Kweek en herkenning BBL

Microbiologie BBL
Periode 2
Kweek en herkenning
06-12-2022
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
K&H BBLMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Microbiologie BBL
Periode 2
Kweek en herkenning
06-12-2022

Slide 1 - Tekstslide

Bronvermelding
De informatie over de naamgeving van micro-organismen komt uit het boek Elementaire microbiologie van Harrewijn (2006).

De informatie over stofwisseling is gebaseerd op hoofdstuk 2 uit Basisboek biologie van Ridder & Van der Borght (2012). 

Slide 2 - Tekstslide

De vorige les
Prokaryoten vs. eukaryoten
Verschillende micro-organismen 
  • Bacteriën
  • Schimmels
  • Gisten
  • Algen
  • Virussen
  • Protozoën

Slide 3 - Tekstslide

De vorige les
Bekijk het filmpje op de volgende dia voor uitleg (herhaling) over het verschil tussen prokaryoten en eukaryoten. 


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Welk van de onderstaande opties behoort tot de prokaryoten?
A
Schimmels
B
Virussen
C
Bacteriën
D
Planten

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn 'Pili'?
A
Korte flagellen (om zich voort te bewegen)
B
Plasmiden in de cel met genetische informatie
C
Kleine stukjes DNA die in de cel 'rondzweven'
D
De kleinste bacteriën die er zijn

Slide 7 - Quizvraag

Deze les
Deze les gaan we het hebben over de naamgeving van micro-organismen en stofwisseling (algemeen). 


Slide 8 - Tekstslide

Naamgeving micro-organismen
Om de verschillende levensvormen op aarde te ordenen,  hebben wetenschappers een stamboom van het leven gemaakt. De taxonomie houdt zich bezig met de ordening van micro-organismen. Micro-organismen werden in eerste instantie, in navolging van de indeling van platen en dieren, gegroepeerd volgens een hiërarchisch systeem. Daarbij wordt een aantal soorten ondergebracht in één geslacht en een aantal geslachten in één familie. Dit loopt via orde, klasse en afdeling uiteindelijk uit op het planten en dierenrijk. 

Slide 9 - Tekstslide

Naamgeving micro-organismen
In eerste instantie werden micro-organismen ingedeeld op grond van morfologische en culturele kenmerken, zoals: 
  • Vorm en grootte van de cellen tijdens hun levenscyclus;
  • De aan- of afwezigheid van flagellen en de wijze waarop ze aan de cel zijn gehecht;
  • De vorm van de kolonie op een vaste voedingsbodem. 

Slide 10 - Tekstslide

Naamgeving micro-organismen
Bacteriën stonden vroeger meer in de belangstelling dan andere micro-organismen zoals schimmels en gisten. Daarom had men al snel behoefte aan meer kenmerken, zoals de Gram-kleuring en fysiologische eigenschappen. 

Bij de indeling van bacteriën ging men lange tijd uit van het classificatiesysteem volgens Bergey (1957). Dit systeem had echter zijn gebreken en er ontstond behoefte aan een nieuw systeem: de zogenoemde numerieke taxonomie. 

Slide 11 - Tekstslide

Naamgeving micro-organismen
Deze nieuwe methode heeft echter niet geleid tot een geheel nieuwe groepering van bacteriën. 
Men raakte ook geïnteresseerd in de samenstelling van het DNA als kenmerk bij de taxonomie, omdat het fenotype (waarneembare eigenschappen) van het organisme uiteindelijk is terug te voeren naar het genotype (de erfelijke informatie). 
Sinds de 8e editie van Bergey in 1974 is de informatie over de onderlinge verwantschap van bacteriën sterk toegenomen. 

Slide 12 - Tekstslide

Naamgeving micro-organismen
Bepaling van de nucleotide-volgorde en het vermogen van bacteriën van onderlinge uitwisseling van DNA, hebben hier een grote bijdrage aan geleverd. 

Bij de indeling van gisten kan de 3e editie 'The Yeast - a taxonomix study' geraadpleegd worden. Naast de indeling op grond van morfologische, culturele en fysische kenmerken, spelen ook moleculaire technieken een grote rol. 

Slide 13 - Tekstslide

Naamgeving micro-organismen
Bij de indeling van schimmels kijkt men met namen nog naar morfologische en culturele eigenschappen. Ook hier worden moleculaire technieken steeds meer gebruikt. 


Slide 14 - Tekstslide

Naamgeving micro-organismen
Recente technieken zijn het bepalen van de nucleotidevolgorde in RNA-moleculen (sequencen). Bepaald RNA geeft de meest nuttige weergave van verwantschap tussen micro-organismen. 

De verwantschap tussen micro-organismen vanuit evolutionaire ontwikkelingen wordt ook wel fylogenie genoemd. 

Slide 15 - Tekstslide

Naamgeving micro-organismen
Het is mogelijk om een complete fylogenetische stamboom van alle micro-organismen op te zetten. 
Het 'sequencen' heeft uitgewezen dat er nieuwe groep van bacteriën onderscheiden wordt: de archaebacteriën. Deze bacteriën wijken sterk af van de gewone bacteriën die nu eubacteriën worden genoemd. 
Door het sequencen zijn er bij bacteriën nieuwe indelingen ontstaan. Er zijn soorten die voorheen tot dezelfde groepen werden gerekend omdat ze veel op elkaar leken, maar die nauwelijks verwant zijn. Andere soorten die in verschillende groepen waren ondergebracht, blijken daarentegen wel familie van elkaar.

Slide 16 - Tekstslide

Naamgeving micro-organismen
Net als bij planten en dieren wordt bij de naamgeving van micro-organismen gebruikt gemaakt van de binaire nomenclatuur. Een soort bezit twee Latijnse namen. Deze namen zijn internationaal overeengekomen en toegepast. De eerste naam is de geslachtsnaam, die begint met een hoofdletter. Daarop volgt de soortnaam, die begint met een kleine letter. 

Slide 17 - Tekstslide

Naamgeving micro-organismen
Bijvoorbeeld: Bacillus cereus, Staphylococcus aureus
De Latijnse naam wordt in getypte tekst cursief geschreven. 
Soms veranderen de namen zoals bij onderstaand voorbeeld (door inzichten in genetische informatie): 
Streptococcus faecalis -> Enterococcus faecalis

Binnen een soort kunnen nog variaties optreden. 


Slide 18 - Tekstslide

Naamgeving micro-organismen
Lange tijd werden micro-organismen, met uitzondering van de protozoën, tot het plantenrijk gerekend. Volgens latere opvatting worden micro-organismen beslist niet meer zo ingedeeld. Een nog veel geciteerde indeling gaat uit van het vijf-rijkensysteem: 
  • Monera: alle prokayoten (bacteriën en blauwwieren)
  • Protista: eencellige eukaryoten (algen, protozoën)
  • Fungi: schimmels en slijmzwammen
  • Plantea: hoge wieren,  sporeplanten en zaadplaten)
  • Animalia: dieren met ingestie

Slide 19 - Tekstslide

Stofwisseling
Door naar een ander onderwerp, de stofwisseling. 
Alle levende wezens zijn in staat om stoffen om te zetten in andere stoffen. Dit doen ze bijvoorbeeld om hun voedsel om te zetten in energie of om moleculen te maken die ze nodig hebben om te groeien.
Elke cel is een kleine chemische fabriek waar duizenden verschillende chemische reacties tegelijkertijd plaatsvinden. Bijvoorbeeld het afbreken van suikers en aminozuren samenvoegen tot eiwitketens. Al deze reacties samen noemen we ook wel het metabolisme (stofwisseling) van de cel. Deze omzettingen dienen ertoe om de cel in stand te houden. 
In essentie gaat het eigenlijk om twee typen reactie. Bekijk de video op de volgende dia voor de uitleg. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Stofwisseling
In het volgende filmpjes worden de dissimilatie en assimilatie verder uitgelegd. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Stofwisseling
In Teams staat een bestand met vragen. Je kunt deze vragen maken ter verwerking van de stof. 

De volgende les gaan we in op de stofwisseling bij micro-organismen. Daarnaast behandelen we voedingsbodems en groeifactoren. 

Slide 25 - Tekstslide