Examentraining - aanpak tekst (2022 TV2)

Examentraining 
Aanpak tekst (2022 TV2)
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Examentraining 
Aanpak tekst (2022 TV2)

Slide 1 - Tekstslide

Examentekst 1
Ga naar blz 221 van je examenbundel.
Tekst 1 - examen 2022 (tijdvak 2)

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekenen de meerkeuzeantwoorden?
A. Gevolgen -> wat er gebeurt met de leefomgeving NA de bomenkap.
B. Oplossing -> HOE kunnen we bomenkap tegengaan?
C. Positieve milleueffecten -> iets dat GOED is voor de bomen
D. Samenwerking -> samen een taak volbrengen als boomeigenaren 
Ze willen weten wat het hoofdonderwerp is, dus waar de hele tekst overgaat.

Slide 3 - Tekstslide

Globaal lezen: titel, eerste en laatste alinea, de rest scannen. Wat viel op? 

Slide 4 - Tekstslide

Samengevat:
  • Kappen is pure verspilling.
  • Volwassen bomen een tweede leven.
  • Elke behouden boom is mooi meegenomen.
  • Drie verplaatste platanen maken het ondertussen prima.
  • Bewoners reageren kritisch op geplande kap. 
Welk antwoord past hier het beste bij?

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekenen de antwoorden?
  • Aanleiding -> waarom het geschreven is. 
  • Samenvatting -> Van te voren kort wat in de rest van de tekst wordt uitgewerkt.
  • Voorbeeld -> extra informatie bij het onderwerp.
  • Vragen -> er moeten vragen gesteld worden, dus er moet een vraagteken staan.
Je moet kijken wat er nog meer gebeurt in de inleiding, naast het introduceren van het onderwerp. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat zie je in alinea 1,2 en 3?
  • Schrijver begint met een voorbeeld over wat er allemaal verkocht wordt op internet. 
  • Vervolgens komt hij met voorbeeld dat een gemeente bomen zocht en een andere gemeente deze te koop had aangeboden.
  • Daarna wordt verteld dat Arjen Zoontjes de website bomenmakelaar.nl; een online marktplaats voor bomen, het afgelopen najaar heeft gelanceerd. -> dit is dus pasgeleden gebeurd, dus nieuws.

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent dat? 

Slide 8 - Tekstslide

Je moet het verband zoeken met deze zin 
en de alinea's 4,5, en 6.

Slide 9 - Tekstslide

A. Tegenstelling die milieuwinst verzwakt -> Een tegenovergestelde dat de uitspraak 'elke behouden boom is meegenomen' minder belangrijk maakt.
B. Voorwaarden over milieuwinst -> Iets wat gedaan moet worden om de bomen te behouden.
C. Toelichting  die milieuwinst verklaart -> extra uitleg om hier meer over duidelijk te maken.
Wat is de betekenis van de meerkeuzeantwoorden?

Slide 10 - Tekstslide

Wat zie je in alinea 4,5 en 6?
Er wordt uitgelegd waarom een behouden boom goed voor je is. En waarom dit milieuwinst oplevert. 

Slide 11 - Tekstslide

Er wordt extra uitleg gegeven over milieuwinst.

Slide 12 - Tekstslide

Je moet 3 dingen opzoeken uit de tekst, waardoor het hitte-eilandeffect gebeurt. 
Wat betekent 'hitte-eilandeffect?
Zoek dit eerst in de tekst op. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat zie je in alinea 4?
Hitte-eilandeffect
  •  Wordt gelijk uitgelegd wat het is: het is daar gemiddeld warmer dan in de omgeving.
  • Daarna wordt er verteld waardoor dit komt (dit zie je aan het woordje vanwege). 
  • Je moet drie oorzaken noemen van het hitte-eiland effect.

Slide 14 - Tekstslide

Antwoord: 
  • Tekort aan wind en vegetatie
  • Teveel aan zonnewarmteabsorberende materialen
  • Aanwezigheid van gemotoriseerd verkeer

Slide 15 - Tekstslide

Wat vindt Zoontjes van het effect van bomen? En wat vindt Hiemstra daarvan? Hoe wordt dat uitgewerkt in alinea 7?
Wat is de betekenis van de meerkeuzeantwoorden?
  • Aanvulling -> Hiemstra voegt meer informatie toe
  • Nuancering -> Hiemstra maakt het minder belangrijk
  • Tegenstelling -> Hiemstra is het niet eens met Zoontjens
  • Voorbeeld -> Hiemstra geeft extra verduidelijking

Slide 16 - Tekstslide

Wat zie je?
  • In alinea 5 zie je de mening van Zoontjens: "Bomen verkoelen hun directe omgeving. Dat verhoogt de leefbaarheid."
  • In alinea 7 zegt Hiemstra ook positieve invloed te zien van bomen in de stad. Hij beaamt het. Beamen betekent dat je het ermee eens bent. 

Slide 17 - Tekstslide

Hiemstra is het eens met Zoontjes en beaamt de goede  van de bomen. Dat ze cruciaal zijn voor de mensen.

Slide 18 - Tekstslide

Grote spelers is een verwijzing naar iemand. Naar wie wordt er verwezen?

Slide 19 - Tekstslide

Wat zie je?
  • Na de 'grote spelers' komt het signaalwoord 'als'. Dan wordt er gelijk uitgelegd wie ze bedoelen. 
  • Als we verder lezen zien we dat het om de grootste bomeneigenaren gaat. 

