Les 5 - 24012025 - EHBO deel 3

WELKOM KLAS 1!
1 / 57
volgende
Slide 1: Tekstslide
Burgerschap (wonen)PraktijkonderwijsLeerjaar 1-4

In deze les zitten 57 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WELKOM KLAS 1!

Slide 1 - Tekstslide

JdW-klimwijzer

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Startklaar
  • Kauwgom uit.
  • Oordopjes uit. 
  • Jassen uit.
  • Ga op je plek zitten.
  • Telefoon in zakkie in je tas.
  • Tas onder je tafel.

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling vorige les. 
  • Opdracht vijf stappen van EHBO.
  • Theorie AED en reanimatie.
  • Herhaling theorie stabiele zijligging.
  • Oefenen stabiele zijligging.
  • Nabespreken oefening stabiele zijligging. 
  • Theorie Rautekgreep
  • Oefenen Rautekgreep
  • Nabespreken oefening Rautekgreep. 
  • Terugblikken les en  lesdoelen.
  • Afsluiting les.

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen:

  • Na de les kan ik de vijf stappen van EHBO in de juiste volgorde ordenen. (T1)
  • Na de les kan de ik uitleggen wat een AED is.
  • Na de les kan ik stappen van reanimeren vertellen. 
  • Na de les kan ik de stabiele zijligging uitvoeren volgens de opgestelde criteria. (T1)
  • Na de les kan ik de rautekgreep uitvoeren volgens de opgestelde criteria. (T1)


Slide 6 - Tekstslide

Denken Duo Delen
Wat weet je nog over de vijf stappen van EHBO?
  • Denken: Denk eerst zelf goed na. Dit doe je in stilte!

  • Duo: Bespreek heel zacht met je buurman/vrouw je antwoord.
  • Delen: Vertel aan de klas wat jullie besproken hebben.
timer
1:00
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het nummer dat je belt in een noodgeval in Nederland?

Slide 8 - Open vraag

Wanneer moet je 112 bellen? Geef een voorbeeld.

Slide 9 - Open vraag

Waarom is het belangrijk om rustig te blijven bij een noodgeval?

Slide 10 - Open vraag

Opdracht: De vijf stappen van EHBO ordenen.
Hoe: Je krijgt van de docent een werkblad.

Tijd: 15 minuten.

Wat: Je gaat alleen het werkblad maken. Hierop staan de stappen van EHBO. Je gaat ze in de goede volgorde zetten. 

Resultaat: Je kan de vijf stappen van EHBO in de goede volgorde zetten. 

Klaar: Je geeft bij de docent aan dat je klaar bent. Als de docent aangeeft dat het de goede volgorde is dan mag je de plaatjes plakken.  
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

AED en Reanimatie

Slide 12 - Tekstslide

Wat weet jij al van reanimeren?

Slide 13 - Woordweb

Ken jij iemand met hartproblemen? Of iemand die een hartstilstand heeft gehad?

Slide 14 - Open vraag

Hoeveel mensen per week krijgen in Nederland een hartaanval?
A
100
B
200
C
300
D
400

Slide 15 - Quizvraag

Hoe groot is een mensenhart?
A
zo groot als een mandarijn
B
Zo groot als een vuist
C
Zo groot als een voetbal
D
Zo groot als een knikker

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Het verschil tussen een hartstilstand en hartaanval/ hartinfact

Een hartstilstand is levensbedreigend. Het hart stopt met kloppen en pompt geen bloed meer rond. Het is in feite een circulatiestilstand. Daardoor krijgen de organen geen bloed en dus ook geen zuurstof meer. Je raakt bewusteloos. Al na 4 tot 6 minuten raken hersencellen onherstelbaar beschadigd. Daarna lopen ook andere organen schade op. De meest voorkomende oorzaak van een hartstilstand is een hartinfarct. Een hartstilstand kan ook komen door andere hartproblemen.

Bij een hartinfarct, ook wel hartaanval genoemd, raakt een kransslagader van het hart plotseling verstopt. Een deel van het hart krijgt geen bloed en zuurstof meer. Bij een hartinfarct ben je bij kennis.

Slide 18 - Tekstslide

Symptomen
Een drukkende pijn op de borst is het meest duidelijke signaal bij een hartinfarct. Het voelt alsof iemand een band om je borst snoert. Bij een hartinfarct gaat dit gevoel niet over. 
De pijn op de borst gaat vaak samen met: uitstralende pijn naar de armen, schouderbladen, hals, kaak of maagstreek, zweten, misselijkheid of braken. Bij een hartinfarct zijn er soms ook minder duidelijke signalen. Die komen vaker bij vrouwen voor dan bij mannen. Ook bij ouderen en patiënten met diabetes kunnen de signalen onduidelijk zijn. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Misschien een hartinfarct?
Start met reanimeren !
Meteen!

