
B
reheat

Slide 15 - Quizvraag

One of my TikTok followers is annoying, so I'm going to ............ (friend) him.
A
unfriend
B
refriend

Slide 16 - Quizvraag

If you smile a lot, you will never be .......... (happy).
A
unhappy
B
rehappy

Slide 17 - Quizvraag

Exercises
Maak de volgende opdrachten af:

1. Ex. 31  a / b / c   (pg. 74)

2. Ex. 32  a / c    (pg. 75)


timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Any questions?

Slide 19 - Tekstslide

Voorvoegsels en Achtervoegsels
Prefixes en suffixes

Slide 20 - Tekstslide

Agenda
PREFIXES (Voorvoegsels)
- Recap
- Opdrachten (online)

Goal(s)
...know and use prefixes (voorvoegsels)  for example unhappy and refill . 

Slide 21 - Tekstslide

Recap

  1. Wat zijn Voorvoegsels (Prefixes)?  letters die je aan het begin van een woord zet om de betekenis veranderen. 
  2. Wanneer gebruik je '-un' ?  'niet' of 'het tegenovergestelde' of 'iets ongedaan maakt'.
  3. Wanneer gebruik je '-re'? als je iets opnieuw doet.

Slide 22 - Tekstslide

'-un' 
-Je gebruikt '-un' vóór een woord als...
1. ... een vervanging voor 'not' 
(not happy -  unhappy)

2. .. je het tegenovergestelde van een woord bedoeld.
(fair - unfair)
3. ... je iets ongedaan maakt. (unfollow)


  '-re'

- Je gebruikt '-re' vóór een woord als je iets opnieuw doet

e.g. rewrite, repaint

My bottle is empty. I have to refill it.

Slide 23 - Tekstslide

Use the prefix:
We need to ......... (heat) our food, it had gone cold.
A
unheat
B
reheat

Slide 24 - Quizvraag

One of my TikTok followers is annoying, so I'm going to ............ (friend) him.
A
unfriend
B
refriend

Slide 25 - Quizvraag

Exercises
Maak het werkblad af
timer
7:00

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Slide 28 - Link

Any questions?

Slide 29 - Tekstslide

Voorvoegsels en Achtervoegsels

Slide 30 - Tekstslide

Agenda
SUFFIXES (Achtervoegsels)
- Uitleg 
- Opdrachten

Goal(s)
...know and use suffixes (achtervoegsels)  for example hairless  and singer

Slide 31 - Tekstslide

Recap

  1. Wat zijn Voorvoegsels (Prefixes)?  letters die je aan het begin van een woord zet.
  2. Wanneer gebruik je '-un' ?  'niet' of 'het tegenovergestelde' of 'iets ongedaan maken'.
  3. Wanneer gebruik je '-re'? als je iets opnieuw doet.

Slide 32 - Tekstslide

  1. ergens mee eens zijn = to agree 
  2. ergens mee oneens zijn = to disagree
  3. schrijven = to write
  4. herschrijven = to rewrite
  5. vriendelijk = friendly / kind
  6. onvriendelijk = unfriendly of unkind
  7. eerlijk  = fair
  8. oneerlijk = unfair
Meaning changes by Prefixes 

Slide 33 - Tekstslide

Suffix (Achtervoegsel)
Deze komen achter een woord, om hiermee de betekenis te veranderen.
Bijvoorbeeld:
Bike --> Biker              (Fiets --> Fietser)
Draw --> Drawing     (Tekenen --> Tekening)

*Wat verandert er hier?


Slide 34 - Tekstslide

Suffixes (achtervoegsels)
In de les gaan we deze 4 behandelen:

'-er' , '-ful' , '-less' , '-ing

Slide 35 - Tekstslide

Achtervoegsels
'-er'
1. voor degene die iets doet. (singer, painter, writer enz...)

2. om iets te vergelijken (in de vergrotende trap)
(1. small -> smaller        2. dark -> darker)

Slide 36 - Tekstslide

ACHTERVOEGSELS

'-er'
1. voor degene die iets doet.
 e.g: singer, painter, writer  enz...


'-ful'
-wanneer iets of iemand een (bepaalde) eigenschap bevat.
e.g: My dog is very playful



'-less'
- betekent 'zonder'.
e.g. He walked around the restaurant shoeless. 


'-ing'
- uitkomst van een actie.
e.g: What a beautiful painting!


      

Slide 37 - Tekstslide

ACHTERVOEGSELS
'-ful'
-wanneer iets of iemand een (bepaalde) eigenschap heeft.
e.g: My dog is very playful

'-less'
- betekent 'zonder'.
e.g. He walked around the restaurant shoeless

'-ing'
- uitkomst van een actie.
e.g: The building is old. 

'-able'
 - om te zeggen dat iets mogelijk is. ("able" betekent letterlijk kunnen)        
e.g: The letters are not readable.         

Slide 38 - Tekstslide

Exercises
1. ex. 33 c / d      (p. 76/77)
2. ex. 34               (p. 77)
3. ex.  35              (p. 77) make the correct combinations



Huiswerk: ex. 26  (pg.71)  &  ex. 27 a  (pg. 71/72)
timer
20:00

Slide 39 - Tekstslide

Any questions?

Slide 40 - Tekstslide

Voorvoegsels en Achtervoegsels

Slide 41 - Tekstslide

Agenda
SUFFIXES (Achtervoegsels)
- Opdrachten (online)


Goal(s)
...  know and use prefixes (voorvoegsels) and suffixes (achtervoegsels). 

Slide 42 - Tekstslide

Prefixes (voorvoegsels)
'-un'  &  '-re'
-Je gebruikt 'un' vóór een woord als...
 ... vervanging voor 'not' (unhappy)
. .. je het tegenovergestelde van een woord bedoeld.(unused)
. ... je iets ongedaan maakt.(untie)

- Je gebruikt 're-' vóór een woord als je iets opnieuw doet. (e.g. rewrite)

Suffixes (achtervoegsels)
'-er', '-ful', '-less', '-ing'

1. '-er':  degene die iets doet. 

2. '-ful': wanneer iets of iemand een eigenschap heeft.

3. '-less':  betekent 'zonder'.

4. '-ing':  uitkomst van een actie.

Slide 43 - Tekstslide

Prefixes
Suffixes
Komt ná het woord
Komt vóór het woord

Slide 44 - Sleepvraag

Prefixes
Suffixes
re, non, il
er, ing, less, ment
misuse, unknown
building, agreement

Slide 45 - Sleepvraag

Complete the words with the correct suffixes (drag the suffixes to the correct spot)
er
less
ing
ment
sing....
draw...
assign..
home...

Slide 46 - Sleepvraag

One of my TikTok followers is annoying, so I'm going to ............ (friend) him.
A
unfriend
B
refriend

Slide 47 - Quizvraag

Use the prefix:
We need to ......... (heat) our food, it had gone cold.
A
unheat
B
reheat

Slide 48 - Quizvraag

Slide 49 - Link

Any questions?

Slide 50 - Tekstslide