Slide 20 - Tekstslide

Je leest in de tekst alleen over bomeneigenaren en over de organisaties die daarbij horen.

Slide 21 - Tekstslide

Welk signaalwoord zie je?
Welke samenhang is er tussen alinea 12 en 13? 

Slide 22 - Tekstslide

Wat zie je?
  • In alinea 12 wordt uitgelegd dat er een plan is om een platform te lanceren.
  • In alinea 13 komt er een aanvulling, wat ze met zo een platform kunnen doen.  

Slide 23 - Tekstslide

Het middel is een platform om bomenkennis te bundelen en het doel is om burgers te informeren.

Slide 24 - Tekstslide

Vanaf welke alinea begint deelonderwerp 2?
Vanaf welke alinea begint deelonderwerp 3? 

Slide 25 - Tekstslide

Wat doe je? 
Je leest elke eerste zin van de alinea

Slide 26 - Tekstslide

En nu?
  • Je hebt elke eerste zin van de alinea's gelezen.
  • De deelonderwerpen staan in volgorde -> dat betekent dat je niet terug kan springen.
  • Je hebt gezien bij vraag 2, dat alinea 1,2 en 3 bij de inleiding hoort. Daar kunnen we deelonderwerp 1 'bomenmakelaar populair' aan koppelen.
  • Alinea 4 begint met de zin: 'Elke behouden boom is mooi meegenomen.' Hier begint duidelijk een nieuw deelonderwerp, namelijk deel 2 'positieve invloed bomen'.
  • T/m alinea 8 gaat het over positieve dingen van de bomen,
  • Alinea 9 begin met: 'Aan het verplaatsen van bomen hangt volgens Hiemstra wel een pittig prijskaartje.' Dit gaat niet meer over de positieve eigenschappen die bomen met zich meebrengen. Hier begint dus deel 3, verplanting van bomen.

Slide 27 - Tekstslide



Dus je antwoord moet zijn:

Slide 28 - Tekstslide

Ze geven al aan dat het tekstdoel informeren is.
De vraag is: waarover wordt in de HELE tekst informatie gegeven. 

Slide 29 - Tekstslide

Het gaat om het verplaatsen van bomen en de voordelen daarvan. Daardoor kan een woonwijk ook leefbaarder gemaakt worden. 

Slide 30 - Tekstslide

Wat betekenen de meerkeuzeantwoorden?
A. Advertentie heeft als doel om je over te halen lid te worden van de bomenmarktplaats
B. Artikel heeft als doel je te informeren
C. Discussiestuk heeft als doel je te overtuigen (ergens iets wat van te vinden)
D. Verslag geeft weer hoe iemand iets heeft gedaan.

Slide 31 - Tekstslide

Je hebt in vraag 9 kunnen lezen dat het doel informeren is. Dat betekent dat alleen B juist kan zijn.

Slide 32 - Tekstslide

Hoofdgedachte is in één zin samengevat, waar de tekst over gaat. 
Dit moet over de HELE tekst gaan, niet een gedeelte van de tekst.

Slide 33 - Tekstslide

Hoe pak je dit aan?
  • Lees wat er staat.
  • Bij A, is het eerste gedeelte waar. Maar er staat nergens in de tekst dat we zuinig op de volwassen bomen moeten staan.
  • Bij B, is het eerste gedeelte waar. Maar er is al een vraag en aanbod gestart.
  • Bij C, klopt, maar daar gaat niet de hele tekst over. De tekst juist gaat over het verplaatsen van bomen.
  • Blijft D dus over. Je ziet het ook al in de titel: 'Kappen is pure verspilling.'

Slide 34 - Tekstslide

Examentekst 3
Ga naar blz 229 van je examenbundel.
Tekst 3 - examen 2022 (tijdvak 2)

Slide 35 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding en de titel.

Slide 36 - Tekstslide

Als je alleen naar de titel en het plaatje kijkt, heb je geen idee waar deze (advertentie)tekst overgaat. 
Je moet dus meer gaan lezen, wil je het begrijpen.

Slide 37 - Tekstslide

Enige logische antwoord.

Slide 38 - Tekstslide

Wat willen ze precies dat de ondernemers gaan doen?

Slide 39 - Tekstslide

Er staat in het gemarkeerde deel dat ze willen helpen om het bedrijf van ondernemers te laten groeien. 

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Wat betekenen de meerkeuzeantwoorden?
A. Kenbaarmakend / uniek & veel willen bereiken
B. Kenbaarmakend / uniek & met beide benen op de grond / realistisch
C. Volgens de nieuwe mode & met beide benen op de grond / realistisch
D. Steeds nieuwe inzichten willen toepassen & veel willen bereiken
Er staan hier 2 eigenschappen per antwoord. Kies bij een meerkeuzevraag altijd maar 1 antwoord (tenzij anders aangegeven)

Slide 42 - Tekstslide

  • Als je opvalt in de kudde, ben je uniek. 
  • Daarna wordt de nuchterheid benoemt.

Slide 43 - Tekstslide

Uit de tekst kunnen we uniek en nuchter / realistisch halen.

Slide 44 - Tekstslide

Zelf oefenen
Tekst 2 en 4
Examen 2022 - tijdvak 2

Slide 45 - Tekstslide