De eerste stap = controleren van de ademhaling

Je kan het niet fout doen. 
Niks doen is de enige fout, die je kan maken!

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Hoe vaak moet iemand ademhalen in 10 seconden?
A
1 keer
B
2 keer
C
4 keer
D
8 keer

Slide 23 - Quizvraag

Hoe vaak geef je borst-compressies?
A
20 keer
B
25 keer
C
2 keer
D
30 keer

Slide 24 - Quizvraag

Hoe heet een schokapparaat?
A
AED
B
ADD
C
ADHD
D
AAD

Slide 25 - Quizvraag

Hoe vaak geef je mond op mond beademing?
A
1 keer
B
2 keer
C
3 keer
D
4 keer

Slide 26 - Quizvraag

Wat doe je als eerste als je een slachtoffer ziet liggen?
A
Ademhaling checken
B
112 bellen
C
veiligheid checken
D
vraag 'gaat het?'

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Video

Met welke handeling begint een reanimatie?

Slide 29 - Open vraag

Wat zijn de volgende handelingen van een reanimatie van een reanimatie?

Slide 30 - Open vraag

Daarna bel je 112. Waarom legt de hulpverlener de telefoon naast het hoofd van het slachtoffer?

Slide 31 - Open vraag

Hoeveel ademhalingen wil e ongeveer voelen in 10 seconden?

Slide 32 - Open vraag

Wie praat hier eigenlijk?

Slide 33 - Open vraag

Waarom mag je patiënt niet aanraken?

Slide 34 - Open vraag

Hoe was het ook weer? Hoeveel compressies en hoeveel beademingen?

Slide 35 - Open vraag

Opdracht: Rollenspel
Wie: In groepjes van vier.
Hoe: Een rollenspel
Tijd: 20 minuten

Wat:  Je gaat met je groepje oefenen met het bellen naar de meldkamer en het toepassen van de AED en reanimeren. 1 leerling is een slachtoffer, 1 leering belt naar de meldkamer, 1 leerling oefent met reanimeren, 1 leerling oefent met de AED.

Resultaat: Je hebt geoefend met het voeren van een telefoongesprek naar de meldkamer. Je hebt geoefend met het gebruiken van de AED en reanimeren.
Klaar: Je geeft bij de docent aan dat je klaar bent en wacht op een signaal van de docent. 
timer
20:00

Slide 36 - Tekstslide

Nabespreken opdracht rollenspel:
  • Welke rol had jij?
  • Wat ging er goed?
  • Wat ging er minder goed?
  • Wat zou je de volgende keer anders doen?

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Even opfrissen over stabiele zijligging
De stabiele zijligging is een manier om iemand veilig neer te leggen als hij of zij bewusteloos is, maar wel ademt. Het is belangrijk om te zorgen dat de persoon veilig ligt en niet kan stikken.
De stabiele zijligging zorgt ervoor dat de persoon kan ademen en niet kan stikken als er bijvoorbeeld braaksel of speeksel in de mond zit. Het is belangrijk om de persoon goed in de gaten te houden en 112 te bellen voor hulp.
  • Controleer of de persoon bij bewustzijn is.
  • Controleer of de persoon ademt.
  • Geen reactie? Leg de persoon in de stabiele zijligging.
  • Draai het hoofd naar beneden.
  • Zorg ervoor dat de luchtwegen vrij blijven.
  • Blijf de ademhaling controleren. 

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Opdracht: Oefenen stabiele zijligging
Hoe: De docent geeft je een stappenplan van de stabiele zijligging. 
Tijd: 20 minuten
Wat: In tweetallen lees je de stappenplan door. Je zoekt in de klas ruimte om met elkaar de stabiele zijligging te oefenen.
Resultaat: Je kan de stabiele zijligging toepassen.
Klaar: Je geeft bij de docent aan dat je klaar bent. De docent komt kijken hoe je de stabiele zijligging uitvoert. 

Slide 41 - Tekstslide

Nabespreken uitvoeren stabiele zijligging.
  1. Wat ging er goed bij het uitvoeren van de stabiele zijligging?
  2. Wat ging er minder goed? Waar had je moeite mee?
  3. Wat zou je de volgende anders of beter doen?
  4. Welke tip zou je iemand geven die de stabiele zijligging voor het eerst moet uitvoeren? 
  5. Hoe ging de samenwerking met je klasgenoot?

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Theorie over de rautekgreep
De Rautekgreep is een techniek die wordt gebruikt om iemand snel en veilig uit een gevaarlijke situatie te halen. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn bij een ongeluk of als iemand zich op een gevaarlijke plek bevindt, zoals bij een brand of op een drukke weg. Met de Rautekgreep kun je iemand voorzichtig naar een veilige plaats verplaatsen zonder de verwondingen te verergeren.

