8.5 maw a5

8.5 Oplossing: natievorming
  • Je kunt de visies van de modernistische en de nationalistische school op natievorming uitleggen.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen een natie en een etnie.

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

8.5 Oplossing: natievorming
  • Je kunt de visies van de modernistische en de nationalistische school op natievorming uitleggen.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen een natie en een etnie.

Slide 1 - Tekstslide

Draag je oranje tijdens Koningsdag?

Slide 2 - Poll

Twee visies
  • Modernistisch: Nederland is een natie omdat de machthebbers bewust hebben geprobeerd de sociale cohesie te stimuleren.
  • Nationalistisch:  Nederland is een natie ongeacht de inspanningen van de machthebbers, omdat we bij elkaar horen en tradities en cultuur deelden.

Slide 3 - Tekstslide

Natie of de Staat als lijm van de samenleving
Nationalistisch
Modernistisch
Naties zijn ontstaan in de middeleeuwen
Verhalen en mythen zijn belangrijk
Tradities zijn belangrijk
'invented traditions'
Bindingen > Sociale cohesie >Natie > Staat
Staatsvorming > Bindingen > Sociale cohesie > Natie

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hoe zorgt oud en nieuw voor sociale cohesie? 

Slide 6 - Tekstslide

Natievorming 
Naties: volken die hun eigen staat hebben of willen vormen
-> mensen voelen zich verbonden met elkaar


gebrek aan cohesie 
conflict 
creëren van naties 
natievorming

Slide 7 - Tekstslide

Natievorming in Nederland
Om mensen zich verbonden te laten voelen met elkaar hebben staten hun macht gebruikt. Bv. Koning Willem I probeert de sociale cohesie te versterken door:



Modernistisch: 
Strategie van de politieke elite om de bevolking aan de staat te binden.

Slide 8 - Tekstslide

Natie

  • Een volk (groep met eigen cultuur, geschiedenis en taal) dat een eigen staat wilt vormen of in een eigen staat woont. 
Etnie

  • Een volk zonder de wens in een eigen staat te wonen.
Niet alle naties hebben een staat, niet elke staat huist één natie!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Aan de slag! 
  • Dossieropdracht
  • Maak opdracht 13 uit het werkboek

Slide 11 - Tekstslide