Woordenschat lichaam en gezondheid groep 3

Woordenschat - Het lichaam 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 2,3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat - Het lichaam 

Slide 1 - Tekstslide

Het lichaam
Wat weten jullie al?


Slide 2 - Tekstslide

De handpalm
De wijsvinger
De duim
De ringvinger
De middelvinger
De pink
De pols
De knokkel

Slide 3 - Tekstslide

De enkel

Slide 4 - Tekstslide

De kuit

Slide 5 - Tekstslide

De knieholte

Slide 6 - Tekstslide

De navel

Slide 7 - Tekstslide

De heup

Slide 8 - Tekstslide

De huid
De pupil
Het voorhoofd
Het ooglid
De wenkbrauw
Het neusgat

Slide 9 - Tekstslide

Afsluitende quiz

Slide 10 - Tekstslide

Waar zie je een pupil?
A
B
C
D

Slide 11 - Quizvraag

De pols zit tussen je onderbeen en voet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Wat zie je op het plaatje?
A
De pols
B
De wijsvinger
C
De handpalm
D
De knokkel

Slide 13 - Quizvraag

De navel zit aan je voet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Waar zie je het voorhoofd?
A
B
C
D

Slide 15 - Quizvraag

Wat zie je hier?
A
De enkel
B
De knieholte
C
De kuit
D
De heup

Slide 16 - Quizvraag

Wat zie je op het plaatje?
A
De pols
B
De wijsvinger
C
De handpalm
D
De knokkel

Slide 17 - Quizvraag

Welke vinger is het langst?
A
De middelvinger
B
De ringvinger
C
De pink
D
De wijsvinger

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noem je de binnenkant van je hand?
A
De knokkel
B
De handpalm
C
De pols
D
De pink

Slide 19 - Quizvraag

De wenkbrauw zit boven je oog.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Goed gedaan!

Slide 21 - Tekstslide