KA34+35. Emancipatiebewegingen & democratisering

Tijdvak 8: 1800-1900
Burgers & stoommachines
KA34+35: Emancipatie- bewegingen & democratisering
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Tijdvak 8: 1800-1900
Burgers & stoommachines
KA34+35: Emancipatie- bewegingen & democratisering

Slide 1 - Tekstslide

Samenhang tussen de KA's
KA34: de opkomst van emancipatiebewegingen
KA35: voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
KA36: de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik: Verlichting
18e eeuw (vorig tijdvak):
  • Verlichting -> gelijkheidsidealen
  • Democratische revoluties -> machtshebbers afgezet

Maar: wat is hier eigenlijk van terecht gekomen?

Slide 3 - Tekstslide

Ongelijkheid in de 19e eeuw
  • Ongelijkheid is toegenomen: fabriekseigenaren maken veel winst, arbeiders leven in armoede
  • Afgezette vorstenhuizen weer opnieuw aangesteld (conservatieve reactie): Nederland krijgt zelfs voor het eerst een eigen koningshuis
  • Stemrecht alleen voor rijke mannen
  • Eén dominant geloof per land; mensen met ander geloof achtergesteld
Koning Willem I

Slide 4 - Tekstslide

Liberalen: minder koning,
meer democratie
  • Liberalen willen macht vorsten inperken en meer democratie
  • 1830: België onafhankelijk van Nederland, krijgt een liberale grondwet
  • 1848: Revolutiejaar: in veel Europese landen wordt de koning afgezet
NL: Willem II ook bang voor een revolutie -> liberale grondwet van Thorbecke
-> kleine rol koning, grote rol parlement, beperkte kiesrecht, vrijheid van geloof & meningsuiting


Johan Thorbecke

Slide 5 - Tekstslide

Ontstaan emancipatiebewegingen
Maar: liberalen pakken ongelijkheid in de samenleving niet aan. 
-> Er ontstaan verschillende emancipatiebewegingen die opkomen voor gelijke rechten van achtergestelde groepen:
  • Confessionelen: orthodoxe protestanten & katholieken
  • Socialisten: opkomen voor de arbeiders
  • Feministen: voor vrouwenkiesrecht en gelijke behandeling vrouwen

Slide 6 - Tekstslide

Stap voor stap meer kiesrecht
1848 - 1919: langzame uitbreiding van kiesrecht
  • 1917: Algemeen mannenkiesrecht
  • Vrouwen mochten wel verkozen worden (passief
    kiesrecht) maar niet stemmen: Socialist Suze Groenewege
    in 1918 als eerste vrouw in de Tweede Kamer
  • 1919: Vrouwenkiesrecht (algemeen kiesrecht)

Slide 7 - Tekstslide

Politiek wordt (meer) voor iedereen
  • Door algemeen kiesrecht krijgen emancipatiebewegingen meer macht in de Tweede Kamer 
  • Feministen geen eigen partij, maar nauwe banden met socialisten
  • In nieuwe wetten wordt meer rekening gehouden met alle groepen
  • Maar: is politiek nu voor / door iedereen?

Slide 8 - Tekstslide

Samenhang tussen de KA's
KA34: de opkomst van emancipatiebewegingen
KA35: voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
KA36: de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit hoe deze KA's samenhangen en elkaar beïnvloeden

Slide 10 - Open vraag

Volgende week
  • Maandag: Pinksteren, vrij!
  • Woensdag: dieper in op politieke stromingen
Voorbereiding: zoek uit of er nu nog 'emancipatiepartijen' in de TK zijn
  • In de tussentijd: werken aan je PO!
Deadline verslag volgende week vrijdag 10, posterpresentatie maandag 13
Stuur me een mailtje als je vragen hebt!

Slide 11 - Tekstslide