les 1: Het debat

Het debat
lesdoelen:  
1. Je herkent de principes van een debat
2. Je begrijpt de ( maatschappelijk sociale ) functies van debat
3. Je kent de de valkuilen in debat


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het debat
lesdoelen:  
1. Je herkent de principes van een debat
2. Je begrijpt de ( maatschappelijk sociale ) functies van debat
3. Je kent de de valkuilen in debat


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Link

de laatste aflevering van het lagerhuis debat. We kijken dit vanaf 4 minuten tot 10.43. Dan de volgende dia. Dan terugkomen en luisteren naar de opmerkingen van de jury vanaf 10:43
Wat viel je op / verbaasde je/ irriteerde je, of vond je leerzaam aan dit debat?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.1 Je herkent de principes van een debat
1. Basis principe: Uit meningsverschillen ontspringt de waarheid. 
2. Je onderzoekt wat jouw mening is over een onderwerp. In een debat verdedig je je mening met argumenten. 
3. Je kunt ook overtuigd woorden door de goede argumenten van een ander. 
4. Je houdt je aan de gespreksregels in een debat. Het debat verloopt ordelijk. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk zelf een goede gespreksregel binnen een debat.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Je begrijpt de ( maatschappelijk sociale ) functies van debat
Debatteren dwingt je om telkens een standpunt in te nemen en dat te onderbouwen met overtuigende argumenten. Je wordt gedwongen om actief na te denken over maatschappelijke vraagstukken, waardoor je inzichten in de maatschappij verwerven. Dit is een een intellectuele verrijking.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zou het zin hebben om te debatteren over de gang van zaken binnen onze school? Tussen leerlingen onderling/ directie?

Leg uit.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Je kent de de valkuilen in debat: verkeerde argumenten/ drogredenen
Wat zijn verkeerde argumenten of drogredenen?
1. Het leggen van verkeerde verbanden: als dit , dan dat
2. Overhaaste generalisatie: 'alle mensen, alle jongeren'. 
3. Cirkelredenering: Ik ben de baas omdat ik het hier voor het zeggen heb." "Natuurlijk had ik er een reden voor, want anders had ik het niet gedaan."
4.Argumenten uit de weg gaan: Niemand twijfelt eraan dat...Natuurlijk is het zo dat...
5.Beroep op traditie : We doen het nu eenmaal nou altijd zo. Het is traditie.
6. Pragmatisch redeneren: De aandacht van de kern van de zaak afleiden. 
7. Autoriteitsdrogreden: Omdat ik het zeg...

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

extra tips: 
- Probeer goede bronnen te zoeken voor je argumenten. Zeker als je met cijfers wilt komen.
- Neem de tijd om na te denken en rustig te spreken. 
- Als je emotie voelt opkomen , neem dan even rust. Een argument uit emotie is niet altijd waar. Of zeg het erbij: 'Dit maakt me boos' of verdrietig. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij nog tips
voor een goed debat?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het debat
terugblik lesdoelen:  
1. Je herkent de principes van een debat: Je gebruikt argumenten , je leert van elkaar en je houdt je aan gespreksregels.
2. Je begrijpt de ( maatschappelijk sociale ) functies van debat: Je krijgt inzicht in maatschappelijke ontwikkelingen en je verrijkt jezelf ermee ( intellectueel) 
3. Je kent de de valkuilen in debat: Je kent verschillende vormen van drogredenaties.
Volgende week: Wat zijn goede stelling & Oefenen ( ook met drogredenaties)


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

les 2 
leerdoelen:
1. Je haalt terug wat we geleerd hebben over argumenten
2. Je denkt na en leert over goede stellingen.
2.  Je denkt na over zinvolle  stellingen in een debat.


Maar eerst... Wat maakt een argument goed of fout;)?...

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

uitleg : Argumenten
Een argument is een reden waarom jou mening waar is. 
Goede argumenten hebben 2 hoofdkenmerken:

1. Een goed argument is waar

2. Een goed argument is geldig (het gaat over het onderwerp)


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Herhaling: Je kent de de valkuilen in debat: verkeerde argumenten/ drogredenen
Wat zijn verkeerde argumenten of drogredenen?
1. Het leggen van verkeerde verbanden: als dit , dan dat
2. Overhaaste generalisatie: 'alle mensen, alle jongeren'. 
3. Cirkelredenering: Ik ben de baas omdat ik het hier voor het zeggen heb." "Natuurlijk had ik er een reden voor, want anders had ik het niet gedaan."
4.Argumenten uit de weg gaan: Niemand twijfelt eraan dat...Natuurlijk is het zo dat...
5.Beroep op traditie : We doen het nu eenmaal nou altijd zo. Het is traditie.
6. Pragmatisch redeneren: De aandacht van de kern van de zaak afleiden. 
7. Autoriteitsdrogreden: Omdat ik het zeg...

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stellingen
Maar: Je moet eerst een stelling bedenken. Dit kun je doen als je een probleem signaleert. Er zijn 3 soorten stellingen:

1. De waardestelling, bijvoorbeeld "Moderne kunst is een schande."
2. De beleidsstelling, bijvoorbeeld "Het gebruik van paddo's moet verboden worden."
3. De definitiestelling, bijvoorbeeld "Putin is een dictator."

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De stelling : 
De stelling moet controversieel ( spanning opleveren) zijn binnen de groep die erover debatteert.
Het moet meteen duidelijk zijn waar de stelling over gaat.
De stelling moet absoluut geformuleerd zijn.
Een goede stelling moet prikkelen, pijn doen en geen nuance bevatten.
De stelling bestaat uit maximaal vijftien woorden.
De formulering van een stelling is altijd positief.
De stelling mag geen argumenten bevatten.
De stelling mag niet innerlijk tegenstrijdig zijn.
Ondubbelzinnig formulering.
De stelling mag geen ‘truism’ bevatten als twistpunt; met andere woorden: je moet voor of tegen kunnen zijn. “Armoede moet de wereld uit” valt niet te bespreken.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

website met stellingen
Hierna zie je een website met allemaal stellingen. 
Je kiest er er 1 of 2 interessante stellingen uit en schrijft deze in de dia daarna op.
Schrijf je naam erbij.
We gaan daarna stemmen welke stelling het leukste is. We kiezen er maximaal 3. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Kijk rond op de site. Zoek een stelling uit binnen niveau 1 & 2 die jij zou willen behandelen.

Schrijf het hier op:

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de naam op
Van diegene die volgens jou
een leuke stelling heeft.
We kiezen een top 3
voor volgende week

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

volgende week:Oefenen met het lagerhuis debat: 

In Lagerhuisopstelling (tegenover elkaar, waarbij je twee partijen 
hebt, de voorstanders en de tegenstanders)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies