H4 grammatica woordsoorten - telwoorden

Telwoorden
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Telwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je weet wat telwoorden zijn
  • Je kunt telwoorden benoemen
  • Je weet het verschil tussen bepaalde en onbepaalde telwoorden. 

Slide 2 - Tekstslide

Telwoorden

Wat is een telwoord?
Een telwoord is een woord dat een hoeveelheid of een volgorde aangeeft.

Slide 3 - Tekstslide

Soorten telwoorden
Vier soorten telwoorden:
- hoofdtelwoorden: je noemt een hoeveelheid
vb. één, twee, een vierde (1/4), weinig

- rangtelwoorden: je noemt een volgorde in een rij.
vb. eerste, laatste, middelste etc.

Slide 4 - Tekstslide

Soorten telwoorden
Vier soorten telwoorden:
- 3. bepaalde telwoorden: geeft precies het aantal aan of de precieze plaats in de rij.
vb. één, twee, honderden, duizendste

- 4. onbepaalde telwoorden: geeft NIET precies het aantal aan of de precieze plaats in de rij.
vb. enkele, vele, weinige, sommige

Slide 5 - Tekstslide

Telwoorden
Bepaald
Onbepaald
Hoofdtelwoord
precies aantal
zeven, duizend, 2023
onprecies aantal
veel, alles, weinig
Rangtelwoord
precieze plek in rij
dertiende, miljoenste
onprecieze plek in rij
middelste, zoveelste

Slide 6 - Tekstslide

Zelf aan de slag 
Maak opdracht 1, 2 en 3 op blz. 121

Na 10 minuten bespreken we de opdrachten klassikaal. 

Klaar? Maak opdracht 4 op blz. 121. Dit is tevens huiswerk!
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 1 - blz. 121 
1. middelste = rangtelw; twee = hoofdtelw
2. Hoeveelste = rangtelw
3. drie = hoofdtelw; halve = hoofdtelw; wat = hoofdtelw
4. meeste = hoofdtelw; zevende = rangtelw; veel = hoofdtelw

Slide 8 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 2 - blz. 121 
1. één = hoofdtelw; laatste = rangtelw
2. enkele = hoofdtelw
3. kwart = hoofdtelw
4. wat = hoofdtelw; beide = hoofdtelw
5. tweede = rangtelw
6. sommige = hoofdtelw; veel = hoofdtelw


Slide 9 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 3 - blz. 121 
1. sommige = onbep.hoofdtelw; twintigste = bep.rangtelw
2. zoveelste = onbep.rangtelw
3. 10 = bep.hoofdtelw; laatste = onbep.rangtelw
4. alle = onbep.hoofdtelw; een = bep.hoofdtelw; twee = bep.hoofdtelw; derde = bep.rangtelw
5. enkele = onbep.hoofdtelw; eerste = bep.rangtelw



Slide 10 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 4 - blz. 121 
Wie (vr.vnw) kent hem niet?
(1) In 2017 (hoofdtelw) vierde (zww) Donald Duck zijn (bez.vnw) 65-jarig jubileum (zn).
(2) Op 25 (hoofdtelw) oktober 1952 viel het (blw) eerste (rangtelw) weekblad op (vz) de (blw) deurmat, toen nog uitgegeven door (vz) het weekblad Margriet. 
(3) Abonnees (zn) van Margriet konden (hww) voor 15 cent ook wekelijks (bw) de Donald Duck ontvangen (zww).

Slide 11 - Tekstslide

Vervolg antwoorden opdracht 4 - blz. 121 
(4) Donald was voor het eerst op het witte (bn) doek te zien in de korte Disneyfilm (zn) The Wise Little Hen uit (vz) 1934. 

(5) Hij had hier echter (bw) maar een bijrol (zn). 

(6) Ook zag deze (aanw.vnw) eend er nog heel (bw) anders uit dan de Donald Duck van nu: hij (pers.vnw) had een langere nek en snavel. 

Slide 12 - Tekstslide

Vervolg antwoorden opdracht 4 - blz. 121 
(7) De eend werd (kww) al gauw heel populair. 

(8) Daarom (bw) besloot Walt Disney een strip (zn) te maken die alleen over Donald Duck zou gaan.

Slide 13 - Tekstslide

Je kunt / weet nu ...

... wat telwoorden zijn
... je kunt telwoorden benoemen
... en je weet het verschil tussen bepaalde en onbepaalde telwoorden. 

Slide 14 - Tekstslide