02 Energiegebruik

Energiegebruik
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Energiegebruik

Slide 1 - Tekstslide

Lesonderwerpen
Energie meten
Energieprofiel
Energiebesparingen

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les kan de student:
  • benoemen hoe je energiegebruik meet
  • belangrijke factoren benoemen voor verschil in energieprofielen
  • een simpel energieprofiel maken
  • voorbeelden van energiebesparing benoemen

Slide 3 - Tekstslide

Energie meten
We willen energie in [kWh] weten
of soms in [J]




stroommeter in [A]

Slide 4 - Tekstslide

Wat meet je met de eenheid [W]?

Slide 5 - Open vraag

Energie meten
We willen energie in [kWh] weten
of soms in [J]

                                                            E = P · t              &            P = U · I
                                                   [kWh] = [kW] · [h]              [W] = [V] · [A]
                                                   of   [J] = [W] · [s]
stroommeter in [A]

Slide 6 - Tekstslide

Wat gebruikt meer energie?
Een laptop van 300 W voor 4 uur aan, of een oven van 3 kW die een kwartier aan staat?
A
Laptop
B
Oven

Slide 7 - Quizvraag

Wat gebruikt meer energie?
Een 10 A waterkoker in het stopcontact voor 5 minuten aan zetten, of een mobieltje met 2 A en 5 V in 2 uur opladen.
A
Waterkoker
B
Mobieltje

Slide 8 - Quizvraag

Energie meten
Er zijn energieslurpers en energiesluipers
  • Waterkoker
  • Inductieplaat
  • Föhn

  • Koelkast
  • Kerstverlichting
  • TV

Slide 9 - Tekstslide

Energie meten
Slimme meter meet [kWh] ieder 15 min of 1 uur





Laat stroomgebruik vanuit het net zien

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Vragen
  1. Wat is er slim aan een slimme meter?
  2.  Wanneer wordt een slimme meter uitgelezen door de energieleverancier?
  3. Hoe werkt een slimme meter?
  4. waar zijn de P1 en P2-poort voor?
  5. Waarom is een slimme meter handig in de energievoorziening van de toekomst?
  6. Hoe wordt de privacy gewaarborgd met een slimme meter?
  7. Hoe geldt dat voor de energieverbruiksmanager?

Slide 12 - Tekstslide

Energieprofiel
grafiek van al het energiegebruik in de tijd (jaar/week/dag)
variatie in:
  • dag vs. nacht
  • week vs. weekend
  • lente, zomer, herfst en winter
  • residentieel, commercieel en industrieel

Slide 13 - Tekstslide

Energieprofiel
voorbeelden

Slide 14 - Tekstslide

Energieprofiel
voorbeelden

Slide 15 - Tekstslide

Energieprofiel
Vergeet niet: energiegebruik kan ook in andere vormen dan elektriciteit
  • Warm tapwater
  • Motoren op (bio-) brandstof
  • Verwarming
Behandel deze in een aparte energieprofiel

Slide 16 - Tekstslide

Energieprofiel
Op basis van het energieprofiel kan je bepalen hoeveel zonnepanelen, windmolens, batterijen ed. nodig zijn.

Het systeem moet voldoen aan de totale energievraag en het maximale vermogen (energie in korte tijd).

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 2.1
Maak in excel een energieprofiel van een dag bij jou thuis. Doe dit op basis van de lijst standaard energiegebruik van elektrische apparaten (zie voorbeelddocument). Maak van de gevallen een grafiek en beantwoord de volgende vragen:
  1. Om welke dag gaat het?
  2. Op welk moment wordt het meeste en het minste energie gebruikt?
  3. Hoeveel energie is er in totaal gebruikt?

Slide 18 - Tekstslide

Energiebesparing
Om het energiesysteem zo klein mogelijk te houden kan met het energieprofiel al gekeken worden naar energiebesparingen.

Ook kan er gekeken worden om het maximale vermogen te verkleinen door minder apparaten tegelijk aan te hebben.

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeelden van energiebesparing

Slide 20 - Woordweb

Welke maatregel zorgt voor de grootste besparing?
A
thermostaat een paar graden lager zetten
B
verlichting uit doen als je de kamer uit loopt
C
wasmachine aan zetten als het zonnig is
D
een zuinigere koelkast kopen

Slide 21 - Quizvraag

Lesonderwerpen
Energie meten
Energieprofiel
Energiebesparingen

Slide 22 - Tekstslide