Wat is de Rautekgreep?
De Rautekgreep is een manier om iemand met minimale kracht en zonder verdere schade te verplaatsen. Je gebruikt deze techniek als de persoon niet zelf kan lopen of als het te gevaarlijk is voor hen om zelf te bewegen. Het is belangrijk dat je voorzichtig bent en geen letsel veroorzaakt bij het verplaatsen van de persoon.





Slide 44 - Tekstslide

Theorie over de rautekgreep
Wanneer gebruik je de Rautekgreep?
Als de persoon zich in een gevaarlijke situatie bevindt, bijvoorbeeld op een drukke straat of dichtbij een brand.
Als de persoon niet zelf kan bewegen, bijvoorbeeld bij een bewusteloze persoon die niet kan lopen.
Als de situatie snel moet worden opgelost, bijvoorbeeld als er onmiddellijk hulp nodig is en de persoon snel naar een veiliger plek moet worden gebracht.
Waar moet je op letten?
Wees voorzichtig: De Rautekgreep moet met zorg worden uitgevoerd om te voorkomen dat de persoon meer letsel oploopt, vooral als er sprake is van een verwonding aan de rug of nek.
Blijf rustig: Het is belangrijk om rustig te blijven en de persoon zo snel mogelijk maar voorzichtig te verplaatsen naar een veilige plek.
Controleer de ademhaling: Controleer altijd of de persoon goed ademt en of er geen belemmering van de luchtwegen is.


Slide 45 - Tekstslide

Theorie over de rautekgreep
Samenvatting:
De Rautekgreep wordt gebruikt om iemand snel en veilig uit een gevaarlijke situatie te halen.
Je trekt de persoon voorzichtig omhoog door hun polsen vast te pakken.
Deze techniek is handig bij ongelukken, brand of andere gevaarlijke situaties.
Het is belangrijk om rustig en voorzichtig te werk te gaan om verder letsel te voorkomen.
De Rautekgreep is een nuttige techniek in noodsituaties, maar het is altijd belangrijk om goed op de veiligheid van de persoon en jezelf te letten.

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Video

Opdracht: Oefenen rautekgreep
Hoe: De docent geeft je een stappenplan van de rautekgreep. 
Tijd: 20 minuten
Wat: In tweetallen lees je de stappenplan door. Je zoekt in de klas ruimte om met elkaar de rautekgreep te oefenen.
Resultaat: Je kan de rautekgreep toepassen.
Klaar: Je geeft bij de docent aan dat je klaar bent. De docent komt kijken hoe je de rautekgreep uitvoert. 

Slide 48 - Tekstslide

Nabespreken uitvoeren rautekgreep.
  1. Wat ging er goed bij het uitvoeren van de rautekgreep?
  2. Wat ging er minder goed? Waar had je moeite mee?
  3. Wat zou je de volgende anders of beter doen?
  4. Welke tip zou je iemand geven die de rautekgreep voor het eerst moet uitvoeren? 
  5. Hoe ging de samenwerking met je klasgenoot?

Slide 49 - Tekstslide

Nabespreken les

Slide 50 - Tekstslide

Denken Duo Delen
Wat weet je nu over de AED en reanimeren?
  • Denken: Denk eerst zelf goed na. Dit doe je in stilte!
  • Duo: Bespreek heel zacht met je buurman/vrouw je antwoord.
  • Delen: Vertel aan de klas wat jullie besproken hebben.
timer
1:00
timer
1:00

Slide 51 - Tekstslide

Terugkijken op de leerdoelen:
  • Na de les kan ik de vijf stappen van EHBO in de juiste volgorde ordenen. (T1)
  • Na de les kan de ik uitleggen wat een AED is.
  • Na de les kan ik stappen van reanimeren vertellen.
  • Na de les kan ik de stabiele zijligging uitvoeren volgens de opgestelde criteria. (T1)
  • Na de les kan ik de rautekgreep uitvoeren volgens de opgestelde criteria. (T1)

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

Kennispiramide:
  1. Pak je map erbij en ga naar je kennispiramide.
  2. Wat heb je vandaag geleerd?
  3. Vul dit in op je kennispiramide.
  4. Doe de kennispiramide in je JDW map en zorg dat je deze elke les bij je hebt!

Slide 54 - Tekstslide

Dit is belangrijk in het dagelijks leven omdat:

Slide 55 - Woordweb

Wat vond je van de afgelopen les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 56 - Poll

Welk cijfer zou je jezelf geven voor aandacht tijdens deze les?
010

Slide 57 - Poll