B1 Boek 1A Thema 1

D1ATh1 Kennismaken
 B1: Wat is biologie en verzorging?
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
Wld
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

D1ATh1 Kennismaken
 B1: Wat is biologie en verzorging?
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
Wld

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
'biologie'

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biologie, 
zorg en verzorging
Biologie is de leer van het leven. 

Levende wezens worden bestudeerd. 

Een organisme noem je een levend wezen. 
Op de afbeeldingen hiernaast zie je voorbeelden van organismen. 

Zorg: Aandacht hebben voor de gezondheid van jezelf en van anderen.

Verzorging: Alles doen wat nodig is om de gezondheid van jezelf en anderen in stand te houden en te verbeteren.
1. Dit is ...
een schimmel.
Een schimmel is een organisme
2. Dit zijn ...
bacteriën
Een bacterie is een organisme.
3. Deze organismen behoren tot
het rijk van de dieren.
De mens behoort tot het dierenrijk.
1. Dit zijn
planten, struiken en bomen
Dat zijn ook organismen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Biologie is de leer van het leven
2. Zorg: Alles doen wat nodig is om de gezondheid van jezelf en anderen in
stand te houden en te verbeteren.
3. Verzorging: Aandacht hebben voor de gezondheid van jezelf en van anderen
A
1 waar 2 waar 3 nietwaar
B
1 waar 2 nietwaar 3 nietwaar
C
1 nietwaar 2 waar 3 nietwaar
D
1,2 en 3 waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Levensverschijnselen
Noteer de 7 levensverschijnselen in je schrift.

Waarnemen
Bewegen
Voeden 
Ademhalen
Uitscheiden
Groeien
Voortplanten



Leer ze uit je hoofd
Hoe leer jij iets uit je hoofd?
1
Maak een kleine, simpele, gekke tekening van jezelf. Daarin zijn de 7 levensverschijnselen te zien.... Helpt jou dat om ze te leren?
2
Maak je liever een ezelsbruggetje zodat je de 7 levensverschijnselen kunt onthouden? Helpt jou dat om ze te leren?
3
Als jij aan je lievelingsdier denkt.... of een afbeelding daarvan hebt, kun je dan de 7 levensverschijnselen beter onthouden? 
waarnemen
Zien horen ruiken proeven en voelen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensverschijnselen
Er zijn levensverschijnselen die voortdurend plaatsvinden: ademhalen bijvoorbeeld. Andere komen af en toe voor. 
Een voorbeeld daarvan is voortplanten.

Bij dieren kun je de levensverschijnselen vaak makkelijk waarnemen. Bij planten is dat vaak lastiger. 
Wist je dat een plant beweegt? Een plant beweegt bijvoorbeeld de bladeren naar het licht toe en kan naar het licht groeien.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de onderstaande levensverschijnselen kan een plant vertonen?
A
allemaal
B
voeden, groeien en voortplanten
C
bewegen, groeien, waarnemen
D
uitscheiden, waarnemen en groeien

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Levend - dood - levenloos
Een organisme dat geen levensverschijnselen meer vertoont, noem je dood. Delen van organismen die niet meer leven, noem je ook dood.

Levenloos: Voorwerpen die nooit geleefd hebben en dat ook nooit gaan doen.

Levend: Organisme die levensverschijnselen vertonen.

Noteer in je schrift, onder elkaar: 
Levend
Dood
Levenloos
Zet de betekenis er achter.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de onderdelen in je schrift, schrijf er achter: 
dood - levend - levenloos

antwoorden

Levend: planten, struiken, bomen, vogels (vink en reiger)
Levenloos: auto, flesje, stenen, water, modder/zand
Dood: vis
vink
auto
reiger
stenen
bomen
struiken
drijvende vis
water
flesje

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levend
Dood
Levenloos

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen is anders
Kenmerken zijn eigenschappen.
Hierdoor kunnen mensen jou herkennen en kun jij andere organismen herkennen. 

Er zijn innerlijke- en uiterlijke kenmerken.

Uiterlijke kenmerken zie je aan de buitenkant. 
Bijvoorbeeld de kleur van je ogen, je lengte, je haarstijl.

Innerlijke kenmerken, zeggen iets over 'hoe je bent'. Het zijn karaktereigenschappen. Bijvoorbeeld: behulpzaam, eigenwijs, betrouwbaar, geduldig). 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een klasgenoot van jou is behulpzaam, dit is een ...
A
uiterlijk kenmerk
B
innerlijk kenmerk
C
hele vervelende klasgenoot :(
D
dat is een levensverschijnsel

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uniek en individu

Uniek: Ieder mens is anders. Uniek betekent enig. 
Dat betekent: jij bent de enige die is zoals jij bent. 
Misschien lijkt iemand meer op een van zijn ouders of op een broer of zus. 


Een individu is een mens met zijn eigen unieke kenmerken.
Jij bent uniek! Omdat je uniek bent, vind jij bijvoorbeeld bepaalde dingen heel belangrijk en kan iemand anders, bijvoorbeeld een klasgenoot, daar heel anders over denken. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Innerlijke kenmerken
Elk individu is uniek
Uiterlijke kenmerken

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul in (noteer het nummer met daarachter één woord)
* Ieder mens is anders, ieder mens is .....1.....
* De kenmerken die je kunt zien, noem je .....2..... kenmerken
* De kenmerken die je niet kunt zien aan de buitenkant, noem je .. 3 ..kenmerken
* Elk mens is een ....4.... met eigen unieke kenmerken
A
1. uiterlijke 2. individu 3. innerlijke 4.uniek
B
1. uiterlijke 2. uniek 3. innerlijke 4. individu
C
1. innerlijke 2. uniek 3. uiterlijke 4. individu
D
1. uniek 2. uiterlijke 3. innerlijke 4. individu

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Genoteerd:
Levend:Vogel, maïsplant, kraai

Dood: katoenen shirt, must van vilt, hout

Levenloos: Steen, kunststof hoofd
Maak van 
deze basisstof
een mindmap
in je schrift!



Onderwerp:

'Organisme'



Noteer ook de begrippen met hun betekenis!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een mindmap. 
In het midden zet je je naam
Noteer de 7 levenskenmerken er omheen, met voorbeelden over jezelf.
Noteer:     2 leuke uiterlijke kenmerken van jezelf
Noteer:     2 positieve innerlijke kenmerken van jezelf
Noteer:     1 positieve karaktereigenschap van iemand thuis (noteer van wie)
Noteer:     1 innerlijk kenmerk dat je graag zou willen veranderen/verbeteren
                 Zet erbij hoe het zou zijn en hoe het voelt als je dat gedaan hebt.
Noteer:     'ik ben uniek, van mij is er meer één op de wereld'
Noteer:     'ik ben een individu met kenmerken'
Noteer:     'ik ben oké'
Extra
Vraag een klasgenoot of thuis welke positief innerlijk kenmerk jij nog meer hebt. Noteer deze ook. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak tekeningetjes bij de tekst!

Daardoor onthoud je het 
heel veel beter!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak tekeningetjes bij de tekst!

Daardoor onthoud je het 
heel veel beter